In de plenaire zitting van het Vlaams Parlement werd het decreet over de continuïteit van de dienstverlening van de Lijn goedgekeurd. Het ‘systeem van de continuïteit van de dienstverlening’ verzekert een aangepast vervoersaanbod tijdens stakingen, rekening houdend met de beschikbare personeelsleden die ervoor kiezen om niet deel te nemen aan de staking en te werken. Voor Lydia Peeters is het centraal zetten van de reizigers, die al te vaak de dupe werden van de stakingen of het niet komen opdagen van bussen, dé reden voor het uitwerken van deze regeling.

“Voor mij telt de reiziger, ook tijdens stakingen. Een leerling die op zijn bus wacht, moet op school geraken. Iemand die dagdagelijks de bus neemt voor zijn/haar woon-werkverkeer moet kunnen rekenen op het openbaar vervoer en een gepensioneerde die een bezoek wil brengen aan een familielid in een rusthuis of ziekenhuis moet dat ook kunnen met de bus.”

De regeling continuïteit van de dienstverlening gaat minder ver dan het opleggen van een minimale of gegarandeerde dienstverlening. Personeelsleden worden tijdens een staking dus niet opgevorderd om te werken. Een staking moet minstens 8 werkdagen vooraf worden gemeld. Werknemers krijgen tot 72 uur voor de start van een stakingsdag de tijd om te laten weten of ze deelnemen aan de staking; deze melding is verplicht.

Ik wil duidelijk stellen dat het stakingsrecht niet ter discussie wordt gesteld. Maar dit recht belet ook niet dat er maatregelen worden genomen opdat elke reiziger/pendelaar zich zo probleemloos mogelijk kan verplaatsen wanneer een staking de dienstverlening van het openbaar vervoer in het gedrang brengt. Het systeem werd al eerder ingevoerd bij de NMBS en doorstond de toets van het Grondwettelijk Hof.”

De Lijn
Foto: De Lijn