Defensie houdt in de offerteaanvraag vast aan 4 stuks.
“Het gaat om een belangrijk project en om veel geld. We zijn daarom bij de offerteaanvraag niet over een nacht ijs gegaan om te bepalen wat voor onderzeeboten we willen en hoeveel we ervoor willen betalen. Daarnaast willen we dat de boot bewapend kan worden, dat de boten op tijd worden geleverd en dat de Nederlandse industrie betrokken wordt bij de bouw en onderhoud. Deze mijlpaal luidt de volgende fase in.”
staatssecretaris Van der Maat van Defensie
Zoals aangegeven in de Defensienota 2022 wil Defensie investeren in het versterken van de slagkracht van de krijgsmacht. De vervanging van de onderzeeboten, een niche-capaciteit binnen de NAVO en EU, is daar een belangrijk onderdeel van. De dreiging aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied maakt extra duidelijk hoe belangrijk het is dat NAVO-partners blijven investeren in hun capaciteiten. Voor de marine investeert Defensie bovendien in de aanschaf van langeafstandsraketten die vanaf fregatten en onderzeeboten zijn te lanceren. De Tweede Kamer wordt in 2023 nader over deze behoefte geïnformeerd.
budget
Het budget voor het project is verhoogd. Dit extra geld is deels gereserveerd in de Defensiebegroting 2023. Ook heeft Defensie geld vrijgemaakt door enkele projecten uit de lange termijnplanning te identificeren waarvan de midlife update later uitgevoerd kan worden. Defensie acht dit voor nu acceptabel, omdat het effect op de operationele gereedheid beperkt zou zijn. Het kabinet vindt het project deze investering waard.
“De onderzeeboot is een van onze belangrijkste strategische wapensystemen: ze zijn vrijwel onvindbaar en krachtig in elke fase van conflict. We kunnen ze daarom gebruiken voor veel verschillende taken. Het beschermen van schepen, het weren van tegenstanders, het verzamelen van inlichtingen en het inzetten van onze special forces. Nederland en de NAVO moeten op deze unieke capaciteit kunnen rekenen.”
Defensie wil dat de werven de Nederlandse industrie betrekken bij de bouw en het onderhoud van de boten. Zo wordt het Nederlandse bedrijfsleven geholpen, ook op de internationale markt, en wordt werkgelegenheid gecreëerd en kennis behouden. Daarom zal de winnende werf een overeenkomst moeten afsluiten met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat: een zogenaamde industriële samenwerkingsovereenkomst.
Ook krijgt de Directie Materiële Instandhouding van de marine een regierol bij het onderhoud van de nieuwe onderzeeboten. Zo blijft personeel behouden en kunnen we investeren in nieuw personeel en infrastructuur. Den Helder moet namelijk een ‘submarine maintenance valley’ worden.