Scheveningen, ooit een bruisende badplaats, verkeert in zwaar weer door een combinatie van slecht weer, economische tegenslagen en een gebrek aan gemeentelijke steun.
Half juni, normaal gesproken een tijd van zon, zee en strandplezier, lijkt in Scheveningen dit jaar meer op een troosteloze herfstdag. De badplaats, ooit een bruisend centrum van toerisme, lijdt onder een combinatie van slecht weer en economische tegenslagen die het seizoen doen kelderen. Terwijl stortbuien en harde wind de stranden teisteren en de temperaturen nauwelijks boven de 12 graden uitkomen, blijven de terrassen leeg en de boulevard verlaten. Voor de strandtenthouders en lokale ondernemers is de situatie alarmerend.
verdwenen
Een bezoek aan Scheveningen begint met een veelzeggende leegte. De normaal drukke parkeergarage bij het iconische Kurhaus Hotel biedt nu volop ruimte, zelfs bij de laadstations voor elektrische auto’s, die doorgaans altijd bezet zijn. Deze ongebruikelijke stilte zet zich voort op de boulevard, waar de meeste restaurants vrijwel leeg zijn en veel horecagelegenheden permanent gesloten lijken te zijn. Bedrijven die het net overleefden tijdens de coronapandemie zijn nu definitief verdwenen. Zelfs Moeke, een populaire lunchplek aan de boulevard, heeft haar deuren gesloten. Moeke was een van de eerste restaurants die na de herinrichting van de Noord Boulevard opende, maar heeft nu het lot van vele anderen gedeeld en is verdwenen.
Een ander zichtbaar probleem is de omvangrijke verbouwing van de boulevard voor het Kurhaus. De aannemer heeft een grote muur geplaatst, waardoor het uitzicht op zee vanaf de restaurants wordt belemmerd. Dit heeft zeker bijgedragen aan de daling van het aantal bezoekers. Achter deze muur, waar de strandtenten staan, is de situatie niet veel beter. Bij een bezoek aan Simonis, een geliefde plek voor een visje, blijkt dat bijna alle horecagelegenheden leeg zijn en sommige zelfs gesloten. Een verdwaalde toerist waagt zich hier en daar nog op het strand, maar de algehele sfeer is somber.
Volgens een lokale ondernemer van een Argentijns restaurant ligt het probleem echter niet alleen bij de verbouwing of het weer. “Den Haag doet te weinig om Scheveningen uit te dragen. De stad is een stad waar weinig of niets te doen is. In vergelijking met Rotterdam, wat veel beter scoort en een bruisende stad is in de avond, is er totaal niets in Scheveningen,” zegt de restauranthouder die de badplaats door en door kent.
De gedrevenheid en houding van personeel laat ook te wensen over. Wanneer een potentiële klant om letterlijk twee minuten voor twaalf de Food Hall Scheveningen op de Boulevard wil betreden, wordt hij afgewezen met de mededeling dat ze pas om 12 uur de deuren openen. Dit soort interacties schrikt de weinige bezoekers nog verder af. “We openen pas om 12 uur, sorry,” zegt een medewerker terwijl hij stoelen rechtzet op het terras. Deze onbuigzame houding, zelfs tegen potentiële vroege klanten, illustreert een gebrek aan gastvrijheid en flexibiliteit dat kenmerkend lijkt voor de huidige sfeer.
leegstand
Verder op de boulevard stuiten we op het futuristische paviljoen dat binnenkort de Silver Beachclub moet huisvesten. Hier zou men kunnen lunchen, dineren en evenementen zoals het EK voetbal, de Olympische Spelen en de Formule 1 kunnen volgen. Echter, het pand bevindt zich in dezelfde onafgewerkte staat als twee jaar geleden, klaar om ingericht te worden maar verder leeg en ongebruikt. Het lijkt Hommerson, de eigenaar, niet mee te zitten, want zowat alle panden in het nieuwe gedeelte van de boulevard staan leeg. Zelfs pop-up winkels zien geen toekomst meer in deze omgeving.
Scheveningen, ooit de parel aan de Nederlandse kust, lijkt nu de meest droevige badplaats van het land. De kosten voor een parkeerplaats maken het er ook niet beter op. Na twee dagen verblijf in het luxueuze Grand Hotel Amrath Kurhaus bedroegen de parkeerkosten maar liefst 75 euro. Dit soort uitgaven werkt ook niet mee aan de aantrekkingskracht van de badplaats op toeristen.
Het lijkt erop dat Scheveningen een lange weg te gaan heeft voordat het zijn oude glorie kan herwinnen. Lokale ondernemers hebben hun hoop nog niet helemaal opgegeven, maar zonder steun en een duidelijke visie van de gemeente Den Haag blijft de toekomst van deze ooit zo bruisende badplaats onzeker.
