Categorie archieven: verkiezingen

D66: Rob Jetten kiest voor minder asfalt en meer spoor in mobiliteitsplan

D66 zet in haar verkiezingsprogramma 2025-2030 stevig in op een toekomst waarin mobiliteit schoon, slim en sociaal is.

Volgens de partij moet Nederland opnieuw leren bewegen — niet alleen fysiek, maar ook politiek en maatschappelijk. De sociaal-liberalen van Rob Jetten presenteren een visie waarin mobiliteit niet langer wordt gezien als een kwestie van asfalt of brandstof, maar als een fundamenteel onderdeel van vrijheid, bereikbaarheid en gelijke kansen.

In het hoofdstuk “Altijd en overal vooruit kunnen” benadrukt D66 dat vervoer mensen in staat stelt om mee te doen in de samenleving. De partij wil af van de stilstand in het openbaar vervoer en kiest voor forse investeringen in duurzame infrastructuur. Er komt meer ruimte voor trein, tram, metro, fiets en schone auto’s, met het oog op een land waarin iedereen zich kan verplaatsen – of je nu in hartje Amsterdam woont of op het platteland van Groningen.

innovatie

D66 kiest daarbij nadrukkelijk voor een mix van technologische innovatie en sociale rechtvaardigheid. Openbaar vervoer moet volgens de partij goedkoper, groener en eenvoudiger worden. Een van de meest in het oog springende plannen is de Nederlandpas, een kaart waarmee iedereen buiten de spits voor een vaste lage prijs kan reizen met bus, tram, metro en trein. Het idee is dat mobiliteit een basisvoorziening wordt, net als water of energie.

De partij wil ook een einde maken aan de ongelijke verdeling tussen regio en stad. Waar veel kleine dorpen kampen met verdwijnende buslijnen, wil D66 de bezuinigingen op regionaal openbaar vervoer terugdraaien. In plaats daarvan moeten er slimme ov-knooppunten komen, waar deelauto’s, elektrische fietsen en regionaal vervoer beter op elkaar aansluiten.

Een ander speerpunt is de verduurzaming van het autoverkeer. D66 wil het gebruik van auto’s belasten in plaats van het bezit. Dat betekent de invoering van rekeningrijden: wie meer rijdt, betaalt meer, maar daarbij wordt rekening gehouden met regio’s waar weinig openbaar vervoer beschikbaar is. Voor elektrische auto’s komen er fiscale voordelen en subsidies, terwijl niet-duurzame bedrijfswagens versneld worden uitgefaseerd.

vliegbelasting

Het luchtverkeer ontkomt evenmin aan hervorming. D66 erkent het economische belang van de luchtvaart, maar vindt dat “de negatieve gevolgen van vliegen niet langer kunnen worden genegeerd”. De partij wil een rechtvaardige vliegbelasting met hogere tarieven voor frequente vliegers, en een duidelijke grens aan het aantal vluchten vanaf Schiphol. Lelystad Airport blijft gesloten voor commerciële vluchten. Duurzame innovaties, zoals biobrandstoffen en elektrische vliegtuigen, krijgen wel ruimte.

Naast deze grote lijnen wordt ook gekeken naar de menselijke maat. Mobiliteit is volgens D66 niet alleen een kwestie van technologie, maar ook van toegankelijkheid. Openbaar vervoer moet bruikbaar zijn voor mensen met een beperking, met afdwingbare normen voor toegankelijkheid van voertuigen, haltes en stations.

Foto: © Pitane Blue – Rob Jetten

Of, zoals Rob Jetten het in het programma verwoordt: “Hoe we ons verplaatsen, bepaalt hoe vrij we zijn én hoe verbonden we blijven met elkaar.”

Opvallend is dat D66 de fiets opnieuw centraal wil zetten. Er komen meer doorfietsroutes, extra fietsenstallingen en voorzieningen voor mensen met aangepaste fietsen. De partij wil dat elke nieuwe woonwijk wordt gebouwd volgens het “15-minutenprincipe”: bewoners moeten binnen een kwartier lopen toegang hebben tot scholen, winkels en zorg. Dat idee sluit aan bij het bredere streven om wonen, werken en bewegen dichter bij elkaar te brengen.

Europese agenda

Mobiliteit wordt door D66 ook verbonden met de Europese agenda. Internationale treinverbindingen moeten de concurrentie aangaan met korteafstandsvluchten. Reizen per trein tot 700 kilometer moet goedkoper zijn dan vliegen, stelt het programma. Daarvoor wil D66 een Europese Spoorautoriteit oprichten die de verbindingen tussen lidstaten versnelt en vereenvoudigt.

Wat verder opvalt, is dat de partij niet alleen inzet op nieuwbouw, maar ook op hergebruik van bestaande infrastructuur. Bedrijventerreinen moeten beter worden aangesloten op het spoor voor goederenvervoer, om vrachtwagens van de weg te halen. Bovendien wil D66 dat watertransport weer een grotere rol krijgt in de logistiek.

Samengevat laat het programma zien dat mobiliteit voor D66 een van de pijlers van vooruitgang vormt. De partij wil een samenleving waarin iedereen zich kan verplaatsen, zonder schade aan milieu of gezondheid. Waar steden groener worden, dorpen weer verbonden zijn en de auto niet langer de baas is over de straat.

Behoud van zondagsrust: SGP keert zich tegen rekeningrijden en dure OV

De Staatkundig Gereformeerde Partij presenteert in haar verkiezingsprogramma een nuchter, maar stevig doordacht plan voor de toekomst van de Nederlandse mobiliteit.

Centraal staan betaalbaarheid, verkeersveiligheid en het behoud van bereikbaarheid voor iedereen – van stad tot platteland. Daarbij maakt de partij duidelijk dat wegen, sporen en vaarwegen niet alleen technische infrastructuur zijn, maar het kloppende hart van de samenleving: ze verbinden mensen, economie en gemeenschappen.

De SGP stelt dat Nederland te lang heeft stilgestaan door een opeenstapeling van stikstofregels, uitgestelde onderhoudsprojecten en uit de hand gelopen bureaucratie. “De tijd van praten is voorbij, er moet gebouwd en geïnvesteerd worden,” klinkt het in het verkiezingsprogramma. De partij wil dat het Rijk opnieuw de regie pakt over grote infrastructuurprojecten, zonder de decentrale besturen hun zeggenschap te ontnemen. Provincies en gemeenten krijgen nadrukkelijk ruimte om regionale plannen door te voeren, zolang ze bijdragen aan een evenwichtige spreiding van woningbouw en bereikbaarheid.

Het wegennet moet volgens de SGP letterlijk weer in beweging komen. Grote knelpunten zoals de A27 bij Houten, de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem en het knooppunt Hoevelaken moeten uit de ijskast gehaald worden. Voor de N-wegen wil de partij extra geld vrijmaken om gevaarlijke kruispunten en weggedeelten veiliger te maken. De N50 bij Kampen wordt in het programma specifiek genoemd als voorbeeld waar de veiligheidsaanpak prioriteit heeft. “We staan voor bescherming van het leven, ook in het verkeer,” stelt de partij onomwonden.

gedrag en handhaving

De partij benadrukt dat verkeersveiligheid niet alleen een kwestie is van asfalt en borden, maar ook van gedrag en handhaving. Gemeentelijke boa’s moeten meer bevoegdheden krijgen voor verkeerscontrole, en er komt een harde aanpak van drank- en drugsrijders. De SGP wil dat het alcoholslotprogramma opnieuw wordt ingevoerd en dat gevaarlijke, illegaal opgevoerde e-bikes — waaronder fatbikes — actief worden gecontroleerd. Ook moet de verkeershandhaving een vaste plek krijgen in de Nationale Veiligheidsagenda.

Naast de wegen investeert de SGP in spoor en openbaar vervoer. De partij spreekt haar zorg uit over de “verschraling van het busvervoer op het platteland” en wil dat het Rijk extra middelen vrijmaakt om dit tij te keren. Daarbij hoort volgens de partij een btw-vrijstelling voor alle ov-tickets en gratis openbaar vervoer voor kinderen tot en met elf jaar. Nieuwe stations in onder meer Dordrecht Leerpark, Barneveld-Noord en Staphorst moeten de bereikbaarheid van de regio verbeteren. Grote projecten zoals de Nedersaksenlijn en de Lelylijn krijgen nadrukkelijk steun, al pleit de SGP voor een nuchtere afweging van kosten en baten: “Opwaardering van bestaand spoor kan vaak goedkoper en effectiever zijn.”

Foto: © Pitane Blue – SGP – Chris Stoffer

De toon van het mobiliteitsprogramma is kenmerkend voor de SGP: behoudend, realistisch en doordrenkt van het rentmeesterschap dat de partij als christelijke plicht ziet. In een land dat piept en kraakt onder druk van stikstof, files en verouderde infrastructuur, zet de partij in op veiligheid, betrouwbaarheid en bereikbaarheid voor iedereen.

De partij kiest daarnaast voor duurzaam, maar “realistisch” vervoer. Elektrisch rijden blijft gestimuleerd, maar de SGP waarschuwt voor grillig beleid. Er moet een langetermijnstrategie komen voor emissieloos rijden, zonder jojo-effecten van subsidies en accijnzen. Zakelijke leaserijders moeten verplicht kiezen voor een emissievrije of zuinige hybride auto, zodat er ook voldoende elektrische voertuigen op de tweedehandsmarkt beschikbaar komen. Fossielvrije synthetische brandstoffen worden fiscaal aantrekkelijker gemaakt met een verlaagd accijnstarief. Een rekeningrijden-systeem wijst de partij voorlopig af: mobiliteit moet betaalbaar blijven, vooral voor forenzen en inwoners van het buitengebied.

binnenvaart

Ook de binnenvaart krijgt bijzondere aandacht. De SGP noemt de sector “een onmisbare schakel in onze logistieke keten” en wil dat het Rijk investeert in onderhoud van vaarwegen, sluizen en bruggen. De Volkeraksluizen en de geplande servicehaven bij Urk worden met name genoemd als cruciale schakels voor de economie. Kleine binnenvaartschepen, die nog in de ‘haarvaten van het vaarwegennet’ kunnen varen, moeten beschermd worden tegen te strenge Europese regels.

Op luchtvaartgebied kiest de SGP voor een strengere koers. Schiphol zit “vol” en moet vooral stiller en schoner worden. Nachtvluchten moeten worden beperkt, privéjets verplaatst naar Lelystad Airport, en vluchten die economisch weinig waarde hebben mogen worden teruggeschroefd. Een toekomstvisie waarin start- en landingsbanen naar zee worden verplaatst, wil de partij serieus onderzoeken, mits dit samengaat met duurzame energieopwekking. Zondagsrust blijft een belangrijk uitgangspunt: niet-noodzakelijke vluchten op zondag worden wat de SGP betreft verboden.

Tot slot benadrukt de partij het belang van waterveiligheid en klimaatbestendigheid. Dijkversterking moet sneller en goedkoper, met minder geld voor procedures en meer voor daadwerkelijke uitvoering. De waterschappen blijven volgens de SGP een “onmisbare schakel in onze bescherming tegen het water”.

lijsttrekker

Geboren te Elspeet in 1974 is de lijsttrekker Chris Stoffer, nu woonachtig in Elspeet. Getrouwd en vader van 3 dochters. Sinds 2018 is hij lid van de Tweede Kamer, sinds 2023 als fractievoorzitter.

Nederland terug naar Gods Woord!

“Als fractievoorzitter heb je verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk te realiseren vanuit het programma van de SGP. Als ik er specifiek iets uit haal, dan vind ik het borgen van het christelijk onderwijs heel belangrijk. Dat ook in de toekomst kinderen goed onderwijs krijgen en op school vanuit de Bijbel worden onderwezen. “

FVD wil snelweg weer vrijgeven: accijnzen, bpm en milieuzones verdwijnen

Het verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie (FVD) schetst een uitgesproken visie op mobiliteit, verkeer en infrastructuur.

Waar andere partijen vaak de nadruk leggen op verduurzaming en beperking van de automobiliteit, kiest FVD juist voor verruiming, betaalbaarheid en technologische innovatie. Het programma wil het reizen met auto, trein, bus, vliegtuig én toekomstige systemen als hyperloops niet alleen goedkoper maken, maar ook uitbreiden en vrijer organiseren.

De auto staat centraal in de mobiliteitsvisie van FVD. Volgens de partij zijn hoge belastingen, accijnzen en milieuregels een sta-in-de-weg voor vrijheid en economische bloei. Daarom wordt voorgesteld om accijnzen op brandstof fors te verlagen, de BPM volledig af te schaffen en de bijtelling terug te dringen. Autobezitters zouden voortaan nog maar één keer wegenbelasting betalen, ongeacht het aantal voertuigen dat zij bezitten. Daarnaast komt er korting voor starters en 65-plussers, terwijl het kwarttarief voor campers en paardenwagens behouden blijft.

verkeershandhaving

Ook verkeershandhaving wordt hervormd. Trajectcontroles verdwijnen en flitspalen moeten verplicht worden voorafgegaan door duidelijke waarschuwingsborden. Boetes mogen bovendien nooit hoger zijn dan het Europese gemiddelde. Daarmee wil de partij afrekenen met wat zij noemt “een angstcultuur op de weg”. De maximumsnelheid moet standaard terug naar 130 km/u en waar veilig mogelijk zelfs hoger, naar Duits voorbeeld. Milieuzones worden afgeschaft en een kilometerheffing komt er niet.

Naast de focus op de auto besteedt FVD ook aandacht aan openbaar vervoer. Het huidige netwerk wordt omschreven als “uitstekend”, maar de partij hekelt de overvolle treinen in de spits en het verdwijnen van bushaltes in de regio. De oplossing ligt volgens FVD in structureel meer en langere treinen, strengere handhaving in stiltecoupés en een hardere aanpak van zwartrijders. Bushaltes moeten behouden en teruggebracht worden om ook afgelegen dorpen bereikbaar te houden. Bovendien pleit de partij voor betere nachtverbindingen tussen de grote steden.

vliegtaks afschaffen

De luchtvaart krijgt eveneens ruime aandacht. Schiphol moet versterkt worden als internationale hub, maar de partij wil ook fors investeren in een nieuwe luchthaven in de Noordzee. Tot die tijd moeten regionale luchthavens als Eindhoven, Rotterdam, Maastricht en Eelde verder worden benut en Lelystad eindelijk worden geopend. Vliegen moet betaalbaar blijven, dus FVD wil de vliegtaks afschaffen, belastingvrij vliegen binnen het Koninkrijk garanderen en korte vluchten binnen Europa niet beperken. Ook rookruimtes op luchthavens keren terug.

Foto: Thierry Baudet – Forum voor Democratie

Samen met Thierry Baudet schreef FVD lijsttrekker Lidewij de Vos het boek Niemand in de Cockpit (2023), waarin op natuurwetenschappelijke gronden wordt afgerekend met het stikstofbeleid. In 2025 verving zij Baudet tijdens zijn vaderschapsverlof.

Innovatie vormt een ander speerpunt. FVD wil investeren in hyperloop-technologie, een futuristisch transportsysteem waarmee steden in recordtempo met elkaar verbonden kunnen worden. Daarnaast benadrukt het programma het belang van digitale infrastructuur: supersnel glasvezel-internet in heel Nederland moet bijdragen aan een “virtuele snelweg” die economische groei stimuleert.

schijnconstructies

De transportsector krijgt extra aandacht vanwege de concurrentiedruk van buitenlandse chauffeurs. Volgens de partij worden Nederlandse chauffeurs verdrongen door goedkope krachten uit andere landen die vaak onderbetaald en slecht opgeleid de weg op gaan. FVD wil een einde maken aan uitbuiting via schijnconstructies, verplichte bijscholing strenger handhaven en minimale kennis van de Nederlandse of Engelse taal eisen.

Samengevat zet FVD in op een mobiliteitsbeleid dat haaks staat op de huidige koers in Den Haag en Brussel. Geen focus op CO2-reductie of strengere milieunormen, maar juist meer vrijheid voor automobilisten, fors lagere lasten, uitbreiding van vliegcapaciteit en grote investeringen in infrastructuur en innovatieve vervoersvormen. Mobiliteit wordt door de partij neergezet als een essentieel symbool van vrijheid en economische slagkracht.

lijsttrekker

Lidewij de Vos (1997) studeerde scheikunde, neurowetenschappen en viool. Zij is al sinds het allereerste begin betrokken bij Forum voor Democratie en werkte vanaf 2021 voor de FVD-fractie in de Tweede Kamer. Samen met Thierry Baudet schreef zij het boek Niemand in de Cockpit (2023), waarin op natuurwetenschappelijke gronden wordt afgerekend met het stikstofbeleid. In 2025 verving zij Baudet tijdens zijn vaderschapsverlof: als Kamerlid zette zij zich in voor afschaffing van de klimaat- en stikstofregels en voor een terugkeer van rationaliteit in de politiek.

Miljarden in spoorlijnen: BBB verklaart auto heilig en schrapt zero emissiezones

Het verkiezingsprogramma van BBB voor de periode 2025 tot 2029 schetst een duidelijke koers op het gebied van mobiliteit.

De partij presenteert een breed pakket aan maatregelen waarin bereikbaarheid, vrijheid en economische kansen centraal staan. Daarbij neemt BBB afstand van wat zij noemt “klimaatgekte” en kiest ze voor praktische oplossingen die uitvoerbaar en betaalbaar zijn.

De auto staat in de visie van BBB onverminderd op nummer één. Vooral in de regio en op het platteland ziet de partij de auto als hét essentiële vervoermiddel. Zero-emissiezones, die in steeds meer binnensteden worden ingevoerd, moeten volgens BBB dan ook van tafel. De partij wil een landelijk verbod op deze zones, omdat ze kleine ondernemers, markthandelaren en transportbedrijven onevenredig hard raken. Tankstations langs snelwegen moeten het complete pakket aan voorzieningen blijven aanbieden, van klassiek tanken en elektrisch laden tot winkels onder één dak. De auto is volgens BBB niet alleen een kwestie van mobiliteit, maar ook van persoonlijke vrijheid.

truckparkings

Naast de auto besteedt BBB uitgebreid aandacht aan weg- en watertransport. Voor vrachtwagenchauffeurs pleit de partij voor de aanleg van meer veilige truckparkings met goede sanitaire voorzieningen. Binnenvaart moet volgens BBB een steviger rol spelen om de druk op het wegennet te verlichten. Bruggen, sluizen en tunnels dienen betrouwbaar en goed onderhouden te zijn, waarbij de binnenvaart altijd voorrang krijgt op de pleziervaart. Voor de Waddeneilanden eist de partij 24 uur per dag bereikbaarheid, inclusief nachtelijke watertaxi’s.

Het spoor krijgt eveneens een prominente plek in de plannen. Grote infrastructurele projecten zoals de Lelylijn, de Nedersaksenlijn, de Oude Lijn bij Leiden, de verlenging van de Noord/Zuidlijn en de IJmeerverbinding vanuit Almere moeten versneld worden gerealiseerd. BBB ziet deze projecten niet alleen als vervoersoplossingen, maar ook als drijvers van woningbouw, economische ontwikkeling en militaire weerbaarheid. In dunbevolkte regio’s kiest de partij voor kleinschalige alternatieven zoals buurtbussen, deelvervoer en OV-op-afroep. Daarbij is ook de sociale veiligheid in het openbaar vervoer een punt van zorg. Boa’s moeten meer bevoegdheden krijgen om incidenten aan te pakken.

Foto: BBB – Caroline van der Plas

Wat de luchtvaart betreft, erkent BBB de strategische waarde van vliegvelden. Schiphol blijft volgens de partij een onmisbare internationale hub en banenmotor. Wel moet er worden geïnvesteerd in schonere vliegtuigen en vlootvernieuwing bij KLM. Lelystad Airport krijgt vooralsnog een militaire bestemming, en pas wanneer PAS-melders volledig zijn gelegaliseerd en er geen hinderlijke laagvliegroutes zijn, kan worden gesproken over commerciële vluchten. Groningen Airport Eelde wordt ontwikkeld tot een regionaal knooppunt voor het noorden, Eindhoven Airport blijft die rol voor het zuiden vervullen en Den Helder kan mogelijk een luchthaven van nationaal belang worden vanwege de rol in offshore-energie en de kustwacht.

klimaatbeleid

Hoewel BBB fel ageert tegen wat zij beschouwt als doorgeschoten klimaatbeleid, kiest de partij wel voor verduurzaming via innovatie. Schonere brandstoffen zoals biodiesel, synthetische brandstoffen en waterstof krijgen meer ruimte, zonder dat autogebruik wordt ontmoedigd. Ondergrondse infrastructuur voor buisleidingen moet strategisch worden uitgebreid om transport van waterstof, ammoniak en CO₂ mogelijk te maken. Innovatieve oplossingen zoals slimme verkeerslichten en digitale mobiliteitsdiensten worden ondersteund, zolang ze bijdragen aan bereikbaarheid en veiligheid.

Opvallend is dat BBB mobiliteit nadrukkelijk koppelt aan woningbouw. Nieuwe woonwijken moeten vanaf de tekentafel goed ontsloten worden, zodat bewoners niet later geconfronteerd worden met bereikbaarheidsproblemen. Mobiliteit wordt daarmee een integraal onderdeel van ruimtelijke ordening.

De rode draad in het programma is dat BBB mobiliteit niet ziet als een ideologische strijd, maar als een basisbehoefte. De partij zet zwaar in op het herstellen van vertrouwen in infrastructuur en op het versterken van bereikbaarheid buiten de Randstad. Waar andere partijen mobiliteit vaak inbedden in ambitieuze klimaatdoelen, legt BBB de nadruk op uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en het behoud van vrijheid voor burgers en ondernemers.

Analyse NSC: duidelijke grenzen voor de luchtvaart en investeren in spoor en HSL

In het concept-verkiezingsprogramma voor 2025 zet Nieuw Sociaal Contract (NSC) stevig in op mobiliteit als sleutel tot zowel economische ontwikkeling als sociale samenhang.

Waar veel partijen de nadruk leggen op verduurzaming, legt NSC opvallend veel gewicht op betaalbaarheid en regionale bereikbaarheid. Het programma belooft extra investeringen in wegen, spoor en fietsvoorzieningen, maar trekt tegelijk duidelijke grenzen bij de groei van de luchtvaart.

NSC ziet de fiets nadrukkelijk als serieuze concurrent van auto en openbaar vervoer. Nieuwe, brede fietsroutes moeten de steden onderling beter verbinden en de vaak gevaarlijke schoolroutes langs 50- en 80 km-wegen worden veiliger gemaakt. Ook komt er uitbreiding van fietsenstallingen en meer OV-fietsen bij stations. Daarmee kiest de partij voor relatief goedkope ingrepen die tegelijk bijdragen aan gezondheid en duurzaamheid. Een opvallende passage betreft de fatbike. Het populaire vervoermiddel krijgt een eigen voertuigcategorie, met helmplicht en een minimumleeftijd van 14 jaar. Daarnaast komt er een keurmerk voor nieuwe e-bikes om wildgroei aan onveilige voertuigen te voorkomen.

NSC wil dat trein- en bustickets niet harder stijgen dan de inflatie en pleit voor behoud van de NS-jongerendagkaart. Tegelijk wordt fors ingezet op hoogfrequent treinverkeer met snelheden tot 200 km/u. Om het ov aantrekkelijker te maken voor forenzen en studenten wordt gekeken naar een landelijk dalurenabonnement, naar Duits voorbeeld. Het spoor krijgt extra aandacht buiten de Randstad. De aanleg van de Nedersaksenlijn moet de bereikbaarheid van Noord- en Oost-Nederland versterken en de regionale economie een impuls geven. Tegelijkertijd blijft het hoofdrailnet voorlopig in handen van de NS, al wordt in 2029 bekeken of er ruimte is voor andere aanbieders.

auto blijft noodzakelijk

Hoewel fietsen en trein belangrijker worden, benadrukt NSC dat de auto betaalbaar moet blijven, vooral op het platteland waar alternatieven vaak ontbreken. Investeringen in nieuwe wegen gaan hand in hand met prioriteit voor onderhoud en verkeersveiligheid. Projecten als de N50, N35 en A1/A28 (Hoevelaken) krijgen voorrang, terwijl de verbreding van de A27 bij Amelisweerd opnieuw tegen het licht wordt gehouden. Ook pleit NSC voor flexibele werktijden in samenwerking met onderwijs en werkgevers om spitsdruk te verlagen.

Foto: © Pitane Blue – KLM Schiphol

De mobiliteitsagenda van NSC valt op door haar pragmatische toon. Het programma kiest niet voor een radicale koerswijziging, maar zoekt naar balans tussen bereikbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid. Waar de fiets en het spoor nadrukkelijk worden gepromoot, blijft de auto in de regio onaantastbaar. De luchtvaart daarentegen krijgt duidelijke beperkingen opgelegd: minder groei, minder overlast en meer nadruk op alternatieven.

Het programma neemt een scherpe positie in ten opzichte van de luchtvaart. Schiphol moet de geluidshinder met 20% terugbrengen en krijgt mogelijk een nachtsluiting. De opening van Lelystad Airport voor commerciële vluchten gaat definitief niet door: de maatschappelijke kosten wegen volgens NSC niet op tegen de baten. Daarnaast wil de partij korte vluchten tot 750 kilometer zoveel mogelijk vervangen door treinverbindingen. In internationaal verband pleit NSC voor btw op vliegtickets, accijns op kerosine en een afstandsafhankelijke vliegbelasting. Innovaties zoals elektrisch vliegen en waterstof worden aangemoedigd, maar de nadruk ligt duidelijk op beperking van de groei.

goederenvervoer

Ook het goederenvervoer krijgt aandacht. NSC zet in op een verschuiving naar binnenvaart, short sea en spoor. Vaarwegen, bruggen en sluizen moeten beter worden onderhouden en binnenhavens versterkt. De haven van Den Helder wordt aangewezen als haven van nationaal belang, niet alleen voor de scheepvaart maar ook als logistiek centrum voor offshore wind en defensie. Daarnaast wordt gekeken naar buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen zoals ammoniak, een alternatief dat door de energietransitie steeds relevanter wordt.

De vraag is echter of dit compromismodel in de praktijk haalbaar is. Investeringen in spoor en ov vergen miljarden en jarenlange uitvoering, terwijl het beperken van de luchtvaart direct weerstand kan oproepen van zowel de sector als de regio’s die economisch afhankelijk zijn van Schiphol. Toch is het duidelijk: voor NSC is mobiliteit niet alleen een technische, maar ook een sociale kwestie. Bereikbaarheid moet burgers met elkaar verbinden, niet uit elkaar drijven.

Meer asfalt: PVV ziet geen rem op luchtvaart en wijst klimaatdruk van de hand

Het verkiezingsprogramma van de PVV voor de periode 2025-2029 bevat een uitgebreid hoofdstuk over mobiliteit en waterstaat.

De partij legt daarin sterk de nadruk op vrijheid voor automobilisten en ondernemers, en positioneert zich tegen maatregelen die voortkomen uit klimaat- en milieubeleid. Het programma ademt een duidelijke voorkeur voor meer asfalt, hogere snelheden en behoud van traditionele vervoersvormen, in combinatie met kritiek op de huidige staat van het openbaar vervoer.

140 kilometer

De auto wordt door de partij omschreven als “een vorm van vrijheid en welvaart” en volgens de PVV is de tijd van stilstand voorbij. Daarom wil men de maximumsnelheid op snelwegen verhogen naar 140 kilometer per uur, de hele dag door, mits dat veilig kan. Ook komt er geen rekeningrijden en wordt er nooit een verbod ingesteld op de verkoop van brandstofauto’s. Elektrisch rijden mag wel, maar zal nooit verplicht worden. Om de automobilist tegemoet te komen wil de partij bovendien in 2026 een forse verhoging van de brandstofaccijns voorkomen.

Opvallend is de kritiek op de provinciale opcenten in de motorrijtuigenbelasting. Dat geld belandt nu in de algemene kas, maar volgens de PVV moet dit een doelheffing worden. De opbrengsten zouden uitsluitend gebruikt moeten worden voor zaken die de automobilist direct raken, zoals extra asfalt, wegverbredingen en verkeersveiligheid.

zero-emissiezones

Een ander belangrijk punt is het afschaffen van alle zero-emissiezones. De partij stelt dat ondernemers met een brandstofbusje door die zones letterlijk uit hun eigen stad worden geweerd, terwijl de overstap naar een elektrische wagen voor velen onbetaalbaar is. Parkeerplaatsen mogen bovendien niet langer exclusief worden toegewezen aan elektrische auto’s; iedereen moet overal kunnen parkeren.

Op het gebied van fietsen richt de partij zich specifiek op de overlast van fatbikes. Er komt een aparte juridische voertuigcategorie met een minimumleeftijd van 16 jaar en een helmplicht. Voor andere elektrische fietsen worden geen maatregelen genomen.

Foto: © Pitane Blue – Tweede Kamer – Geert Wilders

Samenvattend zet de PVV in op maximale vrijheid voor automobilisten, ondernemers en reizigers, en keert zij zich tegen klimaatgedreven beperkingen. Hogere snelheden, lagere belastingen, afschaffing van emissiezones en forse investeringen in traditioneel vervoer vormen de kern. Tegelijkertijd wil de partij de betrouwbaarheid van het ov verbeteren, maar zonder verdere prijsstijgingen voor reizigers. Schiphol en Lelystad mogen groeien, en ook de scheepvaart wordt ontzien van extra verplichtingen.

Het spoor en openbaar vervoer krijgen eveneens aandacht. De PVV stelt dat de Nederlandse Spoorwegen structureel falen: bij bladeren op het spoor, sneeuw of hitte vallen treinen al snel uit. Ook bij normaal weer zijn er storingen en defecten, terwijl de kaartjes steeds duurder worden. De NS moet terug naar haar kerntaak: genoeg treinen, voldoende zitplaatsen en stipte dienstregelingen. Er mogen bovendien geen verdere prijsverhogingen komen.

spoorwegpolitie

Om de veiligheid in het ov te verbeteren wil de partij bodycams invoeren voor al het NS-personeel, een terugkeer van de Spoorwegpolitie en reisverboden voor “ov-tuig”. Het streekvervoer moet behouden blijven; verdere verschraling van het platteland is volgens de PVV onacceptabel.

Ook de luchtvaart komt uitgebreid aan bod. Schiphol, dat van groot belang wordt genoemd voor de economie en internationale handelspositie, mag groeien. Lelystad Airport moet zo snel mogelijk worden geopend, omdat het vliegveld volgens de partij volledig klaarstaat. De vliegtaks wordt niet verder verhoogd.

scheepvaart

Voor de scheepvaart en havens trekt de partij eveneens een duidelijke lijn. Er mag geen sprake zijn van gedwongen elektrificatie. Havens en andere vitale infrastructuur dienen altijd met een meerderheidsaandeel in Nederlandse, publieke handen te blijven.

Einde aan groei vliegverkeer: Christenunie wil nachtrust rond Schiphol

Het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie voor 2025 bevat een uitgebreide visie op mobiliteit.

De partij schetst een beeld waarin duurzaamheid, bereikbaarheid en veiligheid centraal staan, en waarin investeringen in infrastructuur niet langer uitgesteld mogen worden. Het document legt nadruk op openbaar vervoer, schoner wegverkeer en meer ruimte voor fietsers en wandelaars.

De ChristenUnie stelt dat Nederland dreigt vast te lopen. Bussen verdwijnen, treinen zitten overvol en de snelwegen slibben dicht. Daarom wil de partij fors investeren in het versterken van het openbaar vervoer. Zo wordt de aangekondigde bezuiniging op het OV teruggedraaid en komt er jaarlijks 300 miljoen euro beschikbaar om buslijnen in stand te houden en kaartjes goedkoper te maken. Daarbij wordt gewerkt aan een landelijk netwerk van snelle busverbindingen tussen middelgrote steden.

Nedersaksenlijn

De trein krijgt eveneens prioriteit. Voor de aanleg van de Lelylijn wordt 13 miljard euro uitgetrokken en ook de Nedersaksenlijn gaat door. Jaarlijks komt er 120 miljoen beschikbaar om treinkaartjes goedkoper te maken en de jongerendagkaart terug te brengen. Om de capaciteit van het spoor uit te breiden, wordt geïnvesteerd in spoorverdubbelingen, langere perrons en extra keersporen. Daarnaast reserveert de partij 500 miljoen euro per jaar voor meer internationale (slaap)treinen.

Ook de binnenvaart en het vervoer over water krijgen een impuls. De ChristenUnie wil een landelijk netwerk van overslaglocaties, meer walstroomvoorzieningen en snellere verduurzaming van schepen door innovatieve batterijcontainers. Achterstallig onderhoud aan bruggen en sluizen wordt weggewerkt.

De luchtvaart daarentegen moet krimpen. Schiphol krijgt een normenkader voor CO₂, NOx en zeer zorgwekkende stoffen. Bovendien moet de luchthaven ’s nachts sluiten. Lelystad Airport gaat definitief niet open voor commerciële vluchten en investeerders worden gecompenseerd. Op Europees niveau zet de partij in op een kerosineaccijns, afschaffing van de btw-vrijstelling voor vliegtickets en een CO₂-prijs voor de luchtvaart. De vliegbelasting wordt verhoogd, met een extra opslag voor korte vluchten tot 1250 kilometer, om reizen per trein aantrekkelijker te maken.

fietsinfrastructuur

De partij ziet daarnaast een sleutelrol weggelegd voor fiets en voetganger. Jaarlijks wordt 200 miljoen euro geïnvesteerd in verkeersveiligheid en fietsinfrastructuur. Er komen meer fietsenstallingen bij OV-knooppunten en op ieder station moeten deelfietsen beschikbaar zijn. Binnensteden worden verder autoluw gemaakt en er komt een fijnmazig netwerk van wandel- en fietspaden.

Mirjam Bikker 2023 – Foto: Nienke van Denderen

Samengevat presenteert de ChristenUnie een visie waarin mobiliteit bereikbaar, betaalbaar en schoon moet worden. Het programma combineert forse investeringen in trein, bus en fiets met duidelijke beperkingen voor de luchtvaart en een slimme beprijzing van autogebruik.

De verkeersveiligheid krijgt bijzondere aandacht. Vooral kinderen, ouderen en fietsers moeten beter beschermd worden. Daarom worden verkeersboetes voor ernstige overtredingen binnen de bebouwde kom aangescherpt. Tegelijkertijd worden grote knelpunten in het wegennet aangepakt, waaronder de A15 en knooppunt Hoevelaken. Voor zeventien projecten die eerder waren stilgelegd, komt 5 miljard euro vrij. De A27 bij Amelisweerd wordt volgens het regionale alternatief uitgevoerd, waardoor er ruimte ontstaat voor investeringen in spoor en openbaar vervoer.

Tot slot zet de ChristenUnie in op een schoner wagenpark. Elektrische auto’s krijgen een aangepaste motorrijtuigenbelasting en er komt een kilometerheffing, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken. Zo wordt rijden in de Randstad tijdens spitsuren duurder dan op het platteland. Voor vrachtvervoer wordt groene waterstof gestimuleerd, ook voor zwaar wegtransport. Daarmee moet wegverkeer bijdragen aan het behalen van nationale stikstofdoelen.

Korte vluchten taboe: Volt ramt door met rails en rekeningrijden

Waar andere partijen zich ingraven in vertraagde asfaltplannen, trekt Volt de mobiliteitskaart Europees en elektrisch.

Het conceptverkiezingsprogramma zet van begin tot eind in op de trein boven het vliegtuig, nul-emissie op de weg en een financiering die vervuiling afrekent in plaats van bezit beloont. Wie wil weten waar de partij heen wil met rails, rijbanen en runways, krijgt een verbouwing van het hele systeem voorgeschoteld, met harde jaartallen, technische ingrepen en Europese coördinatie als sleutelwoorden.

De basis van het verhaal staat in hoofdstuk 1.5, “Infrastructuur en vervoer”. Daar sleutelt Volt tegelijk aan het Europese en het Nederlandse spoor. Internationale treinen krijgen prioriteit, met directe verbindingen tussen grote steden, hogere frequenties in de grensregio en de verplichting dat internationale tickets twaalf maanden vooraf boekbaar zijn. Dat laatste moet het jaarlijkse prijs- en boekingslot gedoe doorbreken, zeker voor vakantieritten die ver vooruit gepland worden. 

boekingssysteem

Tegelijk komt er een Europese organisatie die het spoor coördineert en knelpunten op de kaart zet. Volt wil bovendien één digitaal boekingssysteem waarbij je met één ticket over verschillende landen en vervoerders doorreist, met gelijke passagiersrechten onderweg. Het is een frontale aanval op de versnippering waar de Europese treinreiziger nu dagelijks tegenaan loopt.

Binnenlands draait het programma de technische knoppen open. Het beveiligingssysteem ERTMS moet “zo spoedig mogelijk” landelijk worden ingevoerd om sneller en dichter op elkaar te kunnen rijden; de spanning van de bovenleiding gaat van 1,5 kV gelijkstroom naar 25 kV wisselstroom, de Europese norm die efficiënter is en hogere snelheden toelaat. Dieseltreinen verdwijnen van het net; noordelijke nevenlijnen worden geëlektrificeerd. 

Ook de flessenhalzen aan de grond worden aangepakt: overwegen gaan waar mogelijk ondergronds of viaduct op, stillere sporen met rubberblokken en geluidsschermen moeten de hinder drukken. Op de horizon staan twee politieke zwaargewichten: de nieuwe verbinding Amsterdam–Groningen–Bremen als TEN-T-project dat de felbesproken Lelylijn en Wunderline vervangt, en de Nedersaksenlijn als impuls voor Oost-Groningen en Drenthe. Goederenvervoer krijgt tempo met 120-km/u-wagons, een digitale automatische koppeling en extra spoorcapaciteit richting Noord-Duitsland.

doorfietsroutes

Mobiliteit “voor iedereen” is geen leus maar een uitvoeringsparagraaf. Volt wil bereikbaar OV tot in de haarvaten, met op-afroep-bussen en shuttles naar mobiliteitshubs waar de gewone lijndiensten dun zijn. Deelvervoer moet onderdeel worden van regionale concessies, zodat deelfietsen en -auto’s de laatste kilometers na trein of bus daadwerkelijk dekken. In het tariefstelsel sneuvelt het dubbele instaptarief bij een overstap van trein naar ander OV en worden daluren goedkoper gemaakt om de spits te ontlasten. Op snelwegen verschijnen, waar de trein geen alternatief is, doorrijdbusstroken die de hele dag snelle verbindingen tussen steden mogelijk maken; op de A50 Eindhoven–Nijmegen wordt dat expliciet genoemd als voorbeeld.

Op straat wint de voetganger en de fietser terrein. Volt investeert in doorfietsroutes en wil meer 30 km/u in de bebouwde kom voor veiligheid en schonere lucht. Op snelwegen kan de maximumsnelheid omlaag “als dit nodig is om op korte termijn de klimaatdoelen te halen”; zodra het merendeel elektrisch rijdt, kan dat worden herzien. Interessant detail is een onderzoekslijn naar het omslagpunt waarop het duurzaam is je huidige auto “op te rijden” versus eerder overstappen: geen groen dogma, maar rekenwerk op de individuele situatie.

Foto: © Pitane Blue – Volt – Marieke Koekkoek

Autobeleid krijgt een harde ronding naar emissievrij. De verkoop van verbrandingsmotoren stopt in 2030, vijf jaar eerder dan de EU-deadline; alle zakelijke leaseauto’s moeten dan uitstootvrij zijn om de tweedehandsmarkt op gang te trekken. Tot aan de invoering van betalen-naar-gebruik komt er een gewichtscorrectie in de wegenbelasting voor zwaardere EV’s; structureel wil Volt juist af van de motorrijtuigenbelasting en overstappen op een kilometerheffing die rekening houdt met voertuigtype, uitstoot, tijdstip en plek. In de aanschafbelasting (BPM) telt de CO₂-voetafdruk van de productie mee, zodat het hele levenscyclusplaatje wordt beprijsd. Dat is consistent met de fiscale hoofdstukken, waar MRB eruit gaat en de kilometerheffing het fundament wordt.

vliegbelasting

De luchtvaart wordt terug in het gareel geduwd. Schiphol moet omlaag naar maximaal 400.000 vluchten per jaar, Lelystad blijft dicht en privévluchten op Schiphol gaan op zwart. Fossiele korteafstandsvluchten tot 650 kilometer worden verboden, met de opdracht aan Nederland, België, Frankrijk en Duitsland om alternatieven via spoor te versnellen. De vliegbelasting gaat omhoog en wordt gedifferentieerd naar klasse; overstappers gaan ook betalen. Aan de brandstofkant wil Volt dat kerosine wordt belast en dat bijmengverplichtingen voor duurzame brandstoffen, inclusief e-fuels, echt gaan bijten; elektrische luchtvaart krijgt onderzoeksgeld en serieuze testtrajecten. Het prijsverschil trein–vliegtuig moet verdwijnen door “oneerlijke” subsidies recht te trekken.

Op het water komt er een heffing op NOx en CO₂ voor de binnenvaart, de tonnagewinstregeling en afdrachtvermindering voor de zeevaart verdwijnen en de partij trapt een controversiële deur open: onderzoek naar veilige nucleaire voortstuwing voor vrachtschepen om de sector op termijn emissievrij te maken. Tegelijk wordt op korte termijn de hand aan de knoppen gezet met fiscale prikkels en Europese afspraken.

Mobiliteit wordt bij Volt nadrukkelijk ruimtelijke ordening. In de nieuwe Nota Ruimte wil de partij landelijke regie, snelle woningbouw “op doorbraaklocaties” en een mobiliteitsvisie die inzet op hoogwaardig OV, deelvervoer en een fijnmazig fiets- en wandelnetwerk. De grote steden moeten aansluiten op een Europees hogesnelheidsnet; bij nieuwbouw horen mobiliteitshubs, lagere parkeernormen en autoluwe lanen die ruimte maken voor groen. Er wordt zelfs hardop gedacht over het samenbrengen van wonen en mobiliteit in één ministerie, om de spaghetti van fondsen en bevoegdheden te ontwarren. Op de kaart staat ook de grensregio, waar ontbrekende schakels in spoor en weg met Europees geld en snellere vergunningen moeten worden gedicht.

lef

De politieke scherpte zit in de keuze voor de trein en de prijsprikkel op de weg. Het programmaboek vraagt om Europese coördinatie op spoorboekjes, beveiliging en ticketing, om nationale wetgeving voor betalen-naar-gebruik en om harde keuzes in de lucht. Daar staat een rits concrete uitvoeringspunten tegenover: ERTMS, 25 kV, elektrificatie van nevenlijnen, nieuwe grenslijnen, busstroken op snelwegen, dalurenkortingen, het schrappen van dubbele instaptarieven en een duidelijk plafond voor Schiphol. Het is een mobiliteitsdossier waarin techniek, tarief en ruimte in elkaar grijpen en waarin Volt inzet op één consistent doel: minder uitstoot per reizigers- en tonkilometer, zonder de bereikbaarheid van platteland en grensstreek te offeren. Volgens de partij kan dat alleen als Nederland het lef heeft het spel Europees te spelen en thuis de fiscale knoppen om te zetten.

CDA: spitsrijders gaan betalen maar opbrengst vloeit terug naar infrastructuur

Het CDA presenteert in zijn verkiezingsprogramma “Bouwen op vertrouwen – Onze keuzes voor een fatsoenlijk land” een breed pakket aan maatregelen rondom mobiliteit. Het programma laat zien dat de partij mobiliteit niet alleen beschouwt als een praktische noodzaak, maar als een fundament voor leefbaarheid, sociale samenhang en economische ontwikkeling.

Het uitgangspunt is dat mobiliteit dienstbaar moet zijn aan gezinnen, senioren, scholieren en werkenden, zodat iedereen veilig en tijdig zijn bestemming kan bereiken. Het CDA kiest nadrukkelijk voor integrale sturing en investeringen in bereikbaarheid, waarbij niet meer uitsluitend wordt gedacht in afzonderlijke modaliteiten, maar in een totaalplaatje waarin auto, fiets, openbaar vervoer en logistiek elkaar aanvullen.

regionale verbindingen

Het CDA benadrukt dat betaalbaar en toegankelijk openbaar vervoer de basis moet zijn. Bus- en treinreizen mogen niet duurder zijn dan noodzakelijk en het systeem moet voor mensen werken, zeker voor senioren, jongeren en inwoners die minder digitaal vaardig zijn. Ook moet het openbaar vervoer voorzieningen als ziekenhuizen, scholen en verenigingen blijven ontsluiten.

Daarnaast wordt sterk ingezet op verbeterde verbindingen tussen de Randstad en de regio, zoals de Lelylijn, de Noord-Zuidlijn en internationale treinverbindingen. Deze projecten zijn essentieel om woningbouw, economische groei en grensoverschrijdende samenwerking met buurlanden mogelijk te maken.

fiets en voetgangers

Het CDA wil een voortzetting van een landelijk fietsplan, waaronder doorfietsroutes en fietssnelwegen, zodat scholieren, forenzen en recreanten veilig en snel hun bestemming kunnen bereiken. Het fietsbeleid moet bovendien een vast onderdeel worden van de jaarlijkse MIRT-besprekingen (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). Ook krijgt wandelen een plek in beleid, onder meer via de verbreding van de City Deal ‘Ruimte voor lopen’, die gemeenten en maatschappelijke organisaties verbindt.

Het CDA erkent dat in veel regio’s de auto onmisbaar blijft. Investeringen in weginfrastructuur worden daarom gezien als een noodzaak, niet als luxe. Daarbij kiest het CDA voor innovatieve oplossingen zoals slimme verkeerslichten, spitsmijdprogramma’s en beter incidentmanagement om files terug te dringen.

Opvallend is het plan voor een tijd- en plaatsgebonden congestieheffing, waarbij automobilisten tijdens de spits in drukke gebieden extra betalen. De opbrengst hiervan wordt weer geïnvesteerd in infrastructuur. Verder wordt de motorrijtuigenbelasting (MRB) hervormd, zodat deze beter aansluit bij de overgang naar elektrische auto’s door te heffen op voertuigoppervlak in plaats van gewicht. Ook verkeersveiligheid krijgt nadruk. Het CDA pleit voor een herinvoering van het alcoholslot, verlichting op alle 60- en 80-kilometerwegen, meer flitspalen op risicolocaties en een zero-tolerancebeleid voor drugs in het verkeer.

logistiek

Goederenvervoer is volgens het CDA essentieel voor de economie. Het programma kiest voor een multimodale aanpak, waarbij vervoer over water en spoor prioriteit krijgt boven de weg. Zo wordt bijgedragen aan duurzaamheid en het verdienvermogen van Nederland. Er komt bovendien een uitbreiding van de vrachtwagenheffing, zodat deze ook geldt op andere wegen dan alleen de snelwegen, om sluiproutes tegen te gaan.

Daarnaast investeert de partij in duurzame logistiek, onder andere via Europese logistieke e-corridors met waterstof- en batterijtrucks en betere laadinfrastructuur voor zware voertuigen. Binnenvaart en vervoer over water krijgen een centrale plek in verduurzamingsplannen.

mainports

De luchtvaart ziet het CDA als belangrijk voor de economie, maar deze moet tegelijk verduurzamen. Groei of krimp van de sector wordt niet als doel op zich gezien, maar als resultaat van de milieuruimte en gezondheidsruimte die beschikbaar is. Lelystad Airport blijft vooralsnog militair gebruikt, maar kan pas commercieel worden ingezet als er duidelijkheid is over schoner en stiller vliegen en de laagvliegroutes zijn opgelost.

Het CDA kiest in dit programma voor een evenwichtige mobiliteitsaanpak die zowel inzet op duurzaamheid als bereikbaarheid. De partij ziet mobiliteit niet alleen als middel om mensen van A naar B te brengen, maar als voorwaarde voor leefbare steden, sterke regio’s en een concurrerende economie. Opvallend is dat er zowel aandacht is voor innovatieve maatregelen, zoals congestieheffing en laadinfrastructuur voor zwaar vervoer, als voor klassiek beleid, zoals investeringen in wegen, bruggen en spoorverbindingen.

Principieel: JA21 wil de auto heilig verklaren en verzet zich tegen rekeningrijden

Partij JA21 zet vol in op Lelylijn en geen krimp voor Schiphol.

Het verkiezingsprogramma van JA21 voor 2025 laat er geen misverstand over bestaan: mobiliteit moet in dienst staan van de vrijheid van de burger en van de economische kracht van Nederland. In de visie van de partij is bereikbaarheid niet slechts een praktische kwestie van asfalt, spoor of luchtvaart, maar vooral een principieel thema. “De eigen auto is een uiting van de individuele vrijheid van de Nederlander om zelf te bepalen wanneer en waarheen hij wil reizen,” zo stelt het programma duidelijk.

Die uitspraak onderstreept de centrale lijn in de plannen. JA21 wil dat de auto betaalbaar en toegankelijk blijft en verzet zich fel tegen maatregelen die het gebruik ervan zouden ontmoedigen. Dat betekent concreet: geen kilometerheffing, geen spitsheffing en ook geen verbod op brandstofauto’s, zelfs niet na 2035 zoals in Brussel is afgesproken. Sterker nog, de partij wil de accijnzen op brandstof verlagen om automobilisten tegemoet te komen. Het uitgangspunt is dat de automobilist niet langer de “melkkoe van de overheid” mag zijn.

alternatieve routes

Tegelijkertijd erkent de partij de hardnekkige fileproblemen. Meer asfalt is volgens JA21 niet altijd de oplossing. Er moet wel onderzoek komen naar “positieve prikkels” die automobilisten ertoe kunnen bewegen op andere momenten of via alternatieve routes te reizen. Daarbij benadrukt de partij nogmaals dat elke vorm van rekeningrijden of spitsheffing uitgesloten is.

Naast de auto krijgt ook het openbaar vervoer een centrale plek in het verkiezingsprogramma. JA21 wil een forse investering van 0,04% van het BBP om verschraling van het bestaande aanbod tegen te gaan. De partij noemt daarbij expliciet grote projecten zoals de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Deze spoorverbindingen moeten volgens JA21 tegelijkertijd worden aangelegd, ondanks dat budgetten de afgelopen jaren naar andere projecten zijn doorgesluisd. Om dat te realiseren moet worden gekeken naar een mix van financieringsbronnen: bijdragen van rijk, provincies en gemeenten, Europese fondsen en zelfs private investeringen.

renovatie

Verder benadrukt de partij de omvangrijke vervangings- en renovatieopgave van bruggen, viaducten, sluizen en tunnels die de komende twintig jaar hun levensduur bereiken. Hiervoor is volgens JA21 jaarlijks een structurele investering van 0,5% van het BBP noodzakelijk.

Foto: JA 21 – Joost Eerdmans – Annabel Nanninga

Samengevat kiest JA21 bij mobiliteit en bereikbaarheid voor een koers die de vrijheid van de burger en de kracht van de economie centraal stelt. De auto blijft heilig, het openbaar vervoer moet versterkt worden zonder nieuwe lasten voor de reiziger, de transportsector krijgt lucht door realistisch beleid zonder dwang tot elektrificatie, en de luchtvaart mag groeien mits innovatie zorgt voor schonere en stillere oplossingen.

Voor de transport- en logistieke sector kiest JA21 voor een realistische koers. De partij stelt dat fossiele brandstoffen de komende jaren “dominant” zullen blijven en dat elektrische vrachtwagens of bestelwagens nog geen haalbaar alternatief zijn. Netcongestie, hoge kosten en een gebrek aan laadfaciliteiten maken een grootschalige elektrificatie volgens JA21 onmogelijk. Daarom is de partij tegen “dwingende elektrificatie” en tegen een lappendeken van milieuzones en zero-emissiegebieden in binnensteden, die volgens hen leiden tot een “onwerkbare situatie voor ondernemers”.

geen krimp

Ook in de luchtvaart zet JA21 in op groei en innovatie in plaats van krimp. Schiphol en de regionale luchthavens, waaronder Lelystad Airport en Groningen Eelde, moeten versterkt worden. Commerciële vluchten vanaf Lelystad moeten mogelijk worden gemaakt. Beperkende maatregelen zoals de vliegbelasting wil JA21 afschaffen. De oplossing voor geluidsoverlast en milieu-impact zoekt de partij vooral in technologische verbeteringen zoals stillere vliegtuigen, efficiënter luchtruimgebruik en schonere brandstoffen. “Krimp van Schiphol en de andere luchthavens past daar niet bij,” stelt het programma onomwonden.

Opvallend is dat JA21 de luchtvaart ook expliciet koppelt aan geopolitiek en economie. Het behoud van Nederland als internationaal luchtvaartknooppunt is volgens hen essentieel. Daarvoor moet het luchtruim worden heringericht met kortere en directere vliegroutes en een flexibel gebruik voor civiele en militaire vluchten.