Fraude en schimmige constructies zijn een doorn in het oog van de handhavende instanties.
Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) organiseerde onlangs een webinar in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het Sociaal Fonds Mobiliteit (SFM). Het doel was om de deelnemers inzicht te geven in de wereld van digitale inspecties binnen de taxibranche. Adeel Mahmood, beleidsadviseur bij de KNV en fractievoorzitter DENK, leidde het webinar en gaf een uitgebreide uitleg over de procedures en wetgeving die hierbij komen kijken.
Adeel Mahmood opende het webinar door zichzelf voor te stellen. “We hebben dit webinar georganiseerd om jullie mee te nemen in de wereld van digitale inspecties,” begon Mahmood. Hij legde uit dat de focus van het webinar lag op de digitale inspecties van de Boordcomputer Taxi (BCT) en de toekomstige Centrale Database Taxi (CDT). De aankomende overgang van de Boordcomputer Taxi (BCT) naar de Centrale Database Taxi (CDT) markeert een belangrijke verandering in de taximarkt. Een van de meest opmerkelijke aspecten van de CDT is het vormvrije karakter van de gegevensregistratie. Dit biedt zowel de taxichauffeurs als de toezichthouders nieuwe mogelijkheden en uitdagingen.
Het vormvrije karakter van de CDT betekent dat de registratie van gegevens minder strak gereguleerd is in vergelijking met de huidige BCT. Waar de BCT een vaste structuur en vorm heeft voor het registreren en opslaan van gegevens, biedt de CDT meer flexibiliteit. Chauffeurs en ondernemers kunnen samenwerken met verschillende ICT-dienstverleners die de data op een manier registreren en doorsturen die het beste past bij hun bedrijfsvoering, zolang deze voldoen aan de wettelijke eisen.
In het nieuwe systeem zullen taxiondernemers samenwerken met een ICT-dienstverlener die de gegevens van de taxi’s verzamelt en doorstuurt naar de centrale database. Deze gegevens omvatten onder andere rijtijden, rusttijden en andere relevante informatie. De CDT verzamelt deze data en koppelt deze aan verschillende registers, zoals het Handelsregister (KVK) en de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).
inspectie
Mahmood introduceerde vervolgens de aanwezige sprekers van ILT en SFM. Deze experts zouden de deelnemers informeren over de processen en procedures rondom digitale inspecties, inclusief de regelgeving en doelstellingen. Reneé Bosch begon met een algemene toelichting op de digitale inspectieprocessen en de betrokken wetgeving. “We willen jullie een beter beeld geven van hoe wij digitale inspecties uitvoeren en wat wij daarmee willen bereiken,” aldus Bosch.
Martijn Klaassen, teamleider digitale en bedrijfsinspecties bij de ILT, gaf verdere details over de transitie van de BCT naar de CDT. Hij benadrukte de voordelen van de CDT, zoals de real-time gegevensverzameling en de mogelijkheid voor inspecteurs om sneller en efficiënter te werken. “De CDT biedt ons de mogelijkheid om gegevens direct te bekijken na het einde van een dienst, wat betekent dat inspecties minder tijd in beslag nemen,” legde Klaassen uit.
Remco Wasser van SFM ging dieper in op de praktische aspecten van digitale inspecties en de meest voorkomende fouten die tijdens deze inspecties worden geconstateerd. Hij benadrukte het belang van een nauwkeurige registratie van arbeids- en rusttijden en legde uit hoe ondernemers kunnen voldoen aan de wettelijke eisen. “Het is essentieel dat jullie je dagelijkse rust binnen 24 uur na aanvang van je dienst in acht nemen om te voldoen aan de wetgeving,” zei Wasser.
Een van de belangrijkste onderwerpen die tijdens het webinar aan bod kwamen, was de overgang van de BCT naar de CDT. De CDT, die vanaf 2025 geleidelijk zal worden geïntroduceerd, biedt een gestandaardiseerde en gecentraliseerde manier om taxigegevens te verzamelen en te analyseren. Deze verandering zal naar verwachting leiden tot een efficiënter toezicht en minder administratieve lasten voor ondernemers.
Het webinar bood ook ruimte voor interactie en vragen vanuit de deelnemers. Een van de vragen ging over hoe privégebruik van taxi’s geregistreerd moet worden. Martijn Klaassen verduidelijkte dat er een modus in de BCT is waarmee privéritten kunnen worden geregistreerd en dat het belangrijk is om deze optie correct te gebruiken.
Aan het einde van het webinar bedankte Adeel Mahmood alle sprekers en deelnemers voor hun tijd en aandacht. Hij benadrukte dat verdere vragen altijd gesteld kunnen worden via de gebruikelijke kanalen van de KNV. “We hopen dat jullie nu een beter inzicht hebben in de digitale inspectieprocessen en wat er op jullie afkomt,” concludeerde Mahmood.
Ondanks het webinar een succes was en en het de deelnemers waardevolle inzichten gaf in de toekomst van digitale inspecties in de taxibranche zijn er ook zorgen in de taxisector, met name binnen de opstapmarkt. De overgang naar de CDT zal een belangrijke stap zijn naar een efficiënter en transparanter systeem, wat uiteindelijk zal bijdragen aan de veiligheid en betrouwbaarheid van het taxivervoer in Nederland.
kat-en-muisspel
Toch werd in een recent artikel in Trouw duidelijk dat er meer controles nodig zijn in de taximarkt. Inspecteurs van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) komen tijdens hun controles regelmatig ernstige overtredingen tegen. Volgens ILT-teamleider Martijn Klaassen wordt het toezicht bemoeilijkt door de vele schimmige constructies die taxibedrijven hanteren. “Het is een kat-en-muisspel geworden tussen de taxichauffeurs en de controlediensten,” zegt Klaassen. Hij merkt op dat Telegram, een populaire berichtendienst, aan beide zijden een rol speelt in het in stand houden van deze situatie.
De liberalisatie van de taximarkt heeft geleid tot een toename van problemen. Inspecteurs stuiten regelmatig op chauffeurs die de regels overtreden door te weinig rust te nemen, te frauderen en soms zelfs drugs te gebruiken achter het stuur. Volgens Klaassen is het toezicht op de ruim 33.000 taxi’s en meer dan 14.500 taxiondernemingen een enorme uitdaging voor het ILT-team, vooral omdat een groot deel van de 53.000 taxichauffeurs zelfstandigen zijn en werken voor platformen als Bolt en Uber.
Ongeveer 80 procent van de markt bestaat uit contractvervoer, zoals het vervoer van ouderen, mensen met een beperking en leerlingen. De overige 20 procent zijn straattaxi’s, een segment waar de meeste overtredingen plaatsvinden. De inspectie stelt dat ongeveer driekwart van de gecontroleerde straattaxi-chauffeurs al dan niet bewust de regels overtreedt. Deze overtredingen variëren van het niet naleven van de verplichte rusttijden tot het gebruik van drugs achter het stuur.
Fraude en schimmige constructies zijn een doorn in het oog van de handhavende instanties. Een bekend fenomeen zijn de zogenaamde plof-bv’s: louche bedrijven met een taxivergunning die mensen ronselen die snel geld nodig hebben. Deze mensen krijgen voor 500 euro een leentaxi aangeboden en worden zogenaamd werknemer van de onderneming, terwijl ze in de praktijk volledig zelfstandig opereren. Hierdoor kunnen de bedrijven ongelimiteerd mensen laten rijden op één taxivergunning.
In oktober vorig jaar nam de FIOD in samenwerking met de ILT 170 taxi’s in beslag die bij hetzelfde taxibedrijf hoorden. Zodra de bedrijven doorhebben dat ze in de gaten worden gehouden, laten ze het bedrijfje failliet gaan. “Voor ons is het lastig te achterhalen wie erachter zit, omdat de bedrijven werken met katvangers,” legt Klaassen uit. Katvangers laten zich betalen om een bedrijfje op hun naam te zetten, waardoor de werkelijke eigenaren buiten beeld blijven.
Het team van Klaassen voert niet alleen digitale inspecties uit door de arbeids- en rusttijden van taxichauffeurs te analyseren, maar bezoekt ook regelmatig taxiondernemingen. Dit gebeurt vaak als er vermoedens zijn van overtredingen. De inspecteurs krijgen te maken met uiteenlopende vormen van ontwijkingsgedrag. Via Telegram waarschuwen taxichauffeurs elkaar bijvoorbeeld in de groep ‘Taxi Update 24/7’ voor fysieke controles in Amsterdam.
Naast fraude en drugsgebruik zien de inspecteurs van de ILT ook een toename van agressie, intimidatie en bedreigingen. Dit probleem is niet uniek voor de taximarkt. Uit een rondgang van Trouw langs vier landelijke inspectiediensten blijkt dat agressie en bedreigingen in meerdere sectoren toenemen. Bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de toezichthouder die de meeste gevallen van agressie registreert, steeg het aantal meldingen van 81 in 2020 naar 130 in 2022. Vorig jaar werden er 125 meldingen geregistreerd, wat past in het bredere maatschappelijke beeld van verharding en meer agressie in sectoren zoals de zorg en het openbaar vervoer.