Niet de chauffeur, maar het systeem is het probleem. Chauffeurs moeten tegelijk rijden, begeleiden en verzorgen.
Het vervoer van kwetsbare groepen van zowel Wmo-gebruikers als leerlingen met een beperking staat in veel gemeenten zwaar onder druk. Klachten over te laat komende taxi’s, ritten die uitvallen en kinderen die uren in de auto zitten, stapelen zich op. Ouders en verzorgers trekken aan de bel, chauffeurs raken overbelast en gemeenten wijzen naar elkaar. Terwijl vervoerders worstelen met lage tarieven en krappe planningen, lijkt bij sommige reizigers en ouders het besef te ontbreken dat dit geen privé-taxidienst is, maar collectief vervoer dat afhankelijk is van vele schakels en onvoorziene omstandigheden.
Toch kan de sector ook met een beschuldigende vinger naar zichzelf wijzen. Want de scherpe tarieven waar vervoerders nu onder zuchten, zijn deels door henzelf in het leven geroepen. Jarenlang hebben grote bedrijven hun offertes ingediend tegen bodemprijzen om de concurrentie af te troeven, met alle gevolgen van dien.
Die strategie, ingegeven door de wens om per se marktaandeel te behouden of te vergroten, heeft geleid tot een neerwaartse spiraal. Elke nieuwe aanbesteding werd goedkoper dan de vorige, tot de marges vrijwel verdwenen waren. Het werd een race naar de bodem. We kunnen niet ontkennen dat de sector daar zelf een rol in heeft gespeeld. Bedrijven hebben jarenlang meegeboden op prijzen waarvan ze wisten dat ze eigenlijk niet haalbaar waren.
De aanbestedingen, waarin vaak de laagste prijs de doorslag geeft, zorgen ervoor dat grote landelijke vervoerders enorme percelen binnenhalen. Die moeten vervolgens duizenden ritten per dag organiseren binnen een beperkt tijdsblok. Dat is logistiek bijna ondoenlijk. Bedrijven zitten nu gevangen tussen lage tarieven en hoge verwachtingen. Er wordt te veel gevraagd voor te weinig geld.
het kraakt
Het resultaat is een keten die kraakt. Kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking komen soms te laat op school of dagbesteding. Ouders melden dat hun kind overstuur raakt door lange wachttijden of ritten die plotseling worden geannuleerd. “Mijn dochter van elf met autisme zat vorige week meer dan anderhalf uur in de taxi,” vertelt een moeder uit Utrecht. “Ze was overstuur toen ze aankwam. De chauffeur kon er niets aan doen, maar het systeem werkt gewoon niet.”
Ook bij het Wmo-vervoer, dat ouderen en mensen met een beperking moet helpen om zelfstandig te blijven, klinken soortgelijke verhalen. Reizigers melden ritten die niet worden uitgevoerd, gebrekkige communicatie en chauffeurs die oververmoeid zijn. Een oudere man uit Noord-Brabant zegt: “Ik wachtte bijna twee uur. De taxi kwam niet. Toen ik belde, kreeg ik te horen dat mijn rit ‘vervallen’ was. Zonder bericht.”

Chauffeurs en reizigers de dupe van onhaalbare prijsafspraken. Lokale vervoerders pleiten voor realistische tarieven en menselijker vervoer.
Niet alleen de lage prijs heeft die de problemen veroorzaakt, maar vooral de schaalgrootte van de contracten. Gemeenten kiezen steeds vaker voor één grote aanbieder die het hele gebied moet bedienen. Daardoor verdwijnt de lokale kennis die cruciaal is om het vervoer soepel te laten verlopen. Een lokale vervoerder kent de wegen, de scholen, de cliënten en hun behoeften. Zij weten dat een bepaald kind bang wordt als het te lang moet wachten of dat een oudere passagier moeite heeft met trapjes. Die menselijke kennis kun je niet vangen in een spreadsheet.
Ik pleit er daarom voor om de grote contracten op te knippen in kleinere, regionale percelen. Dat zou niet alleen de kwaliteit verhogen, maar ook lokale ondernemers een eerlijke kans geven. Als gemeenten het vervoer verdelen over kleinere partijen, wordt de planning overzichtelijker en menselijker. Kleine taxibedrijven kunnen veel flexibeler inspelen op onverwachte situaties.
maatwerk
Ook ouders van leerlingen met een beperking pleiten voor meer maatwerk. Een ouderraad van een speciale basisschool in stuurde onlangs een brief naar de gemeente waarin ze klaagden over de ‘onmenselijke planningen’. In de brief staat: “Onze kinderen zijn geen pakketjes die opgehaald en afgeleverd moeten worden. Ze hebben structuur en rust nodig. Die verdwijnt door het jachtige systeem dat nu is ontstaan.”
Gemeenten erkennen dat de problemen toenemen, maar wijzen op de druk van stijgende kosten en krapte op de arbeidsmarkt. “De budgetten staan onder druk,” zegt een gemeentewoordvoerder. “We proberen de balans te vinden tussen betaalbaarheid en kwaliteit, maar het is een ingewikkeld vraagstuk.” Toch groeit ook binnen de politiek het besef dat het anders moet. Gelukkig pleiten diverse raadsleden ervoor om kwaliteit en lokale kennis zwaarder te laten wegen dan prijs bij toekomstige aanbestedingen.
chauffeurs
Chauffeurs, die dagelijks met de passagiers werken, voelen de spanning het sterkst. “Wij worden aangekeken als iets misgaat,” vertelt een chauffeur die al twintig jaar in het leerlingenvervoer werkt. “Maar wij doen wat we kunnen met de planning die we krijgen. De computer bepaalt de route, niet wij.” Niet de chauffeurs zijn het probleem, maar het systeem waarin zij gedwongen werken. Terwijl klachten over lange wachttijden, uitvallende ritten en overspannen planningen zich opstapelen, zijn het juist de chauffeurs die dagelijks proberen het onmogelijke mogelijk te maken. Zij bevinden zich in de frontlinie van een systeem dat door jarenlange bezuinigingen, te lage aanbestedingstarieven en onrealistische verwachtingen van gemeenten én reizigers is vastgelopen.

Het doelgroepenvervoer – bedoeld voor ouderen, mensen met een beperking en kinderen in het speciaal onderwijs – is in de loop der jaren veranderd van een zorgvoorziening in een logistiek rekenmodel. Gemeenten schrijven enorme percelen uit, waarop grote vervoersbedrijven tegen bodemprijzen inschrijven. Wat daarna volgt, is een puzzel van duizenden ritten per dag binnen een paar uur tijd. En wie die puzzel moet leggen? De chauffeurs.
“De werkdruk is gigantisch,” zegt een chauffeur die al vijftien jaar leerlingen vervoert in Zuid-Holland. “We krijgen een route vanachter een computer voorgeschoteld die in theorie klopt, maar in de praktijk onmogelijk is. Files, kinderen die langer de tijd nodig hebben om in te stappen, of ouders die nog even iets willen zeggen — daar houdt de planning geen rekening mee. En als we vijf minuten te laat zijn, krijgen we de klachten over ons heen.”
opvoeden
De verwachtingen zijn bovendien de laatste jaren alleen maar toegenomen. Van chauffeurs wordt niet alleen gevraagd dat ze veilig en op tijd rijden, maar ook dat ze optreden als begeleider, verzorger en soms zelfs als opvoeder. “We moeten de kinderen helpen uitstappen, begeleiden tot aan de schoolpoort, troosten als ze overstuur zijn en rustig blijven als er iets misgaat onderweg,” vertelt een andere chauffeur. “Dat doen we met liefde, maar het is geen taak die past binnen de tijdsdruk die we krijgen. Soms moeten we kiezen tussen menselijkheid en planning — en dat voelt vreselijk.”
Gemeenten geven intussen toe dat de uitvoering onder druk staat, maar wijzen op budgettaire beperkingen. “We begrijpen de signalen,” zegt een gemeentewoordvoerder. “Maar het is een complexe taak met beperkte middelen.” Een verklaring die binnen de sector met gefronste wenkbrauwen wordt ontvangen. Want de lage tarieven zijn mede het gevolg van aanbestedingen waarbij prijs belangrijker is dan kwaliteit.