Grote kans op een schadevergoeding voor bedrijven in de kinderopvang. Het besluit van minister Van Nieuwenhuizen om de Stint definitief van de weg was volgens de rechtbank onzorgvuldig. De zaak was aangespannen door de fabrikant van de Stint en kinderopvangorganisaties. Na het ongeluk met een Stint in Oss in september 2018, waarbij vier kinderen om het leven kwamen, werd de elektrische bolderkar verboden. 

Minister Cora van Nieuwenhuizen heeft volgens de rechter onzorgvuldig gehandeld bij het besluit om de Stint definitief van de weg te halen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet opnieuw laten onderzoeken of de Stint in 2018 terecht van de weg is gehaald. Dat heeft de bestuursrechter van de Rechtbank Noord-Nederland beslist. Bovendien hebben Stint-eigenaren recht op een compensatie van de schade die zij door dit besluit hebben geleden.

Nadat de Stint van de weg was gehaald na een verbod van de Minister, moesten kinderopvangorganisaties andere oplossingen zoeken om kinderen te vervoeren. Ze vielen terug op grote bakfietsen of huurden busjes. Fabrikant Edwin Renzen, die altijd werd gezien als degene die een illegaal voertuig op de markt heeft gebracht, reageert blij en opgelucht op de uitspraak. De opvolger van de Stint is gekeurd door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. 

In november 2018 werd de Minister van Infrastructuur en Waterstaat door de rechtbank in het gelijk gesteld om de Stints tijdelijk van de weg te halen met het oog op de verkeersveiligheid. Ook voor de kinderopvangorganisatie is de recente uitspraak een overwinning. De minister moet in haar nieuwe besluit duidelijk maken hoe kinderopvangorganisaties gecompenseerd gaan worden.

Lees ook: Opvolger van de Stint de BSO-bus mag de weg op

Woest in actie
De Stint voor bedrijven in de kinderopvang