Pitane Image

Gemeenten mogen vanaf 1 januari 2025 een stadsgebied aanwijzen waar geen vervuilende bestelbussen en vrachtwagens meer mogen rijden.

Bijna de helft van de ondernemers, 43% om precies te zijn, maakt zich zorgen over de aankomende zero-emissiezones. Dit blijkt uit een recent onderzoek van ANWB Zakelijk onder 497 ondernemers, variërend van kleine en middelgrote bedrijven (MKB) tot zelfstandigen zonder personeel (ZZP). Vanaf 2025 wordt het in veel steden verboden om met dieselbestelwagens te rijden, waardoor ondernemers gedwongen worden sneller over te stappen op elektrische bedrijfswagens. “Dit vergt niet alleen veel uitzoekwerk en geregel, maar ook een investering”, zegt Patrick van Weert, productmanager bij ANWB Zakelijk.

aanzienlijke zorgen

De introductie van zero-emissiezones vormt een grote uitdaging voor ondernemers, vooral omdat zij hun wagenpark gedeeltelijk of volledig moeten vervangen. Dit brengt aanzienlijke zorgen met zich mee, vooral voor degenen die een groot aantal bedrijfswagens bezitten. Van Weert legt uit: “Als zzp’er hoef je misschien maar één busje te vervangen, wat al vervelend kan zijn. Maar er zijn ook ondernemers die tientallen bedrijfswagens bij een distributiecentrum hebben staan. Voor hen ligt er een nóg grotere klus in het verschiet.”

Het personeel dat dagelijks gebruikmaakt van de bedrijfswagens, kan eveneens sceptisch zijn over de overstap naar elektrisch. Van Weert benadrukt dat chauffeurs vaak gehecht zijn aan hun voertuigen. “Chauffeurs hechten veel waarde aan hun ‘heilige koe’. Daarnaast kunnen elektrische busjes nog geen zware ladingen vervoeren en met dat gewicht dezelfde lange afstanden afleggen als dieselbusjes, alhoewel dat steeds beter wordt,” erkent hij. “Maar toch moeten zowel ondernemer als chauffeur de overstap maken, want uitstootloze busjes zijn de toekomst.”

Veel ondernemers staan niet te springen om een elektrische bedrijfswagen te kopen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste ondernemers (34%) ervoor kiezen om een elektrische bedrijfswagen te leasen. Van de ondernemers verwacht 27% de overstap naar elektrisch rijden te bekostigen met eigen vermogen, terwijl 22% gedeeltelijk rekent op subsidies. 

Van Weert licht toe: “Leasen voelt voor veel ondernemers als de veiligste optie, omdat ze hun initiële investering behouden. Maar leasen drukt wel weer op de maandelijkse lasten, dus dit moet je goed overwegen als ondernemer.”

ANWB Zakelijk heeft de zorgen van ondernemers al langer opgemerkt. Afgelopen maand organiseerde ANWB Zakelijk, samen met Ayvens, de “Bedrijfswagen e-Xperience”, een evenement waar veel brancheorganisaties bij betrokken waren. Tijdens dit evenement konden ondernemers advies inwinnen en proefritten maken in meer dan 30 elektrische bedrijfswagens. Roy Driessen, segment director bij Ayvens en medeorganisator van het evenement, benadrukt de noodzaak van consistent overheidsbeleid over elektrisch rijden. “Verander nu niet de route naar elektrisch rijden, veel ondernemers zijn hun transitie al gestart. En zorg voor een centraal beleid over de zero-emissiezones. Dit kan per gemeente verschillen. Zo voorkom je dat de ondernemers nog meer in de war raken. Houd duidelijk beleid aan, zodat ook de twijfelaars over de streep getrokken worden.”

tool

Daarnaast lanceert ANWB Zakelijk de tool De Opwegwijzer voor de Zaak, gericht op ondernemers die hun wagenpark willen of moeten elektrificeren. Met deze tool krijgen ondernemers een gepersonaliseerd advies over of en hoe lang ze met hun huidige bedrijfswagen in een milieuzone mogen rijden.

Gemeenten mogen vanaf 1 januari 2025 stadsgebieden aanwijzen waar geen vervuilende bestelbussen en vrachtwagens meer mogen rijden. De voertuigen die wél in deze zogenaamde “zero-emissiezone” mogen rijden, moeten uitstootvrij zijn. Voor enkele voertuigcategorieën geldt tot 2030 een overgangsregeling of vrijstelling. Daarnaast moeten ondernemers per 2025 belastingheffing (bpm) betalen bij de aanschaf van een dieselbusje. Dit heeft geleid tot een verhoogde vraag naar dieselbusjes. De hoogte van de belastingheffing hangt af van de CO2-uitstoot van het voertuig. Hierdoor wordt het gebruik van diesel ontmoedigd en de overstap naar elektrisch gestimuleerd. ANWB Zakelijk verwacht dat de levensduurkosten (TCO, Total Cost of Ownership) van diesel- en elektrische bussen dankzij de technologische vooruitgang dichter bij elkaar komen te liggen.

(Tekst loopt door onder de foto)
Zero-Emissie
De bestelbussen en vrachtwagens die wél in deze zogenaamde “zero-emissiezone” mogen rijden, moeten uitstootvrij zijn.

De afgelopen week besteedde de Financiële Telegraaf ook al aandacht aan een groeiend probleem onder ondernemers: het uitstel en verkleinen van zero-emissiezones. Dit onderwerp brengt niet alleen onrust onder deze groep, maar zorgt uiteindelijk ook voor grotere problemen op lange termijn.

De huidige maatregelen zijn erop gericht om een geleidelijke overgang te bewerkstelligen van fossiel aangedreven naar zero-emissie bestelwagens. Dit betekent dat de meest vervuilende voertuigen als eerste uit het straatbeeld moeten verdwijnen. Door deze geleidelijke aanpak kan ook de benodigde laadinfrastructuur stapsgewijs worden opgezet en wordt de tweedehandsmarkt voor zero-emissie voertuigen geleidelijk opgebouwd. Deze strategie zorgt ervoor dat, wanneer de overgangsregeling voor fossiel aangedreven bestelwagens afloopt, de overstap naar zero-emissie voertuigen soepel kan verlopen zonder al te veel problemen.

significante nadelen

Het uitstel van zero-emissiezones klinkt aantrekkelijk, maar het brengt significante nadelen met zich mee. Ondanks dat de harde einddatum blijft bestaan waarop alle bestelwagens zero-emissie moeten zijn, zal de transitie niet geleidelijk maar in een veel kortere periode moeten plaatsvinden. Dit betekent dat de overgang naar zero-emissie voertuigen zal vertragen. De vertraging heeft directe gevolgen voor de aanleg van laadinfrastructuur. Commerciële partijen zullen minder snel investeren in laadpalen als zij weten dat deze investeringen de komende vijf jaar niet renderen. Bovendien is het de vraag of deze infrastructuur op een later moment, binnen een kort tijdsbestek, aangelegd kan worden.

Daarnaast zal de vertraging leiden tot een beperktere beschikbaarheid van tweedehands zero-emissie bestelwagens. Hierdoor wordt het voor ondernemers die afhankelijk zijn van de tweedehandsmarkt moeilijker om over te stappen op een zero-emissie voertuig. Deze groep kan nu nog gebruik maken van de hardheidsclausule, waardoor ze voorlopig kunnen blijven rijden op diesel. Maar wat gebeurt er als deze clausule verdwijnt? Deze ondernemers zullen dan voor een grote uitdaging komen te staan.

80-20 regel

Een ander aspect is de zogeheten 80-20 regel. Er zijn talloze redenen waarom een ondernemer nog niet kan overstappen op een zero-emissie bestelwagen. Problemen zoals actieradius, trekgewicht en laadmogelijkheden spelen een rol, maar deze problemen hebben voornamelijk betrekking op een minderheid van de ondernemers. De meerderheid kan wel degelijk de overstap maken. Voor de 20% die nog niet kunnen overstappen, zijn er voldoende mogelijkheden om uitstel aan te vragen onder de hardheidsclausule. De vraag rijst dan ook: zijn er met het huidige beleid echt problemen of creëren we ze nu juist door het uitstel?

Het uitstel van zero-emissiezones heeft dus een kettingreactie aan negatieve gevolgen. De vertraging in de transitie naar zero-emissie voertuigen zorgt voor een rem op de ontwikkeling van laadinfrastructuur en beperkt de beschikbaarheid van tweedehands voertuigen. Ondernemers die afhankelijk zijn van deze infrastructuur en voertuigen zullen hierdoor benadeeld worden. Dit maakt de uiteindelijke overgang naar een zero-emissie toekomst niet alleen moeilijker, maar ook duurder en problematischer. Het huidige beleid, dat juist gericht is op een geleidelijke en gecontroleerde overgang, biedt een veel betere basis voor een succesvolle implementatie van zero-emissie zones.

wordpress
Gerelateerde artikelen:
actiemaand