De bekostiging van het leerlingenvervoer is een gemeentelijke taak, waarbij gemeenten financieel verantwoordelijk zijn.
Dagelijks maken 72.000 kinderen gebruik van een vorm van leerlingenvervoer. Gelukkig gaat het meestal goed, maar we kennen ook de verhalen in de media van een leerling die tevergeefs op een bus wacht, overvolle taxi’s of personeelstekort bij een vervoersbedrijf. Zo ontstond de aanleiding om een VNG-handreiking leerlingenvervoer beschikbaar te stellen aan de gemeenten.
De “VNG-handreiking leerlingenvervoer” is een uitgebreide gids die richtlijnen en adviezen biedt voor de efficiënte en effectieve organisatie van leerlingenvervoer door Nederlandse gemeenten. De handreiking is opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in samenwerking met experts uit de sector. Het document biedt een gedetailleerd overzicht van de juridische grondslagen, beleidskaders, en verschillende rollen en verantwoordelijkheden binnen het proces van leerlingenvervoer.
Een van de hoofddoelen van de handreiking is het bieden van ondersteuning aan vier specifieke groepen gemeentelijke medewerkers: consulenten leerlingenvervoer, beleidsadviseurs, contractmanagers/accountbeheerders, en medewerkers inkoop en aanbesteding. Deze professionals werken samen om een soepele en effectieve uitvoering van het leerlingenvervoer te garanderen.
De handreiking benadrukt het belang van een zorgvuldige planning en coördinatie van het leerlingenvervoer, evenals de noodzaak voor gemeenten om hun verordeningen en beleidskaders regelmatig bij te werken. Dit is vooral van belang om te voldoen aan de voortdurend veranderende wettelijke vereisten en lokale behoeften.
Gemeenten zijn verplicht een verordening Leerlingenvervoer te hebben, gebaseerd op wetten zoals de WPO, WVO2020 en WEC. De VNG biedt een modelverordening aan die gemeenten kunnen aanpassen aan hun lokale situatie. De nadruk ligt ook op zelfstandig reizen van leerlingen, met aandacht voor de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van kinderen. Ouders spelen een cruciale rol in dit proces.
Dagelijks maken ongeveer 72.000 kinderen gebruik van het leerlingenvervoer.
Het bepalen van de beste route van huis naar school is afhankelijk van diverse factoren, waaronder onderwijsbehoefte, afstand en vervoersmogelijkheden. Een belangrijk aspect van de handreiking is de nadruk op samenwerking tussen verschillende functies en stakeholders, met een focus op optimale uitvoering en het oplossen van knelpunten.
De handreiking introduceert twee belangrijke cycli: de voorbereiding van het nieuwe schooljaar en de cyclus van inkoop, aanbesteding en contractmanagement. De consulent leerlingenvervoer speelt een centrale rol in de dagelijkse uitvoering van het beleid en is het eerste aanspreekpunt voor ouders en scholen. De aanvraag voor leerlingenvervoer kan verschillende redenen hebben, waaronder afstand, handicap en denominatie. Het proces van toekenning begint met een gesprek tussen de consulent en de ouders/verzorgers, waarbij de meest passende vervoersvoorziening wordt bepaald.
Het document behandelt ook uitdagingen zoals piekbelastingen in het vervoer en de noodzaak om alternatieve vervoersoplossingen te verkennen. Bovendien wordt de rol van ouders en scholen in het proces benadrukt, waarbij de nadruk wordt gelegd op samenwerking en communicatie om de beste resultaten te bereiken. De handreiking bevat ook specifieke adviezen en richtlijnen voor de organisatie van het leerlingenvervoer, zoals het vaststellen van een jaarlijkse planning, het opstellen van contracten met vervoersbedrijven, en het beheren van klachten en klanttevredenheidsonderzoeken.
De “VNG-handreiking leerlingenvervoer” is dus een essentieel document voor Nederlandse gemeenten, omdat het hen helpt bij het navigeren door de complexiteit van het leerlingenvervoer en het bieden van effectieve, efficiënte en op maat gemaakte vervoersoplossingen voor leerlingen.