Het deelfietsenbedrijf Hoppy heeft besloten om zijn elektrische deelfietsen uit Hasselt te verwijderen.
Sinds vorig jaar stonden er zo’n 200 elektrische fietsen van Hoppy in de stad, maar volgens Hélène De Meester, vertegenwoordiger van Hoppy, was de operatie simpelweg niet rendabel. “Het bleek niet rendabel,” verklaarde De Meester aan de lokale media. “We hebben verschillende gesprekken met de stad gevoerd, maar het marcheerde gewoon niet in Hasselt.”
De elektrische fietsen waren bedoeld als aanvulling op het bestaande deelfietsensysteem van Mobit en Blue Bikes, die vooral rond de stationsbuurten in Hasselt actief zijn. Deze ‘gewone’ deelfietsen blijven voorlopig in Hasselt, maar de elektrische fietsen van Hoppy verdwijnen definitief uit het straatbeeld. Volgens De Meester was er in Hasselt simpelweg te weinig interesse voor hun elektrische deelfietsen, zeker in vergelijking met andere steden zoals Genk. “Onze fietsen worden elders, bijvoorbeeld in Genk, beter gebruikt. In Hasselt telden we gemiddeld 100 gebruikers per maand, die samen zo’n 300 ritten maakten. Dat zijn er in Genk bijna vier keer zoveel,” vertelt De Meester.
tariefmodel
Een van de redenen voor het uitblijven van succes in Hasselt lijkt volgens Het Belang van Limburg te liggen in het tariefmodel van Hoppy. Voor een ritje met een elektrische fiets betaalde de gebruiker één euro startgeld, gevolgd door 25 eurocent per minuut. Dit betekent dat een rit van vijftien minuten al gauw bijna vijf euro kost. Volgens De Meester was deze prijs voor veel Hasselaren een struikelblok, en daarom ging Hoppy in gesprek met de stad over mogelijke subsidies. Genk, waar Hoppy wel succes boekt, biedt wel subsidies aan, wat de kosten voor de gebruiker lager maakt.
Hasselts mobiliteitsschepen Marc Schepers, van de partij RoodGroen, geeft echter aan dat de gemeente duidelijk had gemaakt dat er geen financiële ondersteuning zou komen. “Toen we de prijsvraag in de markt zetten, hebben we expliciet gevraagd om een voorstel met en zonder subsidies,” legt Schepers uit. “We hebben samen gekozen voor het Hoppy-voorstel zonder subsidies van de stad. Dan zou het voor andere geïnteresseerde ondernemers oneerlijk zijn om plots subsidies te gaan geven eens het contract loopt. Dat hebben we dus geweigerd.” Deze beslissing was in lijn met het gemeentebeleid om geen voorkeursbehandeling te geven aan een specifieke aanbieder, vooral als het contract al getekend is.
Een bijkomende reden voor de beëindiging van de samenwerking tussen Hoppy en de stad Hasselt was de kwestie van de veiligheid. Hoppy stelde voor om het aanbod uit te breiden met elektrische steps, die in veel steden populair zijn als kortetermijnoplossing voor stedelijke mobiliteit. De stad Hasselt wees dit voorstel echter af vanwege de mogelijke gevaren van elektrische steps in het straatbeeld. Voor de gemeente was de veiligheid van de burgers een prioriteit, en de kans op ongelukken met elektrische steps werd als te groot ingeschat.
afwijzing
De Meester benadrukt dat de situatie in Hasselt voor Hoppy onhoudbaar was geworden door de afwijzing van zowel financiële als praktische steun vanuit de gemeente. “Voor ons was deze situatie onhoudbaar,” zegt De Meester. Na overleg besloten beide partijen het contract vroegtijdig te beëindigen, waarbij Hoppy een schadevergoeding van 27.000 euro aan de stad betaalde. De Meester noemt deze betaling “negatieve subsidies,” een bewuste keuze van het bedrijf om verlies verder te beperken en elders op zoek te gaan naar rendabele mogelijkheden.
Hoewel steden als Genk een alternatief bieden met behulp van subsidies, lijken steden zoals Hasselt terughoudender te zijn in hun financiële steun voor nieuwe initiatieven op het gebied van gedeelde mobiliteit. De terugtrekking van Hoppy toont aan dat het succes van deelfietsensystemen sterk afhankelijk is van de bereidheid van lokale overheden om deze nieuwe vormen van transport financieel te ondersteunen, vooral wanneer de tarieven voor gebruikers relatief hoog zijn.
Het vertrek van de elektrische deelfietsen uit Hasselt roept vragen op over de haalbaarheid van dergelijke mobiliteitsprojecten in middelgrote steden zonder ondersteuning.