Afgelopen woensdag hebben taxichauffeurs van Uber gedemonstreerd voor de poorten van het Europese hoofdkantoor van Uber in Amsterdam. Ze eisen een hogere vergoeding, want met het huidige tarief van €1,10 per kilometer kunnen ze niet rondkomen. Chauffeurs zijn genoodzaakt weken van zestig tot tachtig uur te draaien.
De ontevreden chauffeurs blijven actie voeren tot de tarieven verhoogd zijn, vertellen ze tijdens het wachten. Op flyers wordt de reden van hun boosheid toegelicht:
“Beste collega’s, Uber gebruikt jou om voor ze te werken als een slaaf’, staat er. Alle kosten zijn voor de chauffeur, luidt de boodschap, ‘en alsnog pakken ze meer dan 30% van een slaventarief.”
Stef Key die namens de chauffeurs spreekt hoopt dat bij een nieuwe demonstratie volgende week hopen een concreet aanbod komt. Uber blijft maar doorgaan over de zorgen die ze hebben over de hoge kosten die wij hebben. Maar onze zorg zijn de veel te lage kilometertarieven waardoor Uber roofbouw pleegt op de hele taximarkt.
De chauffeurs zijn al maanden ontevreden, omdat ze vinden dat Uber veel te veel geld van de chauffeurs vraagt. De demonstranten beweren dat dit komt door de onrealistische omzettentabel van de ritafhandelaar. Volgens hen moeten ze vaak meer dan zestig uur per week rijden om een ‘normaal’ inkomen te krijgen.
Uber moet anders worden gegeclassificeerd
Bedrijven als Uber, die op aanvraag leveren, moeten anders worden geclassificeerd. De categorie waarin het bedrijf zichzelf ingedeeld wil zien, is moreel en juridisch twijfelachtig, zo stelt nieuw onderzoek van Magdalena Cholakova en professor Joep Cornelissen van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM).
Lees ook: Hoofdkantoor Uber naar Tripolis-Park aan de Zuidas
