Maandag liepen onderhandelingen onder begeleiding van de EU en de Verenigde Staten vast.
In een elf uur durende poging bereikten Belgrado en Pristina woensdag 23 november een door de EU bemiddeld akkoord om een einde te maken aan een gevaarlijk geschil over autokentekenplaten in het noorden van Kosovo, waarvan het Westen had gewaarschuwd dat het tot etnisch geweld zou kunnen leiden.
Vlak voor het verstrijken van het ultimatum hebben Servië en Kosovo een jarenlang conflict over nummerborden opgelost. Volgens de vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Josep Borrell stopt Servië met het uitgeven van speciale kentekenplaten voor Kosovo, en zal Kosovo niet verder gaan met het registreren van voertuigen van Servische inwoners.
“We have a deal”
Beide partijen zouden streven naar normalisering van de betrekkingen. Kosovo verklaarde zich in 2008 onafhankelijk van Servië. Kosovo had gedreigd vanaf donderdag te beginnen met het beboeten van chauffeurs als ze kentekenplaten van Belgrado zouden blijven gebruiken maar de EU bezweer de spanningen over de kentekenplaten. De president van Kosovo, Vjosa Osmani, bedankte de VS ondertussen in een tweet op woensdag “voor hun actieve betrokkenheid bij het bereiken van de deal van vandaag in Brussel”.
"De twee partijen hebben vandaag een grote stap voorwaarts gezet, met hulp van de EU, om vrede en stabiliteit in de hele regio te verzekeren"
Ned Price - woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Na een diplomatiek conflict besliste de regering van Kosovo eerder de invoering van nieuwe regels uit te stellen die mensen in de meeste etnisch-Servische gebieden zouden dwingen hun door Servië uitgegeven kentekenplaten te ruilen voor Kosovaarse kentekenplaten. De regels zouden maandag 1 augustus 2022 om middernacht in werking treden maar werden toen met een maand uitgesteld na overleg met de VS en de EU. De Kosovaarse politie had twee grensovergangen gesloten nadat Servische Kosovaren wegversperringen hadden opgeworpen.
gespannen
Kosovo verklaarde in februari 2008 eenzijdig de onafhankelijkheid van Servië, na jaren van gespannen betrekkingen tussen de Servische en voornamelijk Albanese inwoners. Het is erkend door de Verenigde Staten en de belangrijkste landen van de Europese Unie, maar Servië, gesteund door zijn bondgenoot Rusland, weigerde dit te doen, net als de meeste etnische Serviërs in Kosovo.
De onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo uit 2008 wordt erkend door ongeveer 110 landen, maar niet door Servië, Rusland, China en de vijf EU-lidstaten Cyprus, Griekenland, Roemenië, Slowakije en Spanje. De NAVO heeft nog steeds zo’n 3.700 vredeshandhavers ter plaatse, de KFOR-macht, om eventuele opflakkeringen in de regio te voorkomen.