De MORA blijft samen met de sector hameren op een realistische benadering van de milieu vereisten voor taxivoertuigen.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters vroeg Mora om advies over het ontwerpbesluit betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer. De MORA stelde vast dat het oorspronkelijke besluit op 30 maart 2023 vernietigd werd door de Raad van State op basis van een procedurefout, met name het niet opvragen van een advies bij de Gegevensbeschermingsautoriteit. Gezien het juridisch vacuüm dat door de vernietiging is ontstaan, begrijpt de MORA het verzoek om deze adviesvraag bij hoogdringendheid te behandelen.
toets Raad van State
De aard van de argumentatie van de Raad van State leent zich ertoe om de procedurefout te remediëren en een ongewijzigd BVR goed te keuren. De MORA is echter onzeker of het voorgelegde ontwerpbesluit, dat identiek is aan het oorspronkelijke besluit en de daaropvolgende wijzigingsbesluiten, een volgende toets van de Raad van State zal doorstaan. De Raad van State heeft zich immers nog niet ten gronde uitgesproken over de inhoudelijke bezwaren die de sector bij de Raad heeft aangebracht.
De Raad van State vernietigde op 30 maart 2023 het oorspronkelijke besluit over de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer op basis van een procedurefout. Om zo snel mogelijk opnieuw rechtszekerheid te garanderen voor de sector, werd de MORA om een spoedadvies gevraagd over het herstelbesluit. Dit ontwerpbesluit is identiek aan het oorspronkelijke besluit, aangevuld met de wijzigingen uit opeenvolgende wijzigingsbesluiten.
De nood om zo snel mogelijk opnieuw rechtszekerheid te creëren voor de sector en de lokale besturen zorgt er voor dat een aantal van de bestaande discussiepunten ongewijzigd blijven bestaan. Dit is volgens de MORA een gemiste kans. In eerdere adviezen over de regelgeving m.b.t. het individueel bezoldigd personenvervoer plaatste de raad meermaals vraagtekens bij de taalvereisten voor chauffeurs en de milieu vereisten voor voertuigen.
De MORA begrijpt dat de Vlaamse Regering het juridisch vacuüm snel wil remediëren, maar een aantal inhoudelijke discussiepunten blijven voorlopig onbehandeld. Twee belangrijke voorbeelden die de MORA in zijn briefadvies aanbrengt zijn de zeer strenge taalvereisten voor chauffeurs en de milieuvereisten voor voertuigen, die voor sommige segmenten haaks staan op de beschikbaarheid van voertuigen op de markt. Daarom vraagt de MORA expliciet om het overleg met de taxisector en de MORA over deze discussiepunten verder te zetten en naar oplossingen te zoeken, onder meer met het oog op een eventuele inhoudelijke toets in de toekomst door de Raad van State.
In het wijzigingsbesluit van 3 juni 2022 herbevestigde de Vlaamse Regering dat taxichauffeurs mondeling en schriftelijk taalniveau B1 moeten halen. In zijn advies op dit wijzigingsbesluit bleef de raad bij zijn oordeel dat deze vereiste, gezien de benodigde vaardigheden voor de functie, de huidige situatie op de arbeidsmarkt (post-COVID) en de economische kenmerken van de taxisector, te streng is. De raad blijft aandringen op een meer realistische benadering van de taalvoorwaarden – bijvoorbeeld door een specifieke sectorgerichte taalvorming – die de dienstverlening naar klanten toe niet in het gedrang brengt.
milieu vereisten
De MORA blijft samen met de sector hameren op een realistische benadering van de milieu vereisten voor taxivoertuigen. Veel bedrijven en chauffeurs hebben al de overstap naar zero-emissievoertuigen gemaakt. Maar in sommige segmenten, zoals bijvoorbeeld minibusjes, zijn er amper voldoende voertuigen te vinden die voldoen aan de milieu vereisten in het BVR. De MORA herhaalt daarom zijn vraag om de omslag naar zero-emissievervoer in de sector zo veel mogelijk te ondersteunen door het realiseren van randvoorwaarden (voldoende specifieke laadinfrastructuur) en een realistische benadering van de milieu vereisten.
En hoewel het wijzigingsbesluit van 3 juni 2022 de door de MORA voorspelde problemen met de ecoscores tijdelijk remedieerde, blijft het instrument ‘ecoscore’ centraal staan in de exploitatievoorwaarden. Zowel in 2019 als in 2022 stelde de MORA dat het niet slim is om een niet decretaal verankerd instrument als de ‘ecoscore’ te hanteren als graadmeter voor milieu kenmerken. De MORA voorzitter Daan Schalck en algemeen secretaris Tim Buyse vertrouwen erop dat het herstelbesluit zo spoedig mogelijk opnieuw rechtszekerheid creëert, maar dringen erop aan om het overleg met de sector en de MORA (Mobiliteitsraad Vlaanderen) verder te zetten, met het oog op een meer optimale regelgeving voor alle betrokkenen.
de MORA
De MORA adviseert de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement over de krachtlijnen van het mobiliteitsbeleid en de openbare werken in Vlaanderen en brengt advies uit over voorontwerpen en voorstellen van decreet, ontwerpen van besluit en ontwerpen van samenwerkingsakkoord die de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest wil sluiten met de Staat of met andere gemeenschappen en gewesten, het te voeren begrotingsbeleid inzake mobiliteit, met inbegrip van de meerjareninvesteringsplannen van de entiteiten die bevoegd zijn voor verkeer en vervoer, en exploitaties van het geregeld vervoer.