Een nieuw kalenderjaar staat traditioneel symbool voor verandering en dat geldt in 2026 nadrukkelijk voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Vanaf 1 januari treden meerdere aanpassingen in regelgeving in werking die zowel particulieren als bedrijven raken. De wijzigingen lopen uiteen van nieuwe spelregels voor het gebruik van drones tot strengere eisen voor voertuigen en een aangepaste belastingregeling voor elektrische auto’s. De overheid wil met deze maatregelen de veiligheid vergroten, de duidelijkheid op de weg verbeteren en duurzaamheid verder stimuleren.
dronegebruikers
Binnen het luchtruim boven Nederland verandert het speelveld voor dronegebruikers ingrijpend. De zonering die bepaalt waar wel en niet met drones mag worden gevlogen, wordt herzien. De regels blijven gebaseerd op het risico op ongelukken en de mogelijke gevolgen daarvan, maar de indeling van de zones wordt aangepast. Sommige gebieden krijgen strengere beperkingen, andere zones worden samengevoegd en enkele vervallen volledig. Voor gebruikers betekent dit dat bestaande vliegroutes niet automatisch behouden blijven. De actuele situatie is terug te vinden in de Aeret Kaartviewer, waar ook inzichtelijk is onder welke voorwaarden vliegen in bepaalde gebieden toch is toegestaan. Daarmee wil het ministerie voorkomen dat recreatieve en professionele dronepiloten onbedoeld de regels overtreden.
RDW-erkend
Ook op de weg verandert er het nodige. Voor bromfietsen, scooters, snorfietsen, speed pedelecs en zogenoemde bijzondere bromfietsen wordt het einde ingeluid van het zelf slopen. Vanaf 1 januari 2026 mogen deze voertuigen uitsluitend nog worden gedemonteerd door een RDW-erkend sloop- of demontagebedrijf. Het doel is om hergebruik en recycling van onderdelen te bevorderen en te voorkomen dat schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen. Door de sloop te centraliseren bij erkende bedrijven krijgt de overheid beter zicht op de verwerking van materialen en de afvoer van afvalstoffen.
Al deze maatregelen samen laten zien dat 2026 een jaar wordt waarin regelgeving strakker, duidelijker en meer gericht op veiligheid en duurzaamheid wordt vormgegeven. Voor burgers en bedrijven betekent dit wennen aan nieuwe regels, maar ook meer helderheid over wat wel en niet is toegestaan.
De veiligheid staat ook centraal bij de aanpassing voor de zogeheten BSO-bus. Het maximaal aantal zitplaatsen voor passagiers wordt teruggebracht van tien naar acht. Minder passagiers betekent een stabieler en wendbaarder voertuig, dat bovendien sneller tot stilstand kan komen door een kortere remweg. Volgens het ministerie draagt deze maatregel bij aan een hogere verkeersveiligheid, zowel voor inzittenden als voor andere weggebruikers.
milieuzones
Een opvallende wijziging in het straatbeeld volgt met de invoering van een nieuw verkeersbord voor zero-emissiezones en milieuzones. Het nieuwe bord vervangt meerdere bestaande varianten en moet het voor bestuurders duidelijker maken waar voertuigen met schadelijke uitstoot beperkt of helemaal niet welkom zijn. Op het bord is in één oogopslag te zien welke voertuigen zijn uitgesloten. Gemeenten krijgen de tijd om de oude borden te vervangen tussen 1 januari en 1 juli 2026, zodat de overgang geleidelijk verloopt.
Voor automobilisten met een elektrische auto verandert er eveneens iets in de portemonnee. De korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische en andere zero-emissie personenauto’s wordt verlaagd. Elektrisch rijden blijft fiscaal aantrekkelijker dan rijden op fossiele brandstoffen, maar het verschil wordt kleiner. De overheid zet hiermee een volgende stap in het normaliseren van elektrische mobiliteit, nu het aantal elektrische voertuigen op de weg blijft groeien.

