Hierbij komt de kritiek neer op het idee van "doe wat ik zeg, niet wat ik doe", wat als hypocriet kan worden beschouwd.
Het idee dat grotere organisaties of autoriteiten beter weten wat goed voor ons is en proberen om ons gedrag in een bepaalde richting te sturen, wordt vaak als betuttelend beschouwd. Naar aanleiding van een recente publicatie van De Mobiliteitsalliantie waarin voorstellen staan om op te nemen in een toekomstig regeerakkoord reageert Yteke de Jong van de Telegraaf niet mals en noemt het “kaboutersocialisme” en “betutteling” van de verenigde vervoersbedrijven waarvan sommige directeuren en voorzitters worden rondgereden in auto met chauffeur.
Voor de Jong heeft de boodschap van de alliantie een wat provocerende ondertoon door te stellen dat forenzen meer moeten lopen en fietsen. De Mobiliteitsalliantie, een samenwerking van 25 mobiliteitspartijen, werpt zich in het hart van het politieke debat voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Maar wat is de kern van hun boodschap en hoe reageren critici daarop? De Mobiliteitsalliantie vraagt de politieke partijen om het belang van mobiliteit te verankeren in de verkiezingsprogramma’s en het komende regeerakkoord. Dit verzoek benadrukt de cruciale rol van mobiliteit in een reeks centrale thema’s zoals woningbouw, stikstof en de klimaatopgave.
Yteke de Jong van de Telegraaf interpreteert de boodschap van de alliantie door te stellen dat forenzen meer moeten lopen en fietsen. Dit komt voort uit de suggestie van ANWB-directeur Marga de Jager dat het soms beter is voor mensen om te lopen in plaats van de bus te nemen na de treinrit. Het is een voorstel dat zowel duurzaamheid als gezondheid benadrukt, maar zoals verwacht heeft dit suggestieve ‘opvoedkundige’ aspect enige weerstand opgeroepen in de media.
De Mobiliteitsalliantie vraagt de politieke partijen om het belang van mobiliteit te verankeren in de verkiezingsprogramma’s en het komende regeerakkoord.
Hoewel de Jong suggereert dat de auto afwezig is in de brief van de alliantie, verduidelijkt De Jager dat er wel degelijk aandacht is voor de rol van de auto. Vooral in plattelandsgebieden is de auto onmisbaar. In stedelijke gebieden ziet de alliantie echter potentieel voor een grotere nadruk op fietsen, vooral voor werknemers die binnen een straal van 15 kilometer van hun werk wonen.
Een kernpunt van de alliantie is dat mobiliteit betaalbaar en duurzaam moet blijven. Dit betekent investeren in nul-emissieauto’s, multimodale oplossingen en verduurzaming van mobiliteit in het algemeen. De alliantie stelt verschillende maatregelen voor, variërend van het faciliteren van groei door kwalitatief hoogwaardige infrastructuur, het beter benutten van bestaande infrastructuur, tot het bevorderen van nabijheid.
Hoewel het Klimaatakkoord heeft vastgesteld dat mobiliteit 12% van de CO2-reductie moet realiseren, wijst De Jager erop dat slechts een klein deel van de gelden uit het Klimaatfonds hiervoor is bestemd. Hieruit blijkt een discrepantie tussen nationale doelstellingen en financiering.
De Mobiliteitsalliantie’s oproep richt zich op het centraal stellen van mobiliteit in de politieke discussie. Hoewel hun ideeën soms verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden, zoals het voorstel om meer te lopen of fietsen, is het duidelijk dat hun algehele boodschap gericht is op een duurzamere en meer geïntegreerde mobiliteitsbenadering voor Nederland. Het debat zal zich waarschijnlijk voortzetten tot aan de verkiezingen en daarna, aangezien de nationale mobiliteitsstrategie zich blijft ontwikkelen.