Terwijl het publieke debat over de taxisector in Amsterdam zich blijft opstapelen met kritiek, regels en incidenten, klinkt er een opvallende stem van binnenuit.
Marcel Bakker, COO van TCA TAXI, laat van zich horen op zijn sociale media en breekt een lans voor de mensen die volgens hem te vaak worden weggezet als anonieme dienstverleners: de taxichauffeurs. “De Amsterdamse taximarkt is al jaren onderwerp van debat,” stelt Bakker. “Van krantenkoppen vol kritiek tot discussies over regelgeving en gedrag. En veel te vaak staan daar de taxichauffeurs in het midden van. Niet als gesprekspartner, maar als mikpunt.” Zijn woorden klinken oprecht en geladen, een zeldzame toon van binnenuit een sector die doorgaans vooral object is van beleid in plaats van participant.
Met zijn uitgesproken visie hoopt Bakker het beeld te kantelen. “Laat me dit zeggen, luid en duidelijk: het is tijd dat we weer menselijk kijken naar deze sector en naar de mensen die haar draaiende houden.” Hij spreekt uit ervaring. Dagelijks werkt hij met honderden chauffeurs die volgens hem onzichtbaar werk verrichten: “Mannen en vrouwen die vroeg opstaan, laat naar huis gaan, hun weg vinden in de chaos van de stad, met een glimlach een deur openhouden, een koffer tillen, een veilige rit bieden aan wie dat nodig heeft.”
media en politiek
Tegenover die inzet staat volgens Bakker een eenzijdig beeld in de media en politiek. “Wat mij raakt, is hoe makkelijk we generaliseren. Alsof ‘de taxiwereld’ één homogene groep is. Alsof elk incident een reden is om een hele beroepsgroep te veroordelen.” Daarmee doelt hij onder andere op de reputatieschade die de sector jarenlang opliep, met name na de liberalisering in 2000, toen het aantal taxi’s explosief groeide en incidenten bij standplaatsen in het nieuws domineerden.
Sindsdien is er veel veranderd. De stad Amsterdam voerde sinds 2012 een TTO-beleid in, waardoor alleen chauffeurs aangesloten bij erkende organisaties op standplaatsen mogen werken. Daarmee wilde de gemeente de kwaliteit verhogen en orde brengen in de versnipperde markt. TCA, met zo’n duizend chauffeurs, is daarbij al jarenlang een gevestigde speler.
Maar regelgeving is slechts een deel van het verhaal. Bakker hamert op iets fundamentelers: waardering en respect. “Waar blijft het eerlijke verhaal? Over de chauffeur die uren wacht op Schiphol en dan vriendelijk blijft. Over de rit midden in de nacht voor een kwetsbare passagier. Over de stille kracht van mensen die met hun werk de stad mobiel houden.” Volgens hem verdient de taxichauffeur een plek aan tafel als volwaardig gesprekspartner in het mobiliteitsbeleid. “Willen we mobiliteit eerlijk, veilig, duurzaam en inclusief maken? Dan moeten we samenwerken mét chauffeurs, niet ondanks hen.”
innovatie
Bakker onderstreept dat innovatie noodzakelijk is, maar waarschuwt voor een te technische benadering. “Techniek helpt ons vooruit, maar technologie vervangt geen menselijkheid.” Onder zijn leiding zet TCA stevig in op digitalisering, met onder meer AI-aangestuurde bestelsystemen via WhatsApp, maar tegelijkertijd blijft volgens hem de menselijke factor centraal staan. “De taxichauffeur is geen anonieme dienstverlener. Het is een vakmens. Een ondernemer. Een gids. Soms een luisterend oor. Altijd een schakel in de stad.”
Aan het slot van zijn betoog richt Bakker zich rechtstreeks tot de buitenwereld: “Aan collega-influencers, beleidsmakers, opiniemakers en journalisten: kijk nog eens goed. Achter elk stuur zit een mens met een verhaal. Sta daar even bij stil voordat je oordeelt. Want als je écht luistert, hoor je de stad kloppen.”
Bakker spreekt niet als bestuurder alleen. Zijn woorden ademen betrokkenheid, bijna activistisch van toon, en dat is precies wat hij wil: “Ik sta voor alle chauffeurs. Niet alleen als COO. Maar vooral als mens.”

