Pitane Image

Het CBR en soortgelijke instanties staan onder kritiek voor het creëren van onnodige obstakels op de weg naar een rijbewijs, terwijl het personeelstekort in het openbaar vervoer blijft groeien.

Als openbaar vervoer jouw route naar werk of vrije tijd faciliteert, dan is de kans groot dat je het toenemende tekort aan buschauffeurs en andere OV-professionals hebt opgemerkt. Het lijkt een simpele taak: een rijbewijs halen en de weg op. Maar de realiteit blijkt weerbarstig. Een van de struikelblokken op dit pad naar een professionele rijcarrière is het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), de organisatie die de kwaliteit en veiligheid op de weg moet garanderen. Velen vinden echter dat het CBR de lat wel erg hoog legt.

Je zou kunnen stellen dat veiligheid een compromisloze kwestie is, en terecht. Maar wanneer men te maken krijgt met een systeem waarin een kandidaat maanden moet wachten voor een nieuwe kans om een rijexamen af te leggen, worden vraagtekens gezet bij de efficiëntie en billijkheid van het proces. Het probleem wordt verergerd door het feit dat het CBR kampt met een groot tekort aan examinatoren. Dit leidt tot wachttijden die kunnen oplopen tot drie maanden voordat een gezakte kandidaat een nieuwe kans krijgt.

Er is niets frustrerender dan op een koude, regenachtige ochtend in de spits te staan wachten op de bus, en dan te zien hoe die voorbijrijdt met de tekst "Sorry, bus vol" op het informatiescherm. Het is niet alleen een kwestie van verloren tijd, maar het verhoogt ook het gevoel van machteloosheid en ongemak onder de forenzen. Wat nog erger is, is wanneer de volgende bus die aan zou moeten komen niet op tijd is vanwege een personeelstekort in het openbaar vervoer.

De kwaliteit van een rijexamen kan ook in twijfel worden getrokken. Wat bepaalt het slagen of falen? Is het de subjectieve beoordeling van een examinator, de tijdstip van de dag, of de daadwerkelijke vaardigheid van de kandidaat? En wat als iemand vanwege zenuwen zakt? Gelukkig biedt het CBR alternatieven zoals het faalangstexamen en een speciaal nader onderzoek rijvaardigheid voor wie vier keer binnen vijf jaar zakt. Maar dit systeem lijkt weinig effectief in het aanpakken van de onderliggende problemen.

Het financiële aspect van herhaalde examens mag niet worden vergeten. Kandidaten kunnen gemakkelijk meer dan 8000 euro kwijtraken aan lesgeld. En dan hebben we het nog niet eens over de verborgen kosten, zoals het verlies van tijd en het psychologische effect op de kandidaat.

slagingspercentage

Onderzoek door RTL Nieuws wijst uit dat slagingspercentages sterk variëren tussen examinatoren en zelfs tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten. Deze discrepanties onderstrepen het gebrek aan objectiviteit en transparantie bij het CBR. En dan is er nog de brief van de branchevereniging LBKR, waarin wordt beweerd dat het CBR zijn slagingspercentages kunstmatig laag houdt door examinatoren te ‘coachen’ als ze te veel kandidaten laten slagen.

Lees ook  Emissievrij: De Lijn bestelt 32 nieuwe Iveco elektrische bussen
(Tekst loopt door onder de foto)

Wachttijden die oplopen tot drie maanden voor een herkansing belasten niet alleen de kandidaat maar ook het gehele OV-systeem, dat reeds worstelt met een tekort aan professionals.

Een groeiend tekort aan bus- en trambestuurders trekt aan de alarmbellen van de transportsector, maar de rigide eisen en procedures van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en andere instanties lijken kandidaten meer te ontmoedigen dan te selecteren. Een van de belangrijkste knelpunten is de strenge toetsing door het CBR, waarbij het slagingspercentage wettelijk vastgelegd is op 50,2%. Dit cijfer is echter niet onomstreden: de branchevereniging LBKR wijst erop dat examinatoren die boven deze norm scoren, een coach toegewezen krijgen om het slagingspercentage te drukken. Het lijkt erop dat quota en statistieken de menselijke factor in de besluitvorming overstemmen.

Vienna-test

Dit bureaucratische moeras wordt nog verergerd door een gebrek aan examinatoren, waardoor kandidaten tot drie maanden moeten wachten op een herkansing. Niet alleen aspirant-buschauffeurs worden gefrustreerd door strenge regels en testen. Guido Frankfurther, vicevoorzitter van MKB-Metropool Amsterdam, strandde op de ‘Vienna-test’, een selectiemethode van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB). Ondanks 40 jaar rijervaring en aantoonbare bekwaamheid in een tram-simulator, kwam hij de strenge test niet door. 

Frankfurther is slechts een van de vele sollicitanten die falen: van de 1.000 gegadigden komen er uiteindelijk maar 12 op de tram. Dit zet het personeelstekort op scherp, wat ertoe leidt dat OV-bedrijven ritten moeten schrappen. Aanpassingen lijken onvermijdelijk. Een mogelijke oplossing, volgens Frankfurther, zou kunnen zijn om cursussen aan te bieden om sollicitanten voor te bereiden op de ‘Vienna-test’, net zoals kandidaten zich kunnen voorbereiden op een rijexamen.

“Op die manier blijft het natuurlijk dweilen met de kraan open en moet het GVB noodgedwongen ritten laten uitvallen, ook nu er voor de uitvoering van het Vervoersplan 2024 weer voldoende geld is”. Deze week werd duidelijk dat diverse andere OV-bedrijven in Nederland met dezelfde personeelstekorten kampen.

De landelijke richtlijnen zijn er niet voor niets, erkent ook Frankfurther. “Ik denk wel dat die richtlijnen nog eens tegen het licht gehouden moeten worden. Maar voor de korte termijn zou ik het GVB willen adviseren een cursus aan te bieden aan sollicitanten om door de Vienna-test te komen. Op het rijexamen en je eindexamen mag je je toch ook voorbereiden?”.

(Tekst loopt door onder de foto)

Het CBR, dat anno 2023 nog steeds online gesloten is tussen middernacht en 06:00 uur, kan de transparantie rondom hun werkproces verbeteren. Maar bovenal moet er een evenwicht worden gevonden tussen strenge eisen en praktische behoeften. Veiligheid moet altijd voorop staan, maar zoals het er nu aan toe gaat, lijkt het CBR meer hindernissen op te werpen dan dat het bijdraagt aan een veiliger verkeer en een oplossing voor het personeelstekort.

Faalangst is een factor die zwaar weegt in het examenproces voor OV-personeel, en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) lijkt dit niet volledig te adresseren. Faalangst kan resulteren in verminderde prestaties tijdens het examen, wat de kans op zakken verhoogt en daarmee de al verlengde wachttijden voor een herexamen nog verder uitbreidt. Het feit dat faalangst een invloed kan hebben op het slagingspercentage kan een kettingreactie van problemen veroorzaken, variërend van een toename in de financiële lasten tot een verder uitgedund personeelsbestand in een sector die al kampt met een tekort aan gekwalificeerd personeel.

Lees ook  Emissievrij: De Lijn bestelt 32 nieuwe Iveco elektrische bussen

B.N.O.R.

Het CBR heeft een maatregel om dit tegen te gaan in de vorm van B.N.O.R. (Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid). Dit is een alternatief traject dat wordt aangeboden aan kandidaten die binnen een bepaalde termijn meerdere malen zijn gezakt voor hun examen. Het idee achter B.N.O.R. is nobel: een meer persoonlijke en geduldige aanpak om faalangstige kandidaten te helpen slagen. Echter, de toegang tot B.N.O.R. is strikt gereguleerd, en het is meestal pas beschikbaar nadat een kandidaat al drie keer heeft gefaald. Het is dus een optie die niet alleen komt met een stempel van herhaaldelijk falen maar ook de financiële last verhoogt, omdat kandidaten die hiervoor in aanmerking komen, al aanzienlijke sommen hebben uitgegeven aan eerdere examenpogingen.

De grote vraag is dan ook of het B.N.O.R.-traject vroegtijdiger en flexibeler kan worden ingezet als een preventieve maatregel, in plaats van als een laatste redmiddel. Een meer proactieve benadering zou niet alleen meer kandidaten kunnen helpen hun faalangst te overwinnen maar zou ook kunnen bijdragen aan het verminderen van de wachttijden en de financiële lasten die gepaard gaan met meerdere examenpogingen.

De rol van faalangst en het B.N.O.R.-traject in het bredere spectrum van het personeelstekort in het openbaar vervoer belichten de noodzaak voor een meer genuanceerde en mensgerichte benadering. Dit onderstreept het belang van een veelzijdige dialoog tussen het CBR, OV-bedrijven en brancheverenigingen om te komen tot een gebalanceerde en effectieve oplossing.

Gerelateerde artikelen:
regie