Deskundigen wijzen op de vergeten voordelen van reizen en pleiten voor een evenwichtiger debat over de toekomst van de luchtvaart.
Er komt steeds meer aandacht voor de schaduwkanten van reizen en de luchtvaartsector. Maar zijn we daarmee vergeten welke onmiskenbare voordelen deze sectoren ons kunnen brengen? Arjen Kers, Managing Director van TUI Nederland en voorzitter van de Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen (ANVR), roept op tot nuance in deze complexe discussie. Via zijn sociale media benadrukt hij hoe reizen de kracht heeft om families bijeen te brengen. Als iemand wiens carrière grotendeels in het buitenland heeft plaatsgevonden, is hij het levende voorbeeld van hoe vliegreizen hem de mogelijkheid hebben gegeven om een betrokken vader voor zijn gezin te zijn. “Zonder vliegtuigen zou ik hen, en zij mij, veel te lang moeten missen,” aldus Kers.
grens
Arjen Kers wijst niet enkel op de persoonlijke waarde van reizen maar betrekt daarbij het bredere perspectief van de vitale banden tussen Nederland en de Caribische eilanden. Deze banden, stelt hij, zouden ernstig worden ondermijnd als de mogelijkheid tot fysiek contact door de lucht zou verdwijnen. Zijn zorg betreft vooral de recente bewegingen om het aantal vluchten vanaf Schiphol te beperken. Hij erkent de noodzaak voor stillere en schonere vliegtuigtechnologieën, maar waarschuwt dat de beperking van vluchten meer kwaad doet dan goed.
De bezorgdheid van Arjen Kers over het feit dat de discussie over luchtvaart en duurzaamheid grotendeels een Nederlandse aangelegenheid lijkt te zijn en stopt bij de grens, voegt een extra laag complexiteit toe aan het debat. Kers stelt terecht dat als Nederland unilateraal besluit om het aantal vluchten vanaf luchthavens zoals Schiphol te beperken, dit niet noodzakelijkerwijs zal leiden tot een daling van het totale aantal vliegreizen. Integendeel, het kan er juist toe leiden dat Nederlanders naar naburige landen zoals België of Duitsland trekken om van daaruit te vliegen. Dit fenomeen, vaak ‘luchthavenlekkage’ genoemd, zou de milieu-impact van de luchtvaart niet verminderen, maar eenvoudigweg verplaatsen.
podcast
Carlo van de Weijer, directeur Smart Mobility van de Technische Universiteit Eindhoven, versterkt deze opvatting. Tijdens een recent opgenomen podcast met Luchtvaartnieuws in het Van der Valk Hotel Schiphol, wees Van de Weijer op de toekomstige duurzaamheid van de luchtvaart. Hij gelooft dat luchtvaart op termijn de meest duurzame en betaalbare vorm van transport kan worden, op voorwaarde dat overheden en leveranciers grootschalige productie van duurzame, circulaire brandstoffen zoals synthetische kerosine stimuleren.
Bas Gerressen, directeur KLM Nederland, die ook deelnam aan de podcast, liet weten volledig achter duurzame plannen te staan, mits deze financieel haalbaar zijn. “Dat daar eerst iets meer voor moet worden betaald, is logisch, maar op termijn zal schaalgrootte weer voor een ommekeer gaan zorgen,” stelt Gerressen.
groter podium
Kers, Van de Weijer en Gerressen zijn het unaniem eens: het positieve verhaal over de luchtvaart en het toerisme verdient een groter podium. Ze wijzen op de sociale, economische en culturele bijdragen die reizen levert, variërend van familiaire herenigingen tot economische stimulering en armoedebestrijding. Kers benadrukt dat er gemotiveerd moet worden geïnvesteerd in schonere, stillere en zuinigere oplossingen, en dat bedrijven die vooroplopen in deze initiatieven prioriteit moeten krijgen.
De vraag blijft of de recente neiging om reizen en luchtvaart als milieubelastend af te schilderen, niet een te eenzijdig beeld geeft van een sector die ook talloze voordelen biedt. Terwijl kritische vragen rondom duurzaamheid en ecologische impact onmiskenbaar relevant zijn, is er ook ruimte voor een genuanceerder beeld waarbij zowel de schaduwkant als de zonkant belicht wordt.
De relatie tussen Nederland en de Caribische eilanden gaat veel verder dan alleen vakantievluchten naar zonovergoten bestemmingen. Families zijn vaak verdeeld over de oceaan, en het vermogen om fysiek bij elkaar te kunnen zijn, is voor velen onvervangbaar.
De discussie over het verminderen van vluchten vanwege milieuoogmerken plaatst deze vitale verbindingen dus in een precaire positie. De nadruk op duurzaamheid is begrijpelijk, maar zoals Kers suggereert, kan het snijden in luchtverbindingen ook onbedoelde en verreikende consequenties hebben voor deze brede en diepgaande relaties. Het behoud van deze banden is dus niet enkel een kwestie van economische of zelfs emotionele belangen, maar ook van culturele en sociale cohesie.
Naast familiaire banden zijn er ook sterke economische relaties tussen Nederland en de Caribische eilanden. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor eilanden zoals Aruba, Curaçao en Sint Maarten, terwijl Nederlandse bedrijven en investeerders aanzienlijke belangen hebben in de regio. Het toerisme zorgt ook voor een wederzijdse economische impuls; Nederlandse luchthavens en toeristische diensten profiteren evenzeer van deze routes.
Daarom is er een dringende behoefte aan evenwichtige oplossingen, zoals investeringen in duurzamere vliegtuigbrandstoffen en technologieën, om ervoor te zorgen dat de luchtvaartsector kan blijven functioneren als een brug tussen verschillende werelden, zonder de planeet te schaden.
Elektrisch vliegen is op dit ogenblik niet echt een alternatief voor het probleem, stelt van de Weijer. Synthetische kerosine is een alternatieve vorm van vliegtuigbrandstof die wordt geproduceerd zonder het gebruik van ruwe olie. In plaats daarvan wordt deze brandstof vaak gemaakt van een combinatie van water, CO2 en hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- of windenergie.
Het proces omvat doorgaans het splitsen van water in waterstof en zuurstof door middel van elektrolyse. De verkregen waterstof wordt vervolgens gecombineerd met CO2 die is afgevangen uit de atmosfeer of uit industriële processen, om koolwaterstoffen te produceren. Deze koolwaterstoffen kunnen vervolgens worden verfijnd tot synthetische kerosine.
positieve verhaal
Het is een technologisch uitdagend en financieel intensief traject, maar met de juiste investeringen en regelgeving zou synthetische kerosine de luchtvaartsector aanzienlijk kunnen vergroenen, zonder dat daarbij de positieve aspecten van reizen en luchtverkeer uit het oog worden verloren. Hoewel de drie deskundigen pleiten voor een evenwichtiger benadering van de luchtvaartsector, erkennen zij dat er werk aan de winkel is. De noodzaak om te investeren in duurzame technologieën is evident, maar daarnaast moet de sector transparanter communiceren over de voortgang op dit gebied. Volgens hen is het cruciaal dat het positieve verhaal over reizen en luchtvaart ook de aandacht krijgt die het verdient.
De luchtvaartsector wordt dus geconfronteerd met de uitdaging om zowel aan milieuverplichtingen te voldoen als de positieve bijdragen die het levert te behouden of zelfs te vergroten. In dit complexe speelveld proberen luchtvaartmaatschappijen en andere belanghebbenden een evenwicht te vinden door te investeren in duurzamere technologieën zoals synthetische kerosine, zonder de unieke voordelen van luchtvaart te ondermijnen. De titel “vliegen tussen twee vuren” vat deze precaire situatie samen, waarbij de sector zich moet aanpassen en innoveren om aan beide sets van verwachtingen te voldoen.