PITANE.BLUE

Aanzetten straatverlichting werd uitgesteld wegens COVID-19

snelweg Den Haag

Vanwege de actualiteiten rond het stikstofdossier en COVID-19, is er beperkte capaciteit in de markt om de onderzoeken uit te voeren en is het niet gelukt om dit voorjaar te starten. Minister van Nieuwenhuizen schreef aan de Kamer dat het aanzetten van de straatverlichting op de snelwegen is uitgesteld. In een brief van 16 december 2019 informeerde zij de Kamer over de voortgang van het aanzetten van de verlichting op de autosnelwegen. Zij gaf aan dat op ca. 80 kilometer autosnelweg de verlichting weer aanblijft tussen 23 en 5 uur en kondigde aanvullende veldonderzoeken aan voor de locaties waar een potentieel knelpunt niet valt uit te sluiten.

beperkte capaciteit

Het voornemen was om de veldonderzoeken in 2020 uit te voeren. De Wet Natuurbescherming kent voor de uitvoering van dit veldonderzoek strikte voorschriften: er dient onderzoek te worden gedaan naar alle diersoorten in alle verschillende vast voorgeschreven periodes, waaronder het voorjaar. Hiervan kan niet worden afgeweken, omdat anders niet de vereiste informatie beschikbaar is voor besluitvorming. Daarom werd ervoor gekozen om het veldwerk in zijn geheel door te schuiven naar 2021 (start april). Er is volgend jaar voldoende onderzoekscapaciteit beschikbaar, de planning is stabieler en het werk kan efficiënter als één pakket worden uitgevoerd.

regeerakkoord

Sinds het voorjaar van 2013 gaan op sommige snelwegen ‘s avonds na 21.00 uur of na 23.00 uur de lampen uit. De wegen waar dat gebeurt zijn bij elkaar zo’n 550 kilometer lang. In het regeerakkoord werd al afgesproken dat de maatregel zou worden teruggedraaid op plaatsen waar de verkeersveiligheid erbij gebaat is dat de verlichting de hele nacht blijft branden. Nieuw onderzoek wees uit dat verlichting in het algemeen zowel de verkeersveiligheid als de beleving daarvan verbetert. Voor van Nieuwenhuizen was dat reden genoeg de lampen weer aan te laten. 

“Daarbij dien ik wel rekening te houden met de Wet natuurbescherming”, aldus de minister. Die wet verbiedt activiteiten die leiden tot het opzettelijk verstoren van beschermde diersoorten. Daarom moet eerst in kaart worden gebracht welke soorten zich waar bevinden en waar sprake kan zijn van ongeoorloofde verstoring.”, aldus de Minister Cora van Nieuwenhuizen. 

Dat onderzoek zou naar verwachting ongeveer een halfjaar in beslag maar is nu aanzienlijk veel langer geworden.

Lees ook: Zes op tien snelwegongevallen bij op- of afrit

Cora van Nieuwenhuizen
Mobiele versie afsluiten