De automobilist die op benzine rijdt, merkt het direct aan de pomp: de prijzen dalen.
Voor een liter Euro 95 betaalt men momenteel gemiddeld €2,07, het laagste niveau sinds oktober 2024. Halverwege februari lag deze prijs nog op €2,19, een verschil dat op een volle tank al snel meer dan zes euro scheelt. Dat blijkt uit de cijfers van United Consumers, die dagelijks de landelijke adviesprijzen bijhouden. Het zijn vooral de snelwegpompen die deze prijzen hanteren, want bij lokale tankstations en pompen in de grensregio’s liggen de tarieven vaak lager.
Over de grens in België is tanken nog voordeliger. Daar kost een liter E10 momenteel slechts €1,46. Voor dieselrijders is het verschil nog duidelijker: een liter B7-diesel staat op €1,52. Het gevolg is dat tankstations net over de grens in plaatsen als Maaseik, Baarle-Hertog en Lommel toenemende drukte zien van Nederlandse automobilisten die er voordeliger willen tanken.
opvallend
De daling van de benzineprijzen komt op een opvallend moment. Terwijl traditionele brandstof goedkoper wordt, voelen eigenaren van elektrische auto’s juist de stijgende kosten van het laden aan den lijve. Vooral wie niet thuis kan opladen, maar afhankelijk is van publieke laadpunten, betaalt fors meer. De laadtarieven zijn in januari met gemiddeld 13 procent gestegen ten opzichte van december 2024. In steden als Amsterdam liep dit zelfs op tot 25 procent. De oorzaak ligt voor een groot deel bij het vervallen van belastingvoordelen voor laadpaalexploitanten per 1 januari 2025.
Bij openbare laadpalen betalen bestuurders nu gemiddeld tussen de €0,40 en €0,65 per kWh. Voor snelladers, zoals die van Fastned of Ionity langs de snelwegen, kunnen de tarieven zelfs oplopen tot €1,00 per kWh. Voor een elektrische auto met een gemiddeld verbruik van 17 kWh per 100 kilometer betekent dat een kostprijs van €17,00 per 100 kilometer bij het hoogste tarief. Dat is fors meer dan de kosten voor een benzineauto bij de huidige prijzen.

De situatie zorgt ervoor dat het voordeel van elektrisch rijden voor steeds meer mensen verdwijnt. Thuisladen blijft wel voordeliger, met een gemiddeld tarief van €0,22 tot €0,30 per kWh. Maar niet iedereen beschikt over een eigen laadvoorziening. Daardoor dreigt een tweedeling tussen mensen die wél en mensen die géén toegang hebben tot goedkope stroom.
De rekensom is helder. Een benzineauto die 15 kilometer per liter rijdt, kost bij de huidige benzineprijs ongeveer €13,80 per 100 kilometer. Een elektrische auto komt bij publiek laden uit op gemiddeld €7,65 per 100 kilometer, en bij snelladen zelfs op €12,75 of meer. Alleen wie thuis kan laden, blijft duidelijk goedkoper uit. Voor de rest is het verschil met benzine rijden vrijwel verdwenen.
De ontwikkelingen zetten druk op het overheidsbeleid dat gericht is op het stimuleren van elektrisch rijden. Als elektrisch rijden duurder wordt dan een benzineauto, verdwijnt voor veel mensen het financiële motief om te verduurzamen. De vraag is hoe lang die situatie stand kan houden, en of er vanuit Den Haag maatregelen komen om elektrisch rijden weer aantrekkelijker te maken voor iedereen.