PITANE.BLUE

Debat: discussie over hoofddoekjes bij boa’s op straat laait op

twee vrouwelijke handhavers

Antwoord op vragen van de leden Esmah Lahlah en Glimina Chakor aan de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over verbieden van hoofddoekjes en andere religieuze uitingen bij boa’s maakt de discussie weer actueel.

De discussie rondom het verbod op religieuze uitingen, zoals hoofddoekjes, bij buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) laait opnieuw op in Nederland. Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz en Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot hebben op vragen van GroenLinks-PvdA-leden Lahlah en Chakor geantwoord over het voorstel voor een landelijk verbod. Dit onderwerp heeft geleid tot gesprekken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een uitgebreide analyse van de huidige stand van zaken.

Yesilgöz wil doorpakken met het landelijke verbod en voerde hierover overleg met de VNG in het Strategisch Beraad Veiligheid op 26 februari 2024. De VNG staat niet afwijzend tegenover een neutraal uniform voor boa’s, maar benadrukt dat individuele gemeenten hierin hun eigen keuzes kunnen maken. Dit heeft geleid tot de mogelijkheid dat sommige gemeenten afwijken van het modeluniform en ruimte bieden voor religieuze uitingen. Volgens de VNG blijft het van belang om over dit onderwerp in gesprek te blijven.

Momenteel zijn gemeenten als werkgevers bevoegd om een verbod op zichtbare religieuze uitingen op te leggen aan boa’s in hun dienst. Deze bevoegdheid geldt ook voor andere werkgevers van boa’s, zoals vervoersdiensten. In 2021 stelde Yesilgöz een richtlijn op om neutraliteit van het boa-uniform te waarborgen, maar deze biedt ruimte voor afwijkende beslissingen door werkgevers. Sinds november 2023 hebben enkele gemeenten deze ruimte benut om boa’s toe te staan religieuze uitingen te dragen.

Het landelijke verbod richt zich niet tot gemeenten of andere boa-werkgevers, maar rechtstreeks tot de boa’s zelf. Dit roept vragen op over de gemeentelijke autonomie en de Code Interbestuurlijke Verhoudingen (Code IBV). Artikel 3 van de Code IBV stelt dat overleg moet plaatsvinden over nieuwe beleidsvoornemens die andere overheidslagen raken, zodat deze nog kunnen worden aangepast. Hoewel er overleg is gevoerd, heeft dit niet geleid tot naleving van de richtlijn door alle gemeenten. Yesilgöz voelt zich daarom genoodzaakt om neutraliteit via wet- of regelgeving af te dwingen, zoals de Kamer heeft verzocht.

(Tekst loopt door onder de foto)
Dilan Yesilgöz
Foto: © Pitane Blue - Dilan Yesilgöz

Een wettelijke grondslag is noodzakelijk voor een dergelijk verbod. De komende periode zal onderzocht worden hoe deze grondslag het best ingevuld kan worden. Hierbij zal het gebruikelijke wetgevingstraject gevolgd worden, inclusief advies van de Raad van State. In deze advisering zal ook de verhouding tot grondrechten en gemeentelijke autonomie worden meegenomen.

De discussie over het verbod roept de vraag op hoeveel boa’s in Nederland daadwerkelijk religieuze uitingen dragen. Tot nu toe zijn er geen bekende gevallen van boa’s die religieuze uitingen bij hun uniform dragen. Ook de vakbonden hebben geen meldingen ontvangen van dergelijke gevallen. Desondanks acht Yesilgöz het noodzakelijk om te zorgen voor een uniforme uitstraling van neutraliteit en gezag.

Critici van het verbod, waaronder leden Lahlah en Chakor, vragen zich af waarom er wordt ingezet op het oplossen van een probleem dat nauwelijks bestaat. Yesilgöz verdedigt haar standpunt door te benadrukken dat neutraliteit essentieel is voor opsporingsambtenaren in hun taakuitvoering en contact met het publiek. Zij stelt dat zichtbare religieuze uitingen afbreuk kunnen doen aan de gezagsuitstraling en veiligheid van de functie. Dit geldt voor alle boa’s, ongeacht hun specifieke werkomgeving.

De ministers hebben aangegeven dat het overleg over dit onderwerp voortgezet zal worden, met als doel te komen tot een oplossing die zowel recht doet aan de neutraliteit van de boa’s als aan de wensen van de diverse gemeenten. Dit complexe vraagstuk raakt aan fundamentele waarden zoals vrijheid van religie, neutraliteit van de overheid en de autonomie van lokale overheden. De komende maanden zullen cruciaal zijn in de verdere ontwikkeling en implementatie van het beleid.

Gerelateerde artikelen:
Mobiele versie afsluiten