Ondanks dat de vorige modelverordening in samenwerking met gemeenten was opgesteld, kreeg de VNG de afgelopen jaren kritische vragen van gemeentelijke medewerkers.
De recent aangepaste VNG Modelverordening leerlingenvervoer brengt subtiele maar belangrijke wijzigingen met zich mee voor gemeenten in Nederland. De update, die een vervanging is van de versie uit december 2020, legt nieuwe accenten op het gebied van aangepast vervoer en de bevordering van zelfredzaamheid onder leerlingen met een beperking.
De verordening bevat nu een gedetailleerdere omschrijving van ‘aangepast vervoer’. Hieronder valt elk type vervoer dat door de gemeente speciaal georganiseerd wordt voor kinderen die vanwege hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Dit omvat een breed scala aan mogelijkheden, van vergoedingen voor fietsvervoer tot het beschikbaar stellen van speciaal aangepaste voertuigen.
Een opvallend nieuw element binnen de verordening is de introductie van het ‘persoonlijk vervoersontwikkelingsplan’. Dit plan kan door het college worden opgesteld voor leerlingen die de leeftijd van negen jaar bereiken. Het doel van dit plan is om deze leerlingen te helpen de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om zo veel mogelijk zelfstandig te kunnen reizen. Dit markeert een significante verschuiving richting het stimuleren van onafhankelijkheid bij deze jongeren.
De VNG Modelverordening bekostiging leerlingenvervoer van december 2020 wordt vervangen door een nieuwe versie, de VNG Modelverordening leerlingenvervoer. Deze vervanging heeft een aantal beperkte gevolgen voor beleid en uitvoering bij gemeenten.
Tevens wordt in de nieuwe verordening sterk de nadruk gelegd op kosteneffectiviteit. De gemeente kijkt naar de goedkoopst passende vervoersoptie die voldoet aan de behoeften van de leerling. De beslissingen hierover worden genomen op basis van de individuele situatie van elke leerling, waardoor maatwerk centraal staat in de benadering van de gemeente.
De implementatie van de verordening is echter niet zonder uitdagingen. Het vraagt om een nauwe samenwerking en heldere communicatie tussen gemeentelijke afdelingen, scholen en ouders. Dit is cruciaal om te waarborgen dat elke leerling de benodigde ondersteuning krijgt.
Daarnaast heeft de gemeente het proces voor het aanvragen van vervoersvoorzieningen gestroomlijnd. Aanvragen kunnen zowel digitaal als op papier worden ingediend, waarbij het college de taak heeft binnen acht weken na ontvangst van een complete aanvraag een beslissing te nemen. Deze termijn kan indien nodig met nog vier weken worden verlengd.
Verder zorgen duidelijke richtlijnen voor het beoordelen van de afstand en de route naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school ervoor dat het vervoer zowel kostenefficiënt als toegankelijk is. Hiermee wordt geprobeerd om de mobiliteit van leerlingen met speciale behoeften te verbeteren en inclusief onderwijs toegankelijker te maken.
Dit beleid illustreert de voortdurende inspanningen van de Nederlandse gemeenten om gelijke onderwijskansen te garanderen voor alle leerlingen, ongeacht hun fysieke of cognitieve beperkingen. Het toont een duidelijke vooruitgang in het denken over onderwijs en mobiliteit, gericht op de integratie en zelfstandigheid van jongeren met speciale behoeften.