Tijdens een Kamerdebat over toerisme in ‘hartje’ crisis-coronapandemie, in oktober 2020, hebben enkele Kamerleden hun zorgen geuit over de financiële situatie van de reisbranche. Zij hebben de regering verzocht te laten onderzoeken op welke wijze de financieringsstructuur van de reissector minder kwetsbaar kan worden gemaakt. Vooruitlopend op dit nog niet in gang gezette onderzoek heeft een breed samengestelde commissie uit de reissector haar positie onder de loep genomen en toont zij aan dat de branche flexibel en veerkrachtig is, maar dat geen enkele sector voorbereid kon zijn op een volledige lockdown van, voor sommige reisbedrijven, wel 2 jaar!
"Onze reissector behoort door Covid-19 echt tot één van de zwaarst getroffen sectoren. In korte tijd werd de hele wereld 'op oranje' gezet waardoor we meer dan honderdduizend mensen moesten repatriëren, reizen annuleren en vervolgens kon er geen enkele reis meer worden uitgevoerd. We hebben voor onze sector daarom al vrij snel na het begin van de pandemie een beroep gedaan op de overheid".
De commissie.
Zo konden reisbedrijven, via een overheidsfaciliteit aan het garantiefonds SGR, vouchers mét garantie uitgeven aan klanten van wie de reis geen doorgang kon vinden. En met het almaar voortduren van de pandemie bood een door de overheid gegarandeerde lening aan reisbedrijven via het Voucherfonds van SGR een verdere oplossing. Deze leningen moeten uiteraard door de bedrijven via SGR met rente worden terugbetaald. De hulp van de overheid is onontbeerlijk geweest; er was sprake van weinig faillissementen, maar riep desondanks de vraag op of de financiële structuur van de reisbranche minder kwetsbaar zou kunnen worden gemaakt.
Er is voor gekozen, omdat garantiefonds SGR ook risico loopt, dit garantiefonds te versterken met een consumentenbijdrage van € 5 per reiziger. Hiermee wordt niet alleen het risico voor de overheid beperkt en kan de reiziger blijven rekenen op garantie van zijn vakantie, maar verdwijnt tevens de reden voor aanpassing van de financiële structuur. Deze pakketgarantie via SGR heeft zijn kracht al decennia, ook tijdens deze pandemie, bewezen.
De commissie uit de reissector dringt wel aan op aanpassing van (Europese) wetgeving. In de huidige pakketreizenwet zijn namelijk alle mogelijke risico’s van zgn. ‘onvermijdbare en buitengewone omstandigheden’, zoals Covid, en de kosten volledig voor rekening van de reisorganisator. Denk aan het terughalen van klanten, terugbetalen van geannuleerde reizen, dagelijks aanpassen van reisadviezen en een hopeloos falen van Europese afstemming daarin.
Ook vraagt de reissector aandacht voor het instellen van een Luchtvaartgarantiefonds; een garantiefonds voor luchtvaartmaatschappijen waar de reiziger terecht kan als de airline failliet gaat. Tevens vraagt zij aandacht voor het in het leven roepen van een regeling voor onverzekerbare risico’s, zoals infectieziekten, om zo risico’s voor reisondernemers te beperken.
Na uitgebreid onderzoek door de sector kan de conclusie worden getrokken dat de Covidpandemie exceptioneel was en de gevolgen daarvan niet konden worden voorzien. Naast de reisbranche heeft ook een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven een beroep moeten doen op de overheid. Overheidshulp kan dan ook niet de reden zijn om de financiële structuur van de sector fundamenteel aan te passen, maar “wij zien het onderzoek dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat wil uitvoeren met veel belangstelling en vertrouwen tegemoet”, aldus Frank Oostdam, voorzitter ANVR.