PITANE.BLUE

VVD bewindslieden onder leiding van Rutte drukten hun stempel op de mobiliteitssector

Foto: Pitane Blue - zicht op torentje Den Haag

Gedurende de ambtstermijn van Mark Rutte als minister-president hebben verschillende VVD bewindslieden onder zijn leiding hun stempel gedrukt op de mobiliteitssector.

In de afgelopen 13 jaar heeft de VVD onder leiding van Minister President Mark Rutte een aanzienlijke invloed gehad op de mobiliteit in Nederland. Hoewel de beoordeling van deze invloed onderhevig is aan persoonlijke politieke overtuigingen, is de impact ervan tastbaar. Wij gingen op onderzoek uit voor een overzicht van wat de VVD-bewindslieden in deze periode hebben bereikt. Gedurende de ambtstermijn van Mark Rutte als minister-president hebben verschillende bewindslieden onder zijn leiding hun stempel gedrukt op de mobiliteitssector.

infrastructuur

Sinds de aantreding van Rutte in 2010 is er veel geïnvesteerd in de Nederlandse infrastructuur. Melanie Henriëtte Maas Geesteranus, tijdens haar politieke loopbaan bekend onder haar getrouwde naam  Melanie Schultz van Haegen (Minister van Infrastructuur en Milieu, 2010-2017) heeft in het kabinet-Rutte I en II een aanzienlijke impact gehad op de infrastructuurontwikkeling in Nederland. Onder haar leiding is de aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam voltooid en is er aanzienlijk geïnvesteerd in het verbreden van snelwegen rond Amsterdam en Utrecht.

Een belangrijk project was een langverwachte oplossing die de druk op de A13 verminderde. De verbreding van de A1, A6, A9 en A10 rond Amsterdam maakte de hoofdstad beter bereikbaar. De infrastructuur rond Utrecht, een andere belangrijke verkeersader, is ook aangepakt met de verbreding van de A27 en de A1. Haar focus lag op het verminderen van files en het verbeteren van de bereikbaarheid.

openbaar vervoer

Cora van Nieuwenhuizen (Minister van Infrastructuur en Waterstaat, 2017-2021) heeft het werk van haar voorganger voortgezet tijdens Rutte III en samen met Barbara Visser bijgedragen aan de verdere uitbreiding en verbetering  van het openbaar vervoer wat in die tijd ook een significante groei door heeft gemaakt. De Noord/Zuidlijn in Amsterdam, die in 2018 werd geopend, is hier een mooi voorbeeld van.

(Tekst loopt door onder de foto)

Grote infrastructuurprojecten zoals de Noord/Zuidlijn in Amsterdam en de Hogesnelheidslijn Zuid hebben te maken gehad met aanzienlijke budgetoverschrijdingen.

Ondanks de vele tegenslagen tijdens de bouw, speelt deze metrolijn nu een cruciale rol in de mobiliteit in de hoofdstad. Daarnaast is er geïnvesteerd in de verbetering van treinverbindingen. De Hogesnelheidslijn (HSL) heeft na een moeilijke start onder het bewind van Rutte een sleutelrol gespeeld in de verbinding tussen Amsterdam en Brussel.

Er was ook kritiek bij deze grote infrastructuurprojecten. Zowel  de Noord/Zuidlijn in Amsterdam en de Hogesnelheidslijn Zuid hebben te maken gehad met aanzienlijke budgetoverschrijdingen. Deze projecten waren complex en moeilijk uit te voeren, wat leidde tot aanzienlijke financiële druk. De bouw van grote infrastructuurprojecten ging vaak gepaard met aanzienlijke vertragingen. Technische problemen, zoals die met de Fyra-treinen op de Hogesnelheidslijn Zuid, leidden tot kritiek en twijfels over het beheer en de planning van deze projecten.

duurzaamheid

Stientje van Veldhoven (Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, 2017-2021) heeft zich ingezet voor duurzaamheid binnen het transport. Zij was een groot voorstander van de stimuleringsmaatregelen voor elektrisch rijden en speelde een belangrijke rol in de verdere uitrol van de bijbehorende infrastructuur. In lijn met de wereldwijde zorgen over klimaatverandering heeft de VVD ook ingezet op duurzaamheid.

Er zijn stimuleringsmaatregelen genomen voor elektrisch rijden, zoals belastingvoordelen voor elektrische auto’s. De oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen is ook aanzienlijk verbeterd en uitgebreid. Er is nog steeds aanzienlijke zorg over de milieu- en klimaatimpact van mobiliteitsoplossingen. Hoewel de regering inspanningen heeft gedaan om elektrisch rijden te stimuleren, zijn er zorgen dat deze maatregelen niet snel genoeg gaan om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen.

(Tekst loopt door onder de foto)

Het werk van de bewindslieden was een weerspiegeling van de algemene beleidslijnen van de VVD en van de regeringen waarvan zij deel uitmaakten.

Voor de huidige minister van Verkeer en Waterstaat Mark Harbers (VVD), moet de auto in alle delen van het land de ruimte blijven krijgen, ondanks alle andere mogelijke vormen van vervoer. Volgens Harbers en zijn ambtenaren zorgen de negen miljoen personenauto’s die in Nederland rondrijden voor ongeveer 70 procent van alle afgelegde kilometers. Daarbij zorgen ze voor 43% van alle verplaatsingen. Minister Mark Harbers heeft zijn Ontwikkelagenda Automobiliteit bekend gemaakt. Opmerkelijk: hij roept op de auto ruimte te geven, in alle delen van Nederland.

kritiek

Hoewel deze ontwikkelingen belangrijke stappen zijn in het verbeteren van de mobiliteit, is er ook kritiek. Ondanks de uitbreiding van wegen, blijft de filedruk hoog. Ook is er kritiek op het feit dat de VVD zich te veel richt op de auto en te weinig op andere vormen van vervoer, zoals fietsen en openbaar vervoer. Het stimuleren van elektrisch rijden heeft ook geleid tot discussies. Hoewel elektrisch rijden beter is voor het milieu, is het ook een feit dat elektrische auto’s over het algemeen duurder zijn, wat leidt tot een ongelijke verdeling tussen degenen die wel en niet kunnen profiteren van de voordelen.

Er is kritiek dat de stimuleringsmaatregelen voor elektrisch rijden voornamelijk ten goede komen aan mensen die zich een elektrische auto kunnen veroorloven, wat bijdraagt aan sociale ongelijkheid. Daarnaast is er discussie over de focus op auto-infrastructuur ten opzichte van openbaar vervoer en fietsinfrastructuur.

politiek

Het is aan de kiezers dit najaar om te bepalen welke partij en welk beleid het beste overeenkomt met hun prioriteiten op het gebied van mobiliteit. Na de verkiezingen zal het resultaat waarschijnlijk een coalitie zijn die een compromis zal moeten vinden tussen de verschillende standpunten. De VVD heeft in het verleden ingezet op infrastructuurontwikkeling en stimulering van innovatieve en duurzame vervoersmethoden, zoals elektrische voertuigen.

GroenLinks legt meer nadruk op milieuvriendelijke vervoersopties en pleit voor investeringen in openbaar vervoer, fietsinfrastructuur, en voor het verminderen van de afhankelijkheid van auto’s. D66 heeft een balans tussen duurzaamheid en groei. De partij pleit voor investeringen in zowel openbaar vervoer als wegen, maar legt ook een sterke nadruk op de transitie naar elektrische en waterstofvoertuigen.

De PvdA pleit voor een eerlijke verdeling van mobiliteitskansen, met een sterke nadruk op openbaar vervoer en betaalbare mobiliteitsoplossingen voor iedereen. Het CDA heeft een uitgebalanceerd standpunt, met aandacht voor zowel wegenbouw als investeringen in openbaar vervoer en duurzaamheid.

Gerelateerde artikelen:
Mobiele versie afsluiten