Nederland wil haar veelgevraagde onderzeebootcapaciteit binnen de NAVO en EU behouden.
Defensie staat aan het begin van wat wellicht het grootste materieelproject van de komende jaren zal zijn. Staatssecretaris Christophe van der Maat informeerde de Tweede Kamer vandaag dat drie prominente scheepswerven hun offertes hebben ingediend voor de levering van vier nieuwe onderzeeboten. De kandidaten in kwestie zijn Naval Group, Saab Kockums en thyssenkrupp Marine Systems.
Met de deadline voor de inzending vandaag bereikt, gaat Defensie nu een cruciale fase in: de beoordeling van deze offertes en de voorbereiding op de uiteindelijke gunning. De verwachting is dat dit traject zijn conclusie zal vinden in het eerste kwartaal van 2024.
Bij het eisenpakket wil Nederland specifieke eisen aan het ontwerp stellen om binnen NAVO-verband haar onderscheidende capaciteit te blijven leveren. Volgens Van der Maat moeten de nieuwe onderzeeboten ook geschikt zijn om langeafstandsraketten te lanceren.
Daarbij gaat het niet alleen om de boten zelf. Elk van deze scheepswerven heeft ook voorstellen ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor een Industrial Cooperation Agreement (ICA). Dit initiatief is gericht op het versterken van de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (NLDTIB), en elke winnende werf is verplicht hieraan bij te dragen. Het is belangrijk op te merken dat de beoordeling van de ICA-voorstellen losstaat van de offerte-evaluatie door Defensie.
Onderzeeboten vormen een essentiële schakel in de verdedigingsketen van de krijgsmacht en worden beschouwd als enkele van de meest effectieve wapensystemen. Gezien de omvang en complexiteit van het project, wordt verwacht dat het nog een decennium zal duren voordat de eerste twee van deze nieuwe boten operationeel zijn. Ze moeten immers vanaf het begin ontworpen, gebouwd en grondig getest worden.
Tot die tijd zal de Onderzeedienst blijven varen met de huidige vloot van de Walrusklasse. Naar verwachting zullen in de tussentijd twee van de vier huidige boten buiten dienst worden gesteld, waarbij hun onderdelen zullen bijdragen aan het onderhoud van de resterende vloot.
Foto:Ministerie van Defensie