Na een succesvolle proef met taxi's in Den Haag, toont ook Brussel aan dat waterstof een haalbaar alternatief is voor diesel, maar er zijn meer tankstations nodig.
Terwijl Europese steden steeds meer onder druk staan om milieuvriendelijke vervoersoplossingen te adopteren, zijn waterstofvoertuigen in opkomst als een veelbelovende optie. Brussel, dat al de ambitie heeft uitgesproken om tegen 2025 alleen nog emissievrije taxi’s toe te staan, zoekt actief naar duurzame alternatieven. De recente samenwerking tussen Virya Energy en Taxis Verts in Brussel is een stap in die richting, die volgt op een soortgelijke inspanning in Den Haag door Noot Personenvervoer.
Naar aanleiding van de Brusselse verplichting voor volledig emissievrije taxi’s tegen 2025 en het Brussels klimaatactieplan, hebben Virya Energy en Taxis Verts een jaar lang getest of waterstofgas (H2) geschikt zou zijn als brandstof voor taxi’s en andere voertuigen in de stad. Dit volgde op een soortgelijke initiatief in Den Haag, waar Noot Personenvervoer al aanzienlijke ervaring had opgedaan met het rijden op waterstof.
“Door deze combinatie van eigenschappen zijn waterstofvoertuigen een veelbelovende optie voor taxi's,” concluderen de onderzoekers. “Het integreren van dit type voertuig in de Brusselse taxivloot zou bijdragen aan de Brusselse ambities op vlak van koolstofneutraliteit, zonder inkomstenverlies voor taxibedrijven.”
De testresultaten uit Brussel lieten volgens Bruzz zien dat waterstofauto’s op veel vlakken vergelijkbaar zijn met elektrische auto’s. Ze zijn even stil, maar hebben het voordeel van een grotere actieradius. Bovendien kunnen ze binnen enkele minuten volledig worden bijgetankt. Een volle tank biedt een bereik van 470 km, ongeacht de weersomstandigheden. In Den Haag had Noot Personenvervoer al 1,5 miljoen gezamenlijke kilometers geregistreerd met hun waterstofwagens, waarvoor ze de Toyota Mirai gebruikten. Directeur Martijn Kersing van Noot Personenvervoer, had oorspronkelijk elektrisch rijden overwogen, maar zijn onderzoek bracht hem bij waterstof als de betere optie, en vervolgens bij Toyota.
Desondanks zijn er nog enkele obstakels te overwinnen voor waterstof kan worden gezien als een volwaardig alternatief in Brussel. Hoewel de proef in grote lijnen positief was, vereist de uitrol van waterstofvoertuigen op grotere schaal een betere infrastructuur. Op dit moment zijn er in België maar zeven waterstofstations, waarvan er vijf deel uitmaken van het DATS24-netwerk. Geen van deze stations bevindt zich in Brussel. Tijdens het proefproject moest de waterstoftaxi tanken bij een station in Halle.
Virya Energy wijst erop dat er dringend infrastructuur voor de verdere ontwikkeling van waterstofmobiliteit voorzien moet worden in de regio Brussel.
Om te zorgen dat het project soepel verliep hebben chauffeurs die de waterstoftaxi besturen, een specifieke opleiding gekregen over waterstoftechnologie en de werking van de brandstofcel. Deze training werd verzorgd door experts van Virya. Het was essentieel dat de chauffeurs goed geïnformeerd zijn, niet alleen omdat zij het eerste contactpunt voor nieuwsgierige klanten en het publiek vormen, maar ook omdat hun directe ervaring met het voertuig waardevolle informatie kon bieden over de haalbaarheid van een dergelijke technologie op grote schaal.
De betrokkenheid van prominente lokale stakeholders benadrukt het belang van dit initiatief voor Brussel en heel België. Jean-Michel Courtoy, CEO van Taxis Verts, sprak zijn enthousiasme uit over het pilootproject en benadrukte de toewijding van zijn bedrijf aan CO2-neutrale mobiliteit. Daarnaast onderstreepte Stephan Windels, CEO van Eoly, het belang van samenwerking en innovatie voor een duurzamere toekomst en de algemene doelstellingen van het klimaat-energieplan 2030.
infrastructuur
Voor een stad die streeft naar een emissievrije taxi-industrie in slechts een paar jaar, kan het ontbreken van voldoende tankstations een groot struikelblok zijn. Het benadrukt de noodzaak voor zowel openbare als private investeringen in de opbouw van een uitgebreider netwerk van waterstofstations, niet alleen in Brussel maar in heel België.
De positieve resultaten van het proefproject benadrukken echter dat, met de juiste ondersteuning en investering, waterstof een levensvatbaar alternatief kan zijn voor traditionele brandstoffen in het stedelijk vervoer. Als Brussel en andere Europese steden deze weg inslaan en de noodzakelijke infrastructuur creëren, kan dit een kantelpunt betekenen voor de manier waarop we denken over stedelijk vervoer in het licht van klimaatverandering.