Kamerbrief over start stimuleringsbeleid waterstof in mobiliteit.
Staatssecretaris Heijnen (IenW) informeerde de Tweede Kamer over de ontwikkeling van publieke waterstoftankstations vanaf 2022 tot 2025. Het stimuleren van waterstof in mobiliteit is 1 van de doelstellingen in het Klimaatakkoord uit 2019. Bij de Kamerbrief stuurde de Minister enkele onderzoeksrapporten mee.
In het Klimaatakkoord uit 2019 staan doelstellingen om waterstof in mobiliteit verder te ontwikkelen, naast batterij-elektrisch rijden. Een van de doelen is de ontwikkeling van 50 waterstoftankstations in 2025. Op dit moment zijn er 14 publieke waterstoftankstations in bedrijf, waarvan er enkele ook geschikt zijn voor zwaar wegvervoer.
ontwikkeling
Omdat deze techniek nog verder ontwikkeld en getest moest worden, heeft IenW in de afgelopen jaren meerdere waterstofprojecten gefinancierd vanuit de DKTI subsidie. Die projecten hebben zowel de ontwikkelaars van voertuigen als exploitanten van waterstoftankinfra de gelegenheid gegeven in een pilotsetting ervaring op te doen met het rijden in voertuigen op waterstof. Daarnaast heeft de Minister verschillende rapporten uitgevraagd die een handelingskader bieden voor de verdere uitrol van de ambities zoals neergelegd in het Klimaatakkoord.
Voor een rendabele exploitatie van een waterstoftankstation is een gegarandeerde basisafname van waterstof door een vloot aan voertuigen noodzakelijk. Dat betekent dat niet alleen geïnvesteerd dient te worden in voertuigen, maar ook in bijbehorende tankinfrastructuur met een focus op zwaar wegvervoer.
Staatssecretaris Heijnen is tot de conclusie gekomen dat een regeling, waarbij voertuigen gekoppeld worden aan een waterstoftankstation, het beste instrument is om opschaling mogelijk te maken. Omdat bestaande subsidieregelingen voor zero emissievervoer de mogelijkheid van die koppeling niet geven, zal zij RVO opdracht geven een stimuleringsregeling voor waterstof in mobiliteit te ontwikkelen met de reeds gereserveerde middelen van € 22 miljoen euro uit het Klimaatakkoord voor de infrastructuur waterstoftanks en voor de doorontwikkeling van waterstof in mobiliteit.
Daarmee kunnen naar verwachting meerdere projectvoorstellen worden gehonoreerd voor de ontwikkeling van een tankstation dat voldoet aan de AFIR normen en bijbehorende gegarandeerde basisafname door voertuigen. Dit betekent een relevante start in de opschaling en de invulling van de verplichting uit de toekomstige REDIII en de AFIR, al zal afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen nog aanvullende inzet nodig zijn voor volledige implementatie.