De flexbussen van De Lijn, die begin 2024 als opvolger van de belbussen werden geïntroduceerd, blijken in de praktijk vaker zonder passagiers te rijden dan met.
Dat blijkt uit cijfers van De Lijn en een analyse van de Gazet van Antwerpen. In meerdere vervoerregio’s, waaronder Antwerpen, Mechelen en de Kempen, wordt meer dan de helft van de afgelegde kilometers zonder reizigers gereden. Vlaams Parlementslid Stephanie Vanden Eede (Vooruit) noemt het systeem te duur en inefficiënt en roept Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) op om in te grijpen.
Uit de cijfers die De Ridder vrijgaf na een schriftelijke vraag van parlementslid Els Robeyns (Vooruit), blijkt dat de flexbussen in heel Vlaanderen – met uitzondering van de Westhoek – vaker zonder passagiers rondrijden dan met. Vooral in de Kempense vervoerregio is het probleem schrijnend: 69 procent van de kilometers werd in 2024 zonder passagiers afgelegd. In Antwerpen en Mechelen lag dat percentage respectievelijk op 61 en 58 procent.
Volgens Vanden Eede is het flexbussysteem een mislukking en vormt het geen adequate vervanging voor de geschrapte reguliere buslijnen. “Het schrappen van de bussen en lijnen vorig jaar was een drama voor wie de bus nodig heeft om op het werk, op school of in het centrum te geraken,” stelt ze. “En nu blijkt het alternatief van de vorige minister van Mobiliteit (Lydia Peeters van Open VLD) duidelijk ook geen oplossing. Flexbussen zijn te duur en het systeem werkt niet. Meer dan de helft van de tijd rijden die busjes leeg rond. In de provincie Antwerpen alleen al gaat het om bijna 1 miljoen lege kilometers in minder dan een jaar tijd. Dat is toch te gek voor woorden?”

De flexbussen werken volgens een reserveringssysteem: reizigers moeten hun rit op voorhand boeken, waarna het busje hen oppikt en afzet aan een bepaalde halte. Het idee was om een flexibel alternatief te bieden voor vaste buslijnen in minder drukke regio’s, maar in de praktijk lijkt de efficiëntie van het systeem laag. Naast de hoge hoeveelheid ‘lege kilometers’, blijkt ook dat bijna 10 procent van de ritten niet uitgevoerd wordt. Per duizend aangevraagde ritten moeten 96 reizigers een andere oplossing zoeken.
Volgens De Lijn is het inherent aan het concept dat flexbussen een lager bezettingspercentage hebben. “Flexbussen worden ingezet op locaties waar er minder regulier openbaar vervoer beschikbaar is,” verklaart woordvoerder Marco Demerling. “Dat betekent dat de flexritten vooral gereden worden tussen verspreide en minder drukke gebieden. Om van een afstappunt van de ene reiziger naar het opstappunt van de volgende reiziger te gaan, rijdt het busje tussenin een aantal lege kilometers.”
Vanden Eede verwacht echter dat minister De Ridder snel ingrijpt en het beleid aanpast. “In plaats van dure en nutteloze flexbussen te laten rondrijden, voert ze beter bepaalde afgeschafte lijnen waar de Antwerpenaar op rekende weer in,” zegt de politica van Vooruit, die samen met N-VA in de Vlaamse regering zit.
De toekomst van de flexbussen lijkt dan ook onzeker, nu de kritiek op het systeem blijft toenemen en de cijfers de efficiëntie in twijfel trekken. De vraag blijft of De Lijn zal vasthouden aan het flexibele vervoermodel of dat de Vlaamse regering zal kiezen voor een herziening van het beleid.