Terwijl de personeelstekorten in het doelgroepenvervoer blijven oplopen, houdt het kabinet onverminderd vast aan de taaleis voor taxichauffeurs.
Volgens staatssecretaris Vicky Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) is het taalniveau B1, dat geldt voor zowel het theorie- als praktijkexamen, essentieel voor de kwaliteit van de dienstverlening aan kwetsbare groepen. Deze standvastigheid blijkt uit een recente Kamerbrief waarin zij de voortgang van de zogeheten Verbeteragenda Doelgroepenvervoer toelicht.
De druk op het leerlingenvervoer is al jaren groeiende. Gemeenten signaleren toenemende problemen met de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van taxibedrijven. De gevolgen zijn voelbaar: ouders moeten steeds vaker zelf instaan voor het vervoer van hun kinderen. Ondanks deze signalen vanuit het veld, ziet de staatssecretaris geen ruimte om concessies te doen aan de gestelde taaleisen.
groot belang
“Goede communicatie met kwetsbare reizigers is van groot belang,” stelt Maeijer. Deze overtuiging ligt aan de basis van de handhaving van het B1-niveau, een standaard die volgens haar bijdraagt aan de veiligheid en kwaliteit van het vervoer. Ze erkent dat de personeelskrapte nijpend is, maar acht het onwenselijk om de lat lager te leggen ten koste van de communicatie.
Om de knelpunten aan te pakken is de Verbeteragenda in het leven geroepen, een samenwerking tussen de ministeries van VWS en OCW, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM). Deze agenda richt zich op het verbeteren van de werving en het behoud van personeel in de sector, onder andere door het verlengen van de geldigheidsduur van leer-werktrajectkaarten en aanpassingen in het examenproces bij het CBR.

Een ander onderdeel van de aanpak is het verbeteren van aanbestedingsprocedures. Gemeenten krijgen ondersteuning bij het formuleren van kwalitatieve eisen en het instellen van heldere klachtenprocedures. Tegelijkertijd wordt sterk ingezet op goed werkgeverschap, dat volgens het kabinet cruciaal is om chauffeurs aan te trekken en vast te houden.
statushouders
In de Zwolse gemeenteraad klonken recent andere geluiden. Daar werd geopperd om statushouders in te zetten voor het leerlingenvervoer. Een raadslid pleitte vurig voor deze mogelijkheid: “Die zitten zich dag in, dag uit stom te vervelen in een veel te kleine opvang. Die staan te popelen om aan de slag te gaan. We moeten gebruik maken van dat arbeidskapitaal.” Toch lijkt ook hier de taaleis een barrière te vormen.
De vraag blijft of de huidige maatregelen voldoende zijn om de tekorten op korte termijn effectief op te vangen. Gemeenten en het rijk staan voor een grote uitdaging: het waarborgen van de continuïteit en kwaliteit van het vervoer voor een kwetsbare doelgroep, zonder in te leveren op de gestelde eisen aan professionaliteit en communicatievaardigheden.