PITANE.BLUE

Transparantie: Sociaal Fonds zet zich in voor duidelijkheid in de taxiwereld

Foto: © Pitane Blue - Taxicentrale De Meierij

Het verschil tussen dienstblokken en de maxflex-regeling binnen de CAO voor Zorgvervoer en Taxi is groot en speelt een cruciale rol in de arbeidsvoorwaarden en werkplanning van het rijdend personeel in de taxisector.

Het Sociaal Fonds Mobiliteit, een organisatie voor het verbeteren en controleren van werkomstandigheden binnen de taxisector, zet zijn inspanningen via sociale media voort om de implementatie en het begrip van de dienstblokkenregeling, zoals vastgesteld in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor Zorgvervoer en Taxi, te stimuleren. Deze regeling is ontworpen om zowel werknemers als werkgevers duidelijkheid en structuur te bieden in de werkuren, standplaatsen, en verloonde tijd.

Nog steeds kan er verwarring optreden over de richtlijnen en taxibedrijven registreren de gegevens niet altijd op de juiste manier. Volgens de CAO dient het fulltime rijdend personeel een arbeidstijd van 40 uur per week te hebben, verdeeld over gemiddeld vijf dagen. Parttime werknemers, daarentegen, hebben een arbeidsovereenkomst voor minder dan 40 uur per week, waarbij het exacte aantal uren schriftelijk vastgelegd moet worden in de arbeidsovereenkomst.

standplaatsen

Een uniek aspect van deze sector is de regeling omtrent standplaatsen. Elke werknemer heeft twee officiële standplaatsen, waarvan het woonadres er altijd één is. De tweede is het vestigingsadres van het bedrijf, vastgelegd in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Deze plek fungeert als een centraal punt voor administratieve en materiële activiteiten van het bedrijf. In situaties waar geen specifiek vestigingsadres door de werkgever is aangewezen, wordt het dichtstbijzijnde vestigingsadres, vanaf het woonadres van de werknemer, als standplaats beschouwd. Er is echter ruimte voor flexibiliteit; werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg besluiten tot een andere, derde standplaats.

De CAO maakt onderscheid tussen twee soorten werkregelingen voor het rijdend personeel: de maxflex-regeling en de dienstblokken. Beide systemen zijn ontworpen om de flexibiliteit en de inzetbaarheid van werknemers te optimaliseren, terwijl ze ook zorgen voor gegarandeerde verloonde tijd. De maxflex-regeling is bedoeld voor situaties waarin werknemers opgeroepen worden voor onvoorziene werkzaamheden, terwijl dienstblokken voor een meer gestructureerde aanpak zorgen, met duidelijke begin- en eindtijden.

(Tekst loopt door onder de foto)

Het belangrijkste verschil tussen dienstblokken en de maxflex-regeling ligt in de voorspelbaarheid en structuur van het werkrooster. Dienstblokken zijn vooraf gepland en bieden duidelijke start- en eindtijden, wat leidt tot een meer voorspelbare werkweek. De maxflex-regeling, daarentegen, biedt een hogere mate van flexibiliteit om te kunnen inspelen op onvoorziene omstandigheden, maar met minder zekerheid over werktijden voor de werknemer. Beide systemen zijn ontworpen om een evenwicht te vinden tussen de behoeften van de werkgever aan flexibiliteit en de behoefte van werknemers aan voorspelbare en verloonde werktijden.

De regelingen zijn ontworpen om zowel flexibiliteit voor de werkgever als zekerheid voor de werknemer te bieden. Hieronder worden de hoofdkenmerken en verschillen uiteengezet.

dienstblokken

Dienstblokken zijn vooraf gedefinieerde werkperiodes binnen een werkdag waarin een werknemer arbeid verricht. Deze perioden zijn aaneengesloten en kunnen door één of meerdere onbetaalde perioden worden onderbroken, waarin de werknemer niet ter beschikking staat van de werkgever. Dienstblokken bieden een gestructureerde aanpak, waarbij vooraf duidelijk is wanneer de werkperioden beginnen en eindigen. Dit zorgt voor meer voorspelbaarheid in het werkrooster. Voor contracten tot 28 uur per week kunnen maximaal vier dienstblokken worden ingepland binnen één werkdag, met een minimale duur van één uur per blok. Voor contracten boven de 28 uur per week geldt dat er twee dienstblokken worden toegekend met een gezamenlijke minimale duur van vier uur. Tussen dienstblokken in zit een onbetaalde periode, waarvan de minimumduur varieert afhankelijk van de contractomvang.

maxflex-regeling

De maxflex-regeling, of maximering van flexibiliteit, is een werkrooster waarin de werktijden minder vastomlijnd zijn in vergelijking met dienstblokken. Deze regeling is vooral bedoeld voor situaties waarin flexibiliteit vereist is, zoals onverwachte drukte of ziekte. De maxflex-regeling biedt de werkgever de mogelijkheid om werknemers met weinig voorafgaande kennisgeving op te roepen, wat zorgt voor een hoge mate van flexibiliteit in de personeelsplanning. In tegenstelling tot dienstblokken, waar de werkperiodes vooraf zijn gedefinieerd, kunnen bij de maxflex-regeling de werkperiodes variëren afhankelijk van de behoeften op de werkdag zelf. Bij de maxflex-regeling wordt de definitie van een dienst flexibeler gehanteerd, met mogelijkheid voor meerdere onbetaalde periodes, afhankelijk van de feitelijke beschikbaarheid en inzet van de werknemer.

administratie

De CAO voor Zorgverervoer en Taxi legt specifieke eisen op aan werkgevers wat betreft de registratie en rapportage van de arbeidstijden van werknemers. Dit is niet alleen van belang voor het waarborgen van de rechten van werknemers, maar ook voor het faciliteren van een soepele bedrijfsvoering.

Werkgevers zijn verplicht een duidelijke en betrouwbare administratie bij te houden van de dagelijkse werkuren van elke werknemer. Deze administratie moet nauwkeurig weergeven wanneer diensten beginnen, eindigen, en de periodes waarin werknemers niet beschikbaar zijn voor de werkgever. Deze eis zorgt ervoor dat er een transparante basis is voor het berekenen van de verloning en eventuele toeslagen.

Aan het einde van elke betalingsperiode is de werkgever verplicht om werknemers een gedetailleerd overzicht te verstrekken van de gewerkte uren. Dit overzicht moet informatie bevatten over de toegepaste werkregelingen (maxflex-regeling of dienstblokken), eventuele correcties op de registratie, en de totale verloonde tijd. Deze transparantie is essentieel voor werknemers om te kunnen verifiëren dat zij correct zijn betaald voor hun werk.

De methode voor het verstrekken van deze overzichten kan variëren. Sommige bedrijven kiezen voor een digitaal chauffeursportaal, terwijl anderen schriftelijke rapporten gebruiken. De keuze voor een platform hangt vaak af van de grootte van het bedrijf en de voorkeuren van de werknemers. Ongeacht de methode, het doel is om werknemers gemakkelijk toegang te geven tot hun arbeidsgegevens.

(Tekst loopt door onder de foto)
Foto: © Pitane Blue - Centrale Database Taxi

Naast het reguliere urenoverzicht verstrekken werkgevers ook maandelijks een rapport over de extra gewerkte uren. Dit omvat het aantal overuren, de vergoeding voor deze uren, en informatie over opgebouwde vakantiebijslag en vakantie-uren gerelateerd aan deze overuren. Het identificeren van “extra uren” is cruciaal, aangezien deze uren bovenop de standaardcontracturen komen en onderworpen zijn aan specifieke vergoedingen en rechten.

Deze administratieve vereisten benadrukken het belang van een solide infrastructuur voor tijdregistratie en personeelsmanagement. Door een heldere en accurate administratie te voeren, kunnen werkgevers niet alleen voldoen aan de wettelijke en contractuele verplichtingen, maar ook een positieve werkomgeving creëren waarin werknemers zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Het is een fundament dat bijdraagt aan de duurzaamheid en het succes van ondernemingen binnen de taxi- en zorgvervoersector.

Bron: Sociaal Fonds Mobiliteit

Gerelateerde artikelen:
Mobiele versie afsluiten