PITANE.BLUE

Lage opkomst bij Europese verkiezingen: PVV en NSC grootste dalers

Foto: © Pitane Blue - Europese verkiezingen

Groot deel kiezers coalitiepartijen bleef thuis bij Europese verkiezingen.

Uit recent onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de NOS blijkt dat een aanzienlijk deel van de kiezers die vorig jaar nog hun stem uitbrachten op partijen als PVV, VVD, BBB en NSC, afwezig bleef bij de Europese Parlementsverkiezingen. Deze resultaten werpen licht op de huidige politieke betrokkenheid en de verschuivingen in het stemgedrag van Nederlandse kiezers.

Met name de kiezers van Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt bleken massaal thuis te blijven. Maar liefst 59 procent van de NSC-stemmers vond de weg naar het stembureau niet. Dit is een opvallende daling gezien het feit dat NSC bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen een nieuwe, frisse stem vertegenwoordigde. Slechts 13 procent van de oorspronkelijke NSC-stemmers koos opnieuw voor Omtzigt’s partij. Bovendien stapte 7 procent over naar het CDA.

De PVV, geleid door Geert Wilders, kende een soortgelijk probleem met opkomst. 56 procent van de kiezers die in november hun stem aan de PVV gaven, besloten deze keer niet deel te nemen aan de Europese verkiezingen. Dit onderstreept een breed gedragen desinteresse of wellicht onvrede onder de aanhangers van de partij.

Ook de VVD en BBB werden geconfronteerd met een aanzienlijk aantal niet-stemmers. Bij de VVD bleef 47 procent van de kiezers thuis, terwijl dit bij de BBB 44 procent was. Deze percentages tonen aan dat zelfs gevestigde partijen moeite hebben om hun achterban te mobiliseren voor de Europese verkiezingen.

Het algemene beeld bij deze verkiezingen was er een van lage opkomst. Slechts 46 procent van de stemgerechtigden maakte gebruik van hun stemrecht, wat aanzienlijk lager is dan de gebruikelijke opkomst van rond de 80 procent bij de Tweede Kamerverkiezingen. Dit roept vragen op over de betrokkenheid van de Nederlandse bevolking bij Europese aangelegenheden en de perceptie van het belang van deze verkiezingen.

(Tekst loopt door onder de foto)
Europees Parlement
Foto: © Pitane Blue - Europees Parlement

Pro-Europese partijen wisten daarentegen een groter deel van hun kiezers aan zich te binden. GroenLinks-PvdA, onder leiding van Frans Timmermans, zag slechts 22 procent van hun kiezers thuisblijven, het laagste percentage na de ChristenUnie. Ondanks dit succes verloor GroenLinks-PvdA toch een aantal stemmen aan andere partijen, waaronder Volt (5 procent) en Partij voor de Dieren (3 procent). 63 procent van de kiezers stemde opnieuw op GroenLinks-PvdA.

Bij D66 besloot 31 procent van de kiezers thuis te blijven, wat een aanzienlijke daling betekent, maar nog steeds beter dan veel andere partijen. Volt, daarentegen, had slechts 23 procent niet-stemmers, wat een relatief sterke binding met hun achterban aantoont.

Het CDA, dat eerder grote verliezen leed bij de Tweede Kamerverkiezingen, slaagde erin om 62 procent van hun kiezers opnieuw te laten stemmen, hoewel 29 procent ervoor koos om niet te stemmen.

Deze bevindingen laten zien dat politieke partijen voor een aanzienlijke uitdaging staan om hun kiezers te motiveren en te mobiliseren, vooral voor verkiezingen die als minder cruciaal worden gezien door de kiezers. De resultaten van het onderzoek benadrukken de noodzaak voor partijen om dichter bij hun achterban te komen en de relevantie van hun deelname aan de Europese politiek duidelijker te maken.

Gerelateerde artikelen:
Mobiele versie afsluiten