PITANE.BLUE

Spoorconcessie tot 2033: NS blijft en de concurrentie wacht

Foto: Pitane Blue - stationshal Den Haag Centraal

Het recht op de internationale routes raakt NS wél kwijt, op de verbinding naar Brussel na.

De recente beslissing van het Nederlandse kabinet om de concessie van het Nederlandse Hoofdrailnet (HRN) opnieuw toe te wijzen aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) tot eind 2033, heeft gemengde reacties opgeroepen. Staatssecretaris Vivianne Heijnen  van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maakte deze beslissing bekend, ondanks de weerstand van diverse partijen tegen het gebrek aan uitbreiding van NS-diensten in het Noorden en hun voorstel voor een spitsheffing.

De concessieovereenkomst garandeert dat NS de binnenlandse diensten blijft verzorgen, behalve op internationale routes, uitgezonderd de verbinding naar Brussel. Dit besluit beoogt meer concurrentie en lagere tarieven op de Europese spoorwegen. De nieuwe overeenkomst biedt NS echter geen mogelijkheid om een spitsheffing in te voeren, een plan dat eerder zowel door de Tweede Kamer als door reizigersorganisaties werd verworpen. NS mag wel voorstellen voor een nieuw tariefstelsel indienen, maar invoering daarvan vereist expliciete goedkeuring van de Tweede Kamer. Bovendien wordt de concessie halverwege geëvalueerd om marktwerking en eerlijkheid te waarborgen.

Deze beslissing volgt op een brief van de Europese Commissie aan het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarin bezorgdheid werd geuit over de transparantie en concurrentie binnen het Nederlandse spoorwegennet. De brief benadrukte problemen zoals het gebrek aan toegang tot informatie voor potentiële exploitanten, wat hen belemmert in het ontwikkelen van bedrijfsplannen en het doen van geloofwaardige marktaanbiedingen. Dit zou kunnen leiden tot terughoudendheid bij bedrijven om aanbiedingen te doen uit angst voor het lekken van gevoelige informatie.

(Tekst loopt door onder de foto)
station Den Haag HS
Foto: © Pitane Blue station Den Haag HS

De discussie rond de concessie van het Hoofdrailnet is niet nieuw. Echter, met de recente bemoeienis van de Europese Commissie leek de discussie een nieuw hoogtepunt te bereiken. Commerciële exploitanten pleiten al langere tijd voor een gelijk speelveld en een kans om de Nederlandse markt te betreden, en de brief kan worden gezien als een erkenning van hun zorgen op Europees niveau.

Commerciële exploitanten uitten ook bezwaren tegen de herverlening van de concessie aan NS. Hun betrokkenheid bij het consultatieproces lijkt slechts een formaliteit, ondanks hun interesse om diensten in Nederland te exploiteren. De Europese Commissie gaf aan dat het huidige ontwerp van de concessie grotendeels is gebaseerd op een Programma van Eisen uit de zomer van 2022. Over dit programma zijn eerder bedenkingen geuit, en volgens de brief zijn er sindsdien geen significante veranderingen aangebracht.

afspraken

De recent vernieuwde concessie voor het Nederlandse Hoofdrailnet, die aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) is toegekend, bevat specifieke afspraken over de frequentie van treindiensten. Deze afspraken zijn gebaseerd op de huidige dienstregeling, die als uitgangspunt dient voor de toekomstige exploitatie. Interessant is dat het kabinet geen aanzienlijke toename van het aantal treinen van NS eist in de komende jaren.

Deze beslissing van het kabinet weerspiegelt een strategie die meer gericht lijkt te zijn op het handhaven van de status quo dan op uitbreiding. Hoewel dit een vorm van stabiliteit en voorspelbaarheid biedt voor zowel de exploitant als de reizigers, roept het ook vragen op over de ambities voor groei en verbetering van het treinvervoer in Nederland. Deze keuze kan worden gezien als een gemiste kans om het spoorwegennet te moderniseren en uit te breiden, vooral in gebieden waar momenteel minder treindiensten beschikbaar zijn.

Gerelateerde artikelen:
Mobiele versie afsluiten