De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn voert vanaf 1 april een aanzienlijke tariefverhoging door op al haar producten.
De prijsstijging is het gevolg van een beslissing van de Vlaamse regering, die twee weken geleden het tarievenkader vastlegde. De gemiddelde verhoging bedraagt 18,37 procent, wat volgens de regering nodig is om de inflatie van de afgelopen jaren te compenseren.
Een van de meest opvallende aanpassingen is de stijging van de prijs van een standaardticket, dat van 2,50 euro naar 3 euro gaat. Ook de prijs van een tienrittenkaart wordt duurder en stijgt van 17 naar 21 euro. Voor frequente reizigers wordt het eveneens een stuk prijziger: de vijftigrittenkaart wordt 90 euro in plaats van 75 euro. Wie af en toe een dagticket koopt, betaalt binnenkort 9 euro in plaats van 7,50 euro. Voor kinderen stijgt de prijs van een dagticket met 50 cent naar 4,50 euro.
Ondanks de algemene stijging blijven sommige tarieven grotendeels ongewijzigd. Op vraag van de Vlaamse regering wordt de prijs van het Buzzy Pazz-abonnement voor jongeren tussen 18 en 24 jaar niet verhoogd. Dit is bedoeld om mobiliteit voor jongeren betaalbaar te houden. Voor andere leeftijdsgroepen wordt de stijging beperkt gehouden. Abonnementen met een sociale correctie, zoals het Vervoersgarantie (VG)-abonnement en het Verhoogde Tegemoetkoming (VT)-abonnement, stijgen lichtjes naar respectievelijk 54 en 66 euro per jaar.

Naast de prijsverhogingen voert De Lijn ook enkele praktische wijzigingen door. De extra kost voor een sms-ticket stijgt van 0,15 euro naar 0,25 euro. Bovendien wordt de geldigheidsduur van tickets en abonnementen op een elektronische kaart ingekort naar één jaar. Dit betekent dat reizigers hun aangekochte ritten binnen een jaar moeten opgebruiken, anders vervallen ze.
De Vlaamse regering wil De Lijn meer tariefautonomie geven, iets wat al langer werd beloofd. Vanaf 1 april legt de overheid enkel de richtlijnen vast, maar bepaalt De Lijn zelf hoe ze de prijsstijgingen invult. De overheid heeft wel vastgelegd dat de gemiddelde verhoging 18,37 procent moet bedragen, met enkele beperkingen. Zo mogen abonnementen voor jongeren (18-24) en ouderen (65+) niet meer dan 60 procent van een standaardtarief bedragen. Sociale tarieven blijven onder de bevoegdheid van de regering.
Ook in de toekomst zullen de tarieven van De Lijn blijven stijgen. De vervoersmaatschappij moet de ticketprijzen jaarlijks laten meegroeien met de gezondheidsindex. Dit betekent dat reizigers in de komende jaren rekening moeten houden met verdere prijsverhogingen.