Pitane Image

Voor 2023 komt uit de berekening een LTI van 7,24%.

De maximumtarieven voor taxivervoer werden via een regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen bekend gemaakt en op 27 december 2022 gepubliceerd tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer in verband met de indexering voor het jaar 2023.

indexering

Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari 2017 gebeurt dit op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Aanleiding hiervoor is de evaluatie van de tariefstructuur in de taxisector, waarover de Tweede Kamer bij brief van 16 juni 2016 is geïnformeerd. Voor 2023 komt uit de berekening een LTI van 7,24%.

Dit betekent dat de vaste bedragen, de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit. De tarieven zijn bepaald door de LTI toe te passen op de niet afgeronde maximumtarieven van 2022.  Zodoende wordt voorkomen dat de maximumtarieven over de jaren heen feitelijk minder stijgen dan op grond van de index gerechtvaardigd zou zijn.

tarieven

Samengevat zijn de nieuwe tarieven per 1 januari 2023 na indexering voor taxivervoer een starttarief van € 3,60, een kilometertarief van € 2,65 en een minuuttarief van € 0,44. Indien het vervoer plaatsvindt in een auto, ingericht voor het vervoer van vijf tot en met acht personen en waarin ook feitelijk tenminste vijf personen aanwezig zijn, de bestuurder daaronder niet begrepen, of, ingericht voor het vervoer van een of meerdere personen, zittend in een rolstoel, bedragen de tarieven ten hoogste voor het starttarief : € 7,33, het kilometertarief is dan € 3,34 en het minuuttarief wordt dan € 0,49.

Lees ook  Havengelden: Schiphol op weg om duurste luchthaven van Europa te worden

nalevingslasten

Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, dan kan dit nalevingslasten tot gevolg hebben. Deze lasten hangen samen met de handelingen zoals het (laten) aanpassen van de taxameter, het downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten en het vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.

(Tekst loopt door onder de foto)
Voor 2023 komt uit de berekening een LTI van 7,24%.

Door middel van internetconsultatie is aan eenieder de gelegenheid geboden om te reageren op een concept van deze regeling. Hiermee is voldaan aan artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp 2000). Op de ontwerpregeling zijn vier reacties binnengekomen, waarvan twee openbaar. De hoofdpunten hiervan worden hieronder weergegeven.

KNV

In de reactie van o.a. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) is gepleit voor indexering met de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex, aangezien deze het meest toegesneden zou zijn op de taxibranche en voor het afschaffen van de wettelijke maximumtarieven omdat deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde markt. Het zij benadrukt dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en voor taxivervoer dat wordt aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met de reiziger is overeengekomen. Deze regeling regelt bovendien enkel een jaarlijkse indexering en beoogt geen wijzigingen in de bestaande tariefstructuur. Het reguleren van de maximumtarieven is een belangrijk middel om met name kwetsbare consumenten, zoals ouderen en toeristen, te beschermen wanneer zij een taxi nemen op straat.

In één reactie is om aandacht gevraagd voor reiskostenvergoedingen voor burgers, de aftrekbare kosten voor reisuren e.d., maar dat valt buiten het domein van deze regeling. KNV merkte op dat ook de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer dient te worden meegenomen bij de aanstaande evaluatie van het taxihoofdstuk van de Wp2000. Aangezien in deze evaluatie alle aan de Wp2000 gerelateerde taxiregels worden betrokken, zal dat ook voor deze regeling het geval zijn.

Lees ook  Onzekerheid voorbij: 13 miljoen reizigers kunnen opgelucht ademhalen

Naar aanleiding van een opmerking van KNV over de in deze regeling genoemde aantallen taxivoertuigen, is dit aantal in de definitieve regeling aangepast. In deze regeling is nu in plaats van 41.000 taxivoertuigen uitgegaan van 33.000 voertuigen.

Gerelateerde artikelen:
Portret van staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen. - Beeld: Valerie Kuypers
Agendapakket