In de internationale luchtvaartwereld heeft het Amerikaanse JetBlue Airways de Nederlandse overheid beschuldigd van het overtreden van internationale afspraken.
In Nederland legt de SGP, de oudste politieke partij van het land, een ongebruikelijke focus op mobiliteit. De partij stelt voor om het Mobiliteitsfonds te transformeren naar een Bereikbaarheidsfonds, waarbij naast economische ook maatschappelijke aspecten worden meegewogen. Ze benadrukken de jaarlijkse maatschappelijke kosten van filevorming en verkeersongevallen, respectievelijk vier en zevenentwintig miljard euro, en pleiten voor meer investeringen in verkeersveiligheid.
In Wallonië heeft het parlement ondertussen groen licht gegeven aan de intrede van digitale platforms zoals Uber, Bolt en Heetch. Hoewel de Waalse minister van Mobiliteit, Philippe Henry, deze ontwikkeling verwelkomde, zijn er zorgen over de impact op traditionele taxibedrijven en het sociaal vervoer. Henry benadrukte dat de hervorming de consument meer keuze en flexibiliteit zou bieden en dat maatregelen getroffen zullen worden om de sector te beschermen.
Tegelijkertijd escaleert een internationaal conflict rond de Amsterdamse luchthaven Schiphol. De Amerikaanse luchtvaartmaatschappij JetBlue beschuldigt de Nederlandse overheid van het schenden van de Us-EU Open Skies-overeenkomst. JetBlue claimt dat er oneerlijke handelsbelemmeringen zijn opgezet die het de maatschappij onmogelijk maken om op Schiphol te opereren.
In Nederland wordt de wetgeving omtrent elektrische bestelbussen aangescherpt. Vanaf 1 oktober is een B-rijbewijs niet meer voldoende om bepaalde zware elektrische bestelbussen te besturen. Dit zou significante implicaties kunnen hebben voor de duurzame transitie en voor ondernemers die zwaardere elektrische voertuigen willen inzetten.
Tot slot kreeg de reisindustrie een flinke klap te verwerken met het faillissement van de Eindhovense touroperator Vacansoleil. Met bijna 600 campings en een half miljoen vakantiegangers per jaar was het bedrijf een grote speler in de markt voor campingvakanties. Het faillissement zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor zowel de vakantieplannen van families als voor de lokale economieën die van deze campings profiteerden.
Een maand na de start van het schooljaar kampen honderden leerlingen in het Vlaamse buitengewoon onderwijs nog steeds met een reistijd op de schoolbus die de beloofde 90 minuten overschrijdt. De Vlaamse regering had toezeggingen gedaan en een budget van 30 miljoen euro vanaf 2024 toegezegd, maar een onmiddellijke oplossing lijkt uit te blijven. Volgens vervoersmaatschappij De Lijn zijn er verschillende oorzaken, waaronder een tekort aan chauffeurs, een toename van het aantal leerlingen en problemen met nieuwe software.
