De invoering van strenge milieuzones in steden als Amsterdam en Utrecht zorgt voor steeds grotere verdeeldheid.
Terwijl voorstanders de maatregelen zien als een noodzakelijke stap naar schonere lucht en een beter leefklimaat, klinkt er vanuit verschillende hoeken kritiek. Vooral de impact op autobezitters, marktkooplui en bezoekers van de stad wordt als problematisch ervaren. Volgens critici leidt het beleid tot sociale ongelijkheid en de aantasting van de traditionele levendigheid van de stad.
buitengesloten
Met de invoering van de milieuzones worden veel oudere dieselvoertuigen uit het stadscentrum geweerd. In Amsterdam en Utrecht geldt bijvoorbeeld dat diesels van vóór 2010 niet langer welkom zijn. Dit betekent dat veel autobezitters, vooral mensen die zich geen nieuwer voertuig kunnen veroorloven, de stad niet meer in kunnen.
Daar komt bij dat er strenge controles plaatsvinden en de boetes niet mals zijn. Wie zich niet aan de regels houdt, riskeert een boete van 120 euro per overtreding. Dit leidt tot frustratie bij mensen die afhankelijk zijn van hun auto voor werk of familiebezoek. De stijgende parkeertarieven maken de situatie er niet beter op. In delen van Amsterdam kan parkeren inmiddels oplopen tot acht euro per uur, een prijs die veel mensen ontmoedigt om de stad nog in te rijden.
Volgens Eerste Kamerlid Annabel Nanninga (JA21) dreigen de maatregelen de “ziel van de stad” weg te rukken. Zij wijst erop dat de levendigheid van de stad juist wordt bepaald door de interactie tussen bewoners, bezoekers en ondernemers. Door het moeilijker en duurder te maken om de stad te bereiken, wordt de sociale dynamiek ernstig verstoord.
Marktkooplieden merken een forse terugloop in het aantal bezoekers. Waar gezinnen voorheen wekelijks inkopen deden op de markt, blijven ze nu vaker weg. De combinatie van hoge parkeerkosten en de moeilijkheid om met de auto te komen, maakt dat steeds minder mensen de markt bezoeken.

Marktkooplui luiden de noodklok. Hun inkomsten dalen en het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. Veel van hen beschikken niet over de middelen om over te stappen op elektrische voertuigen, waardoor ze praktisch worden uitgesloten van de markt. Dit leidt niet alleen tot economische problemen, maar tast ook de sociale functie van de markt aan.
ontheffingen
Voor mensen die afhankelijk zijn van hun auto, zoals ouderen en mensen met een beperking, zouden er ontheffingen moeten zijn. Maar in de praktijk blijkt het aanvragen van een ontheffing een moeizaam proces. De criteria zijn streng en vaak onduidelijk, waardoor veel aanvragen worden afgewezen. Dit zorgt voor extra frustratie bij mensen die niet zomaar een alternatief hebben.
Volgens critici raakt het beleid vooral de kwetsbare groepen in de samenleving. Wie geld heeft, kan zich een elektrische auto veroorloven of parkeren in dure garages, terwijl anderen gedwongen worden om buiten de stad te blijven. Dit creëert een tweedeling waarbij de stad steeds minder toegankelijk wordt voor mensen met een lager inkomen.
sociale gevolgen
De maatregelen zijn ingevoerd met het doel de luchtkwaliteit te verbeteren, maar tegenstanders stellen dat de negatieve effecten voor burgers en ondernemers zwaarder wegen. De vraag blijft of de balans tussen klimaatdoelen en de leefbaarheid van de stad wel goed wordt bewaakt.
Voor nu lijkt de trend van strengere milieuregels door te zetten. De grote vraag is of gemeentes gehoor zullen geven aan de groeiende kritiek en aanpassingen zullen doen om de toegankelijkheid van de stad te waarborgen. Want als de maatregelen de levendigheid van de stad uithollen, is de vraag of de stad nog wel echt een stad blijft.