Goedkeuring voor hervorming Brusselse taxisector, maar er blijven nog veel vraagtekens,
Dinsdagmiddag heeft de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement na een uitputtende vergadering het ontwerp van ordonnantie, dat de Brusselse taxisector moet hervormen, goedgekeurd (meerderheid tegen oppositie). Maar er blijven nog heel veel vraagtekens volgens het vakblad Personenvervoer Magazine. Er zal nog veel discussie aan vooraf gaan voordat de ordonnantie op 22 oktober de huidige ‘plakpleister’-noodordonnantie (snel in elkaar gestoken toen het Hof van Beroep Uber in Brussel verbood als ‘illegaal’) kan vervangen.
Eigenlijk had het ‘Taxiplan’ van minister-president Vervoort (PS) al vorige week dinsdag gestemd moeten zijn, maar door het groot aantal amendementen is dat toen niet gebeurd. Gisteren duurde het van 9.30 uur tot 14.15 uur voordat alle resterende amendementen besproken waren en de hele ordonnantie gestemd werd. De nieuwe taxi-ordonnantie moet zorgen voor één statuut voor alle chauffeurs, of ze nu met een taxi of met een huurauto voor een platform rijden. Dat betekent dat de toegang tot het beroep, de opleiding en voorwaarden en het vereiste bekwaamheidsattest voor alle chauffeurs dezelfde zijn.
Er komen straks drie soorten voertuigen: de standplaatstaxi’s (de huidige klassieke taxi’s), de straattaxi’s (de vroegere platformtaxi’s, veelal van Uber) en de ceremoniële wagens (voor evenementen en gereserveerd voor een minimum van 3 uur). De laatste twee categorieën moeten van te voren gereserveerd worden en kunnen geen aanspraak maken op privileges zoals gebruik van standplaatsen of van de bus- en tramstroken.
De huidige chauffeurs van de nieuwe taxi’s hebben een voorsprong bij het bemachtigen van de toekomstige taxivergunningen, een voornaam kritiekpunt van de oppositie, die betoogde dat de taxichauffeurs worden voorgetrokken. De N-VA betoogde dat er geen garantie was dat huidige Uber- of Heetch-chauffeurs in de toekomst even gemakkelijk een vergunning zullen krijgen als taxichauffeurs. Hoeveel taxilicenties er in de toekomst zullen zijn, de befaamde numerus clausus, is trouwens nog altijd niet bekend. Dat wordt later nog via een uitvoeringsbesluit geregeld – via de regering dus, en niet via het parlement.
De regering moet ook de minimum- en maximumtarieven bepalen. Ook hier kritiek van N-VA en MR, die niet willen dat de regering zich met de prijszetting bemoeit. Net als in Vlaanderen zou de markt moeten spelen. Toch stemde de meerderheid wel in met minimum-en maximumtarieven, dit om zowel de chauffeur als consument tegen uitwassen te beschermen.
De tarieven van de ceremoniële taxi’s, de limousines, zijn minimumtarieven en geen vaste tarieven met een minimumcontractduur van 3 uur. De PVDA wilde de commissies regelen die chauffeurs moeten afstaan aan platformen als Uber of Heetch. De partij wilde daar die commissie plafonneren, ter bescherming van de chauffeurs. Maar volgens Vervoort kan dat niet want zo’n commissie is onderdeel van het commercieel recht en vrijheid van contract, waar de overheid zich niet in te bemoeien heeft.
Komende vrijdag buigt de plenaire vergadering zich over de tekst. Commissievoorzitter Guy Vanhengel (Open VLD) wees erop dat de ordonnantie snel moet worden goedgekeurd om een juridisch vacuüm te vermijden. Op 12 juni spreekt het Grondwettelijk Hof zich uit over de ‘plakpleister’-ordonnantie – die het de Uberchauffeurs mogelijk maakt om toch nog verder te blijven werken na een eerder vonnis van de rechtbank. Mocht het Hof die ordonnantie vernietigen, dan zou dat tot problemen kunnen leiden.