Staatssecretaris van der Maat komt met reactie op de mediaberichten in de Telegraaf en Volkskrant van 30 mei 2024 over het programma vervanging onderzeebootcapaciteit.
Staatssecretaris van Defensie, Christophe van der Maat kwam met een reactie en ook het Ministerie van Defensie gereageerd op mediaberichten van De Telegraaf en de Volkskrant, beide gepubliceerd op 30 mei 2024. Deze berichten gingen over mogelijke complicaties en beleidsveranderingen met betrekking tot de vervanging van de Nederlandse onderzeebootcapaciteit.
De Telegraaf suggereerde dat de Verenigde Staten niet bereid zouden zijn om Tomahawk langeafstandsraketten te leveren voor gebruik op onderzeeboten gebouwd door een Franse werf. Dit zou volgens het artikel leiden tot extra kosten en logistieke problemen voor de Nederlandse Defensie, aangezien zij verschillende typen langeafstandsraketten zou moeten beheren voor zowel de LC-fregatten als de onderzeeboten.
Defensie heeft echter duidelijk gemaakt dat zij zich niet herkennen in deze beweringen. In de A-brief Maritime Strike (Kamerstuk 27830, nr. 391) heeft Defensie al gekozen voor de aanschaf van de Tomahawk Land Attack Missile (TLAM). Er is regelmatig contact met het Amerikaanse ministerie van Defensie (US DoD) over de integratie van de TLAM op de nieuwe Orkaklasse onderzeeboten. Volgens Defensie hebben de Verenigde Staten zich nog niet uitgesproken over de haalbaarheid van de integratie van de TLAM op de Orkaklasse, noch beperkingen gesteld aan de kandidaat-werven.
De werkwijze van Defensie is dat pas na de definitieve leverancierskeuze en het tekenen van het leveringscontract een concreet plan wordt uitgewerkt voor de integratie van TLAM op de nieuwe onderzeeboten. Dit proces is onafhankelijk van welke werf de onderzeeboten bouwt. Zoals eerder vermeld in de D-brief (Kamerstuk 34225, nr. 52), is de werf verantwoordelijk voor het leveren van een onderzeeboot met voorzieningen waarop Defensie in de toekomst een kruisvluchtwapen kan integreren.
De integratie en installatie van deze wapens zijn geen onderdeel van het onderzeebootprogramma. De kandidaat-werven hebben in hun offertes reeds voorzieningen opgenomen op basis van algemene informatie over de bewapening. Na het gunningsbesluit zal Defensie, in samenwerking met het US DoD, het integratieconcept verder uitwerken, waarna de specifieke informatie wordt aangevraagd die de winnende werf nodig heeft om de vereiste voorzieningen te leveren.
De Volkskrant berichtte op dezelfde dag dat Nederland de eisen zou hebben versoepeld om Frankrijk in de race te houden voor de bouw van de onderzeeboten. Het artikel beweerde dat er discussies waren over de toegang van de Auditdienst Rijk (ADR) tot de financiële gegevens van de winnende werf, waarbij de indruk werd gewekt dat afwijkend van het advies van de Directie Juridische Zaken (DJZ) van het ministerie van Defensie, de staat zou hebben gekozen voor versoepelingen specifiek voor de Franse werf.
Defensie weerspreekt deze beweringen en benadrukt dat de directe toegang van de ADR tot financiële informatie van de leverancier een essentiële voorwaarde is voor de kosten- en risicobeheersing binnen het programma Vervanging Onderzeebootcapaciteit (VOZBT). Deze bepaling is vastgelegd in de Letter of Commitment (LoC), ondertekend met de nationale overheden van de drie kandidaat-werven, als voorwaarde om de Request for Quotation (RfQ) te ontvangen en een offerte te kunnen indienen. De afspraken in de LoC worden verder uitgewerkt in een Memorandum of Understanding (MoU) met de Franse overheid, zoals ook toegelicht in de D-brief.
Defensie erkent dat er discussies zijn geweest met verschillende overheden, waaronder de Franse, over de reikwijdte van de ADR-werkzaamheden bij Naval Group, de Franse werf. Naar aanleiding hiervan heeft DJZ een advies uitgebracht waarin werd gesteld dat een gelijk speelveld tussen de werven behouden moest blijven. Op basis van dit advies is gestreefd naar snelle duidelijkheid over de toegang van de ADR. Er is vastgehouden aan de afspraak in de LoC dat de ADR toegang krijgt tot de noodzakelijke financiële informatie van Naval Group. Dit heeft geleid tot afspraken over een concrete werkwijze voor directe toegang, vastgelegd in het MoU. Er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de contractuele audit-eisen met Naval Group ten opzichte van de eisen in de RfQ. Van een versoepeling zoals beschreven in het Volkskrant-artikel is dus geen sprake.
De staatssecretaris van Defensie, mr. drs. C.A. van der Maat, heeft aangegeven het advies van DJZ vertrouwelijk beschikbaar te stellen aan de Kamer, hoewel procesadviezen van de Landsadvocaat niet gedeeld kunnen worden vanwege kabinetsbeleid. De commissie voor Defensie debatteert maandag 3 juni 2024 van 13.00 tot 18.00 uur over de offerte voor vier nieuwe onderzeeboten. Voor dit debat komen staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie en minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat naar de Kamer. Het notaoverleg vindt plaats in de Thorbeckezaal. Via de website kunt u vanaf 13.00 uur live meekijken of meeluisteren. U kunt ook gebruik maken van de app en website Debat Direct.