Vanaf morgen voert De Vlaamse openbaarvervoermaatschappij De Lijn aanzienlijke wijzigingen door in haar netwerk.
Dit markeert de laatste fase van het ambitieuze plan rond basisbereikbaarheid, dat zich richt op een efficiënter en vraaggestuurd openbaar vervoer. Tegelijk worden enkele aanpassingen doorgevoerd vanwege een tekort aan chauffeurs en bussen. De veranderingen hebben impact op verschillende vervoerregio’s, waaronder Leuven, Mechelen, de Vlaamse Rand, Kempen en Antwerpen.
Met een herstructurering van ongeveer 10 procent van het netwerk hoopt De Lijn de dienstverlening beter af te stemmen op de noden van de reiziger. Nieuwe lijnen, gewijzigde trajecten, hogere frequenties en een logischer lijnnummering moeten het openbaar vervoer aantrekkelijker maken.
focus op efficiëntie
Een van de belangrijkste uitgangspunten van het vernieuwde netwerk is efficiëntie. Door routes te optimaliseren en meer in te zetten op trajecten met een grote vraag, wil De Lijn het vervoer toegankelijker en gebruiksvriendelijker maken. Zo wordt de oude lijn 136 voortaan aangeduid als lijn R36 (Groot-Bijgaarden – Alsemberg). Hier verandert de route niet, maar er komen wel meer ritten bij. Vooral op zaterdag wordt de frequentie opgevoerd, met elke 15 minuten een bus tussen Dilbeek, Brussel-Zuid en Alsemberg.
Ook de dienstregeling krijgt meer flexibiliteit. Zo starten de bussen op zondag vroeger en rijden ze ’s avonds langer door.
Flexvervoer
In gebieden met een lagere vervoersvraag zet De Lijn sterker in op flexvervoer. Dit vraaggestuurde systeem, waarbij reizigers een bus op afroep kunnen reserveren, wordt uitgebreid in de Kempen en in regio’s zoals Kortenberg-Bertem. Tegelijkertijd worden bestaande flexregio’s versterkt om aan de groeiende vraag te voldoen.
In Oudenaarde start een nachtflexservice op vrijdag- en zaterdagavonden. Reizigers kunnen tot 1.30 uur gebruikmaken van flexibele vervoersopties die aansluiten op bestaande haltes van reguliere buslijnen. In het Hageland worden extra busjes ingezet en verruimen de diensttijden op zon- en feestdagen aanzienlijk.
Om het netwerk toegankelijker te maken, worden trein, tram en bus beter op elkaar afgestemd. Nieuwe lijnen zoals 20 en 21 verbinden bijvoorbeeld de stations van Leuven en Mechelen via de Mechelsesteenweg (N26), met frequente overstapmogelijkheden. Dankzij de afgestemde dienstregeling kunnen reizigers tussen Herent en Leuven elke 15 minuten rekenen op een bus.
De lijnnummering wordt eveneens overzichtelijker. Stadslijnen met een hoge frequentie krijgen een enkel cijfer, streeklijnen twee cijfers en functionele lijnen drie cijfers. Snellijnen worden aangeduid met de letter X, terwijl nachtlijnen herkenbaar zijn aan de letter N.
Een voorbeeld hiervan is lijn 18b (Antwerpen Groenplaats – Aartselaar – Rumst), die voortaan onder nummer 181 rijdt. Hier blijven zowel de reisroute als de dienstregeling ongewijzigd.
communicatie
De Lijn heeft sinds november intensief gecommuniceerd over de wijzigingen. Reizigers kunnen via de website en de app hun route controleren en nieuwe mogelijkheden ontdekken. Aan haltes zijn affiches geplaatst met informatie, en gemeenten hebben via hun eigen kanalen reizigers geïnformeerd.
De openbaarvervoermaatschappij benadrukt dat de aanpassingen continu geëvalueerd zullen worden. Bij onvoorziene problemen of verdere optimalisatie zal De Lijn indien nodig bijsturen.
Met deze laatste fase van basisbereikbaarheid zet De Lijn een belangrijke stap naar een moderner en meer flexibel openbaar vervoer, dat beter inspeelt op de behoeften van de reiziger.
