De roep om politieke steun voor het openbaar vervoer klinkt steeds luider nu de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober naderen.
Voorzitter Hatte van der Woude heeft de afgelopen weken namens de gezamenlijke OV-vervoerders – waaronder Arriva Nederland, EBS, GVB, HTM, Keolis, NS, Qbuzz, RET en Transdev – een krachtig signaal afgegeven aan de verkiezingsprogrammacommissies van alle politieke partijen. Haar boodschap is helder: het openbaar vervoer houdt Nederland draaiende en verdient structurele aandacht in de verkiezingsprogramma’s.
Elke dag stappen meer dan een miljoen mensen in trein, bus, tram of metro om hun bestemming te bereiken. Of het nu gaat om werk, onderwijs, ziekenhuisbezoek of familie, het OV vervult een fundamentele maatschappelijke functie. “Zonder deze publieke dienstverlening loopt het land letterlijk en figuurlijk vast,” stelt Van der Woude. Juist daarom vraagt de sector nadrukkelijk om politieke keuzes die bijdragen aan een toekomstbestendig en betrouwbaar openbaar vervoersysteem.
ingrijpen
De oproep van de branche komt niet uit de lucht vallen. De sector staat al enige tijd onder druk. Stijgende kosten voor energie, personeel en infrastructuur worden niet gecompenseerd door stabiele inkomsten of voldoende overheidsbijdragen. Tegelijkertijd hebben vervoerders te maken met onvoorspelbaar beleid en administratieve bezuinigingen, zoals de foutieve korting op de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer. Zonder ingrijpen dreigen lijnen te verdwijnen, tarieven te stijgen en innovaties stil te vallen.
Volgens Van der Woude is het moment aangebroken om keuzes te maken. Zij pleit voor een meerjarige, stabiele financiering van zowel de exploitatie als de infrastructuur van het openbaar vervoer. “Een verlies van 335 miljoen euro aan rijksbijdragen kan niet zonder gevolgen blijven,” waarschuwt zij. De sector verwelkomt daarom de aangenomen motie van Kamerleden De Hoop (GL-PvdA), Grinwis (CU) en Van Kent (SP), die een herstel van 225 miljoen euro beoogt. Van der Woude benadrukt dat deze motie ook volledig uitgevoerd moet worden.

De gezamenlijke vervoerders dringen er bij de politiek op aan om het openbaar vervoer niet langer als sluitpost te behandelen. “Neem het OV op in uw verkiezingsprogramma’s als vitale publieke sector. Geef het de plek en middelen die het verdient,” besluit Van der Woude. Want zonder bus, tram of trein is er simpelweg geen Nederland dat beweegt.
Daarnaast vraagt zij aandacht voor samenhangend mobiliteitsbeleid, waarbij OV niet langer als bijzaak wordt gezien. De invoering van een aparte minister van Mobiliteit, met een eigen portefeuille en bevoegdheden, is volgens de sector essentieel om het OV als ruggengraat van de ruimtelijke ontwikkeling te verankeren. “Bij het bouwen van 900.000 nieuwe woningen mag OV niet ontbreken,” aldus de brief die OV-NL naar de partijen stuurde.
veiligheid
Ook de veiligheid van personeel en reizigers staat op de agenda. De toename van agressie in het OV vraagt om gerichte maatregelen. Van der Woude wijst op het belang van betere handhaving, uitbreiding van identificatiemogelijkheden voor boa’s en regionale reisverboden voor overlastgevers. “Investeer in veiligheid, in mensen én in techniek, zoals cameratoezicht en digitale meldsystemen.”
Ten slotte benadrukt de sector het belang van weerbaarheid, zeker in een tijd waarin digitale dreigingen toenemen. Investeringen in cyberveiligheid, fysieke bescherming van infrastructuur en noodcapaciteit zijn volgens Van der Woude geen luxe, maar noodzaak. “Het OV moet bestand zijn tegen sabotage en calamiteiten. Alleen dan blijft Nederland mobiel in crisistijd.”