Het debat over brandstofprijzen laait daardoor telkens weer op, vooral rond de jaarwisseling wanneer nieuwe tarieven ingaan.
Waar automobilisten zich schrap zetten voor hogere kosten in het nieuwe jaar, is de prijs aan de pomp in de laatste weken juist stevig gedaald. Dat maakt het voor veel Nederlanders aantrekkelijk om de tank nog vóór 1 januari volledig te vullen. De verwachting is namelijk dat de prijsstijging daarna onvermijdelijk toeslaat, vooral door ingrepen van de overheid.
ruwe olie
De gemiddelde benzineprijs is inmiddels uitgekomen op ongeveer 2,12 euro per liter. Dat niveau ligt duidelijk lager dan een maand eerder, toen automobilisten nog te maken kregen met prijzen van rond de 2,20 euro per liter. Daarmee werd destijds het hoogste punt bereikt in bijna anderhalf jaar tijd. De daling is vooral toe te schrijven aan ontwikkelingen op de wereldmarkt, waar de prijs van ruwe olie de afgelopen periode aanzienlijk is teruggelopen. Die lagere olieprijs werkt uiteindelijk door in de prijs die consumenten aan de pomp betalen.
Het tijdelijke voordeel lijkt echter van korte duur. Vanaf 1 januari stijgen de prijzen opnieuw door een verhoging van de accijnzen. De verhoging hangt samen met het gedeeltelijk verdwijnen van de accijnskorting op brandstof. De overheid verwacht hiermee in totaal 448 miljoen euro op te halen. Dat geld is bedoeld om bezuinigingen in het openbaar vervoer te voorkomen.
Ook bij andere brandstoffen is het verschil met het verleden groot. Nederland behoort daarmee tot de landen met de hoogste brandstofprijzen van Europa. Zo ben je in België en Duitsland momenteel ongeveer 30 cent goedkoper uit. Voor grensbewoners loont het daardoor vaak om de tank net over de grens te vullen.
De benzineprijs in Nederland blijft een heet hangijzer, zeker nu het verschil met de buurlanden steeds groter wordt. Automobilisten die regelmatig de grens oversteken, merken het direct aan de pomp. Waar in België en Duitsland de prijzen aanzienlijk lager liggen, betalen Nederlandse automobilisten structureel meer. Volgens Independer ligt de oorzaak daarvan vooral bij het belastingbeleid van de overheid, dat al jaren zwaar drukt op de literprijs.
Naast de landelijke verschillen zijn er ook binnen Nederland grote prijsverschillen zichtbaar. Eerder dit jaar onderzocht Independer het verschil tussen de duurste en goedkoopste pomp van het land. Daaruit bleek dat automobilisten met een tank van 50 liter bijna 30 euro meer kwijt waren bij het duurste tankstation van Nederland. Dat prijsverschil is voor veel mensen reden om bewuster te kiezen waar zij tanken.
grote verschillen
Zelfs binnen dezelfde woonplaats kunnen de verschillen oplopen tot wel 50 cent per liter benzine. Dat betekent dat twee automobilisten in dezelfde straat tot 25 euro verschil kunnen betalen voor een volle tank. Die uiteenlopende prijzen zorgen voor groeiende frustratie, zeker nu de kosten voor mobiliteit steeds verder oplopen.
De genoemde benzineprijs is vastgesteld op 24 december en gebaseerd op de adviesprijzen van de vijf grootste oliemaatschappijen. Voor de historische vergelijking is gebruikgemaakt van gegevens uit CBS StatLine. Alles wijst erop dat het huidige prijsvoordeel tijdelijk is en dat automobilisten zich in het nieuwe jaar opnieuw moeten voorbereiden op hogere kosten aan de pomp.


