Het Nederlandse taxivervoer staat op de drempel van een aanzienlijke hervorming met de introductie van de Centrale Database Taxivervoer (CDT)-wetgeving.
Hoewel de initiatiefnemers een efficiëntere, meer gecentraliseerde administratie van ritgegevens willen waarborgen, uiten diverse spelers in de markt ernstige bedenkingen over de haalbaarheid en veiligheid van het nieuwe systeem. Euphoria Mobility, bekend onder de merknaam Cabman, heeft in een open brief haar zorgen geuit over deze aankomende wetgeving. Het bedrijf vreest dat de nieuwe regels, zoals ze nu zijn vormgegeven, aanzienlijke risico’s met zich meebrengen, variërend van verminderde databetrouwbaarheid tot stijgende kosten voor vervoerders.
Een van de kernpunten die Euphoria Mobility aansnijdt, is de legitimiteit van het gekozen meetinstrument. In het huidige systeem worden taxigegevens zoals tijd, afstand en locatie vastgelegd door een boordcomputer, een gecertificeerd en gekalibreerd systeem dat volgens Euphoria Mobility zeer betrouwbaar is. De nieuwe CDT-wetgeving zou echter niet de eis stellen van een geijkte GPS-sensor, wat betekent dat taxivervoerders een apparaat kunnen gebruiken dat minder nauwkeurig is.
“De GPS-locatie in dit vormvrije systeem is niet betrouwbaar meer te noemen,” stelt Euphoria Mobility. Het signaal kan gemakkelijk worden gemanipuleerd met apps, die vrij beschikbaar zijn in zowel de Apple App Store als de Google Play Store. Hierdoor wordt het mogelijk om de GPS-locatie of de geregistreerde diensttijden te beïnvloeden, wat vergelijkbaar zou zijn met het manipuleren van papieren rittenstaten. Dit zou kunnen leiden tot situaties waarin diensttijden niet meer betrouwbaar te controleren zijn, een probleem dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor het hele systeem.
kostenbesparing blijft uit
Euphoria Mobility uit daarnaast kritiek op de kostenstructuur die met de CDT-wetgeving gepaard gaat. De wetgeving lijkt te zijn ontworpen met kostenreductie voor vervoerders in gedachten, maar Euphoria Mobility waarschuwt dat deze doelstelling mogelijk niet wordt bereikt. In het huidige systeem is een gecertificeerde boordcomputer in staat om meerdere taken te combineren, zoals arbeidstijdregistratie, transactieverwerking en voertuiggegevens, maar de nieuwe regelgeving vereist integratie van meerdere losse systemen. Dit zou niet alleen hogere onderhoudskosten betekenen, maar ook extra apparatuur vereisen, met een aanzienlijke kostenstijging als gevolg.
"De huidige aanpak zal voor de vervoerder niet resulteren in kostenreductie," benadrukt Euphoria Mobility. Daarbij wijst het bedrijf op de noodzaak om smartphones en tablets regelmatig te vervangen, deels omdat fabrikanten beveiligingsupdates maar beperkt ondersteunen.
Euphoria Mobility haalt ook aan dat andere Europese landen, zoals Noorwegen, Zweden en Finland, sterk inzetten op gecertificeerde meetinstrumenten die rechtstreeks aan voertuigen zijn gekoppeld en voldoen aan internationale regels zoals de MID (Measurement Instruments Directive). In deze landen maakt men gebruik van intelligente taximeters die alle ritgegevens nauwkeurig registreren en toegankelijk maken voor instanties. Euphoria Mobility benadrukt dat een vergelijkbare aanpak Nederland zou kunnen helpen om beter aan te sluiten op Europese trends en tegelijkertijd de datakwaliteit en controle te waarborgen.
“Wij missen het directe toezicht op ritgegevens zoals dat in andere Europese landen de norm is,” aldus het bedrijf, dat eraan toevoegt dat de Nederlandse CDT-wetgeving afwijkende standaarden lijkt te hanteren ten opzichte van de rest van Europa.
Een ander kritiekpunt betreft de rol van ICT-dienstverleners en ketenpartners zoals de Belastingdienst en belangenbehartigende instanties voor chauffeurs. Euphoria Mobility merkt op dat de huidige wetgeving hen grotendeels buiten beschouwing laat. Dit zorgt ervoor dat vervoerders, en niet de dienstverleners, aansprakelijk zijn bij problemen met de registratie of kwaliteit van gegevens. Het ontbreken van een rol voor deze partijen zou volgens het bedrijf leiden tot een fragmentarische handhaving, waarbij elke ketenpartner mogelijk andere eisen stelt. “De kosten en complexiteit worden naar latere schakels in de keten verplaatst,” schrijft het bedrijf, dat waarschuwt dat de voordelen voor vervoerders daardoor gering zullen zijn.
Daarnaast benoemt Euphoria Mobility praktische bezwaren zoals de registratie van kentekenbewijzen. De wetgeving verplicht vervoerders om voertuigen handmatig te registreren met behulp van een smartcardchip, wat specifieke hardware vereist. Voor veel zelfstandige ondernemers en kleinere vervoerders zou deze maatregel omslachtig zijn en moeilijk uitvoerbaar. De complexe technologische eisen van het systeem kunnen vervoerders ontmoedigen om de nieuwe wetgeving te omarmen, stelt Euphoria Mobility.
Hoewel de kritiek van Euphoria dus gezien kan worden als het beschermen van hun eigen belangen, werpt het ook belangrijke vragen op over de effectiviteit en betrouwbaarheid van de nieuwe CDT-wetgeving.
Euphoria Mobility is voorstander van modernisering in de taxibranche, maar benadrukt dat veranderingen op een weloverwogen manier moeten worden doorgevoerd. In haar slotverklaring waarschuwt het bedrijf dat de CDT-wetgeving in haar huidige vorm het risico met zich meebrengt dat vervoerders het overzicht verliezen door de veelheid aan systemen en datastromen. Het bedrijf pleit voor een oplossing die niet alleen kostenreductie beoogt, maar ook de betrouwbaarheid, transparantie en integriteit van data waarborgt. “De markt moet kunnen vertrouwen op oplossingen die de juiste kwaliteit, werking en nauwkeurigheid bieden,” stelt Euphoria Mobility, en benadrukt dat een overhaaste implementatie van het nieuwe systeem zowel vervoerders als handhavingsinstanties voor grote uitdagingen kan stellen.
eigen belang
De kritische opmerkingen van Euphoria Mobility over de nieuwe Centrale Database Taxivervoer (CDT)-wetgeving kunnen gezien worden als belangenbehartiging vanuit hun positie als leverancier van de huidige boordcomputers. Als producent en leverancier van technologie die al jaren essentieel is voor de registratie van taxi- en vervoersgegevens, heeft Euphoria natuurlijk baat bij het behoud of de uitbreiding van deze markt. De nieuwe wetgeving kan namelijk leiden tot een verschuiving waarbij software-oplossingen op smartphones of tablets de traditionele boordcomputer vervangen, wat hun marktaandeel en relevantie zou kunnen verminderen.
Euphoria stelt dat de huidige boordcomputers hogere standaarden bieden op het gebied van databetrouwbaarheid, veiligheid en integriteit van ritgegevens. Deze systemen zijn gecertificeerd en kunnen meer complexe taken uitvoeren, zoals het direct vastleggen van transacties en arbeidstijden, wat ze volgens het bedrijf betrouwbaarder maakt dan de voorgestelde softwarematige oplossingen. Dit kan inderdaad worden opgevat als een argument om het gebruik van hun technologie te blijven waarborgen.
Echter, hun kritiek is niet volledig ongefundeerd. De keuze van Nederland om die standaarden losser toe te passen in de CDT-wetgeving kan risico’s met zich meebrengen. Ook de kosten voor vervoerders, die Euphoria aanstipt, vormen een legitieme zorg, vooral wanneer de nieuwe systemen mogelijk extra apparatuur en integraties vereisen, wat de totale kosten voor ondernemers kan verhogen in plaats van verlagen.