De forse toename van trajectcontroles in Vlaanderen zorgt voor groeiende discussie over hun doel en impact.
Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) benadrukt dat deze maatregelen primair de verkeersveiligheid moeten dienen en geen bron van inkomsten mogen zijn voor lokale besturen. Een diepgaand onderzoek moet nu duidelijk maken of de controles effectief bijdragen aan veiliger verkeer, of dat ze worden ingezet als lucratief verdienmodel.
In steden zoals Lo-Reninge en Boortmeerbeek, waar vorig jaar de meeste boetes werden geïnd, lijkt het debat al gaande. “We hebben eerst allerlei inspanningen geleverd om mensen trager te laten rijden, maar niets werkte,” aldus burgemeester Lode Morlion van Lo-Reninge in een reactie aan VRT NWS. De invoering van trajectcontroles heeft daar geleid tot een duidelijke afname van snelheidsovertredingen, maar ook tot een flinke toename van inkomsten uit boetes.
toename
Sinds de invoering van de mogelijkheid voor steden en gemeenten om snelheidsovertredingen tot 20 km/u te bestraffen met GAS-boetes, is het aantal trajectcontroles fors toegenomen. In 2021 werd deze bevoegdheid aan lokale besturen toegekend, met als doel verkeersveiligheid te bevorderen. De opbrengsten van deze boetes moeten volgens de regelgeving herbelegd worden in verkeersveiligheidsmaatregelen.
In september vorig jaar waren er volgens cijfers van Het Laatste Nieuws 160 actieve trajectcontrolesystemen in Vlaanderen. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot 350, een meer dan verdubbeling in slechts één jaar tijd. Deze systemen meten de gemiddelde snelheid van voertuigen over een bepaald traject, in tegenstelling tot flitspalen die slechts een momentopname bieden. Dit maakt remmanoeuvres om boetes te vermijden zinloos en leidt vaak tot consequenter rijgedrag.
De financiële opbrengst van de trajectcontroles is voor sommige gemeenten aanzienlijk. In 2022 werd in Vlaanderen in totaal 124 miljoen euro geïnd aan GAS-boetes, hoewel dat bedrag niet uitsluitend uit snelheidsovertredingen voortkomt. Het huidige systeem biedt gemeenten een sterke financiële prikkel om dergelijke controles te implementeren. Maar volgens minister De Ridder mag dat nooit de drijfveer zijn.
“Het is belangrijk dat deze maatregelen bijdragen aan verkeersveiligheid,” zei ze in een reactie aan VRT NWS. “We willen onderzoeken of ze ook werkelijk worden ingezet op de meest kwetsbare plekken. Verder moet worden nagegaan of de focus op trajectcontroles niet verhindert dat andere maatregelen, zoals het verbeteren van verkeersinfrastructuur, worden uitgevoerd.”
veiligheid of inkomsten
Hoewel het positieve effect van trajectcontroles op snelheidsovertredingen onmiskenbaar is, rijst de vraag of ze in alle gevallen een effectief middel zijn om verkeersveiligheid te bevorderen. Gemeenten worden nu verplicht de inkomsten opnieuw te investeren in verkeersveiligheid, maar het blijft onduidelijk hoe effectief deze bestedingen zijn. Ook bestaat er kritiek dat sommige controles worden geïnstalleerd op plekken waar het risico op ongevallen beperkt is, maar de inkomsten uit boetes hoog kunnen oplopen.
Critici wijzen erop dat investeringen in infrastructuur, zoals de aanleg van veilige oversteekplaatsen of fietspaden, op lange termijn duurzamer kunnen zijn dan camera’s. Minister De Ridder benadrukt dat deze aspecten in het onderzoek zullen worden meegenomen. Het doel is om te bepalen of trajectcontroles op een eerlijke en doeltreffende manier worden ingezet.
debat gaat verder
De uitkomsten van het onderzoek zullen waarschijnlijk richtinggevend zijn voor het beleid rond trajectcontroles in Vlaanderen. Minister De Ridder heeft aangegeven dat zij streeft naar een balans tussen verkeersveiligheid en het voorkomen van excessieve inkomstenstromen voor lokale besturen. Het blijft afwachten of dit de wildgroei aan trajectcontroles zal inperken of dat aanvullende regelgeving nodig is om misbruik te voorkomen.