De Hoge Raad heeft vandaag arrest gewezen in de rechtszaak die tien Hongaarse chauffeurs hebben aangespannen tegen hun voormalige werkgever Silo Tank Kft.
De uitspraak van de Hoge Raad heeft betrekking op de vraag of de Hongaarse chauffeurs in de periode 2007-2012 Nederlands loon hadden moeten ontvangen voor de internationale transportactiviteiten die zij hebben uitgevoerd in opdracht van Silo Tank (inmiddels Van den Bosch Transport Kft.).
Hongaars of Nederlands loon
Op 2 mei 2017 oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat de chauffeurs geen aanspraak hebben op Nederlands loon. Deze uitspraak is door de Hoge Raad op 23 november 2018 vernietigd. Op 27 juli 2021 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat de chauffeurs aanspraak hebben op Nederlands loon.
Vernietiging eerdere uitspraak
De Hoge Raad heeft vandaag de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juli 2021 vernietigd. Dat betekent dat de Hongaarse chauffeurs geen aanspraak kunnen maken op Nederlands loon. De zaak wordt verwezen naar het gerechtshof Amsterdam. Daarmee volgt de Hoge Raad het eerdere advies van de advocaat-generaal op. De Hoge Raad vernietigt onder meer het oordeel van het hof dat Nederland het gewone werkland van de Hongaarse chauffeurs was.
Bevestiging van juist handelen
CEO Rico Daandels van Van den Bosch is verheugd met de uitspraak: “De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt dat we juist gehandeld hebben en dat de chauffeurs altijd op de juiste wijze zijn beloond.” De uitspraak bewijst volgens Daandels opnieuw de complexheid van deze materie – niet alleen binnen deze zaak, maar sectorbreed. Ook doet de zaak het imago van de sector geen goed. “We zijn nu tien jaar verder en moeten helaas concluderen dat de opstelling en toon van vakbond FNV polariserend en beschadigend voor de sector gewerkt hebben.”
standpunt FNV
In de langslepende zaak van tien Hongaarse chauffeurs tegen Van den Bosch Transport oordeelde de Hoge Raad vandaag dat de zaak nogmaals beoordeeld moet worden door het Gerechtshof. De Hoge Raad is van mening dat het Gerechtshof, dat eerder oordeelde dat de Hongaarse chauffeurs recht hebben op Nederlandse cao-loon, in haar uitspraak onvoldoende heeft gemotiveerd waarom Nederlands- en niet Hongaars recht van toepassing is op de arbeidscontracten van de chauffeurs. Een ander gerechtshof moet nu opnieuw en voor de derde keer een oordeel geven over de zaak.
In een vergelijkbare zaak tegen een bedrijf uit Litouwen oordeelde de strafrechter in Brugge afgelopen vrijdag dat chauffeurs uit Litouwen, Oekraïne en Wit- Rusland recht hebben op Belgisch loon, omdat ze feitelijk in België werken. Ook wees de Belgische rechter individuele vorderingen van chauffeurs, tot wel €69.000, die zich in de procedure gemeld hadden, direct toe. Die zaak laat de effectiviteit en het afschrikwekkend effect van het Belgische systeem zien.
Zelfs de CEO van het bedrijf, een voormalig viceminister van transport uit Litouwen, kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van een half jaar opgelegd. Echter in Nederland ontspringen bedrijven als Van den Bosch tot nu toe de dans door een trage rechtsgang en een weinig afschrikwekkend overheidsoptreden.