Met ingang van 1 januari 2025 worden de maximumtarieven voor taxivervoer in Nederland verhoogd.
Dit besluit is op 12 december 2024 gepubliceerd in de Staatscourant door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De aanpassing is het gevolg van de jaarlijkse indexering op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI), die voor 2025 is vastgesteld op 3,34 procent. Hiermee worden de kostenstijgingen in de taxibranche doorberekend in de tarieven.
De wijziging, zoals vastgesteld door staatssecretaris C.A. Jansen, treft zowel de starttarieven als de kilometer- en tijdtarieven. Het starttarief voor een taxi stijgt van €4,02 naar €4,15, terwijl het kilometertarief toeneemt van €2,96 naar €3,05. Ook het wachttarief, dat in rekening wordt gebracht tijdens stilstand of vertraging, gaat licht omhoog van €0,49 naar €0,50 per minuut. Voor grotere voertuigen of groepsvervoer zijn de nieuwe tarieven navenant aangepast.
kwetsbare reizigers
Volgens de toelichting bij het besluit is de jaarlijkse indexering bedoeld om de tariefstructuur in de taxisector transparant en eerlijk te houden. Hoewel de tarieven gemaximeerd zijn, hebben taxiondernemers de vrijheid om lagere prijzen aan te bieden of vooraf vaste ritprijzen overeen te komen met klanten. Het reguleren van de maximumtarieven is volgens het ministerie noodzakelijk om met name kwetsbare consumenten, zoals toeristen en ouderen, te beschermen tegen buitensporige kosten.
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, conform de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen.
Staatssecretaris Jansen benadrukt dat de tarieven uitsluitend gelden voor regulier taxivervoer zonder vooraf overeengekomen prijs. Contractvervoer en andere vormen van taxidiensten vallen buiten deze regeling.
reacties vanuit de sector
De wijziging heeft tot reacties geleid vanuit de taxibranche en andere belanghebbenden. Tijdens de internetconsultatie, die liep van 18 oktober tot en met 15 november 2024, werden acht reacties ingediend. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de belangenorganisatie voor de transportsector, pleit voor een andere indexeringsmethode, waarbij de zogenoemde NEA-kostenontwikkelingsindex als uitgangspunt wordt genomen. Volgens KNV sluit deze beter aan op de werkelijke kostenontwikkelingen in de branche. Daarnaast dringt de organisatie aan op het afschaffen van wettelijke maximumtarieven, omdat deze niet zouden passen binnen een geliberaliseerde markt.
Hoewel het ministerie deze punten erkent, blijft het vasthouden aan de huidige tariefstructuur. “Het afschaffen van maximumtarieven zou consumenten, vooral kwetsbare groepen, blootstellen aan financiële risico’s,” stelt de toelichting.
Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de belangenorganisatie voor de transportsector, pleit voor een andere indexeringsmethode, waarbij de zogenoemde NEA-kostenontwikkelingsindex als uitgangspunt wordt genomen.
De aanpassing van de tarieven brengt eenmalige nalevingskosten met zich mee voor taxiondernemers. Zo moeten taxameters worden herijkt en nieuwe tariefkaarten worden uitgegeven. Het ministerie heeft berekend dat de totale nalevingskosten voor de sector ongeveer €814.800 bedragen, wat neerkomt op een gemiddelde van €21 per voertuig. Dit bedrag omvat onder meer het aanpassen van de taxameters en het vernieuwen van de tariefkaarten die verplicht zichtbaar moeten zijn in de voertuigen.
Volgens de toelichting zal de werkelijke impact op de sector lager uitvallen, omdat niet alle taxi’s onder het maximumtariefregime vallen. Zo zijn bijvoorbeeld contractvervoer en vooraf afgesproken vaste ritprijzen vrijgesteld van deze regelgeving.
toekomstplannen
De nieuwe tarieven worden per 1 januari 2025 van kracht en zullen daarna jaarlijks opnieuw worden beoordeeld op basis van de LTI. Het ministerie heeft aangegeven dat het rekenmodel voor nalevingskosten in 2026 opnieuw zal worden geëvalueerd. Voor dit jaar zijn de berekeningen gebaseerd op het aantal actieve taxi’s in Nederland, vastgesteld op 38.800 voertuigen, zoals bevestigd door gegevens van de RDW.
Met de jaarlijkse indexering wil de overheid een balans behouden tussen redelijke prijzen voor consumenten en eerlijke inkomsten voor taxiondernemers. De sector zelf blijft echter aandringen op meer flexibiliteit en een herziening van de tariefstructuur.