De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) geeft in het rapport Kruisend Luchtverkeer op Schiphol enkele signalen af aan minister Visser van Infrastructuur en Waterstaat. Deze signalen kunnen een bijdrage leveren aan het nóg verder verbeteren van veiligheid van het Nederlandse vliegverkeer. In het rapport staan de resultaten van een onderzoek dat de ILT onder meer heeft gedaan na een aantal incidenten in de afgelopen jaren, waarbij vliegtuigen dicht bij elkaar in de buurt kwamen.

Uit het onderzoek blijkt op de eerste plaats dat de procedures, die worden gebruikt door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) voor kruisend vliegverkeer, voldoen aan de mondiale normen en aan de Nederlandse wettelijke veiligheidsnorm. Toch viel de ILT een aantal zaken op, die zouden kunnen bijdragen aan het nog veiliger maken van het Nederlandse vliegverkeer:

  • Gevolgen van een ongeval
    Het viel de ILT op dat bij het bepalen van de wettelijke veiligheidsnorm geen rekening is gehouden met de gevolgen van een ongeval voor bijvoorbeeld de mensen die op en rond Schiphol wonen en werken. Deze ‘externe veiligheid’ zou mee moeten wegen in de evaluatie van de veiligheidsnorm.
  • Norm voor incidenten
    Er is alleen een veiligheidsnorm voor ongevallen en geen veiligheidsnorm voor incidenten. Op incidenten kan de ILT daarom moeilijker handhaven.
  • Geen wet- en regelgeving kruisend verkeer
    Een derde signaal ter verbetering; er bestaat, zowel internationaal als nationaal, geen specifieke wet- en regelgeving voor kruisend luchtverkeer. Ook de ‘Beleidsregels veiligheidsnormen ATC’ (Air Traffic Control) zijn hier niet specifiek voor geschreven.
  • Wettelijke veiligheidsnorm
    De norm in de Beleidsregels veiligheidsnormen ATC is gebaseerd op de gemiddelde kans op een aan luchtverkeersleiding gerelateerd ongeval in de hele wereld tussen 1980 en 2005. Na 2005 is deze gemiddelde kans op een ongeval kleiner geworden. De huidige wettelijke veiligheidsnorm houdt daar geen rekening mee. Uitgaande van 500.000 vluchten per jaar op Schiphol staat de wettelijke veiligheidsnorm toe dat er iedere 20 jaar 3 ongevallen gebeuren, waarbij de luchtverkeersleiding betrokken is
Lees ook  Groot onderhoud Schiphol: minder treinen en omreizen via Lelylaan

Kruisend luchtverkeer

De luchthaven Schiphol heeft start- en landingsbanen in verschillende windrichtingen. Starten en landen met veel wind vanaf de zijkant van het vliegtuig is gevaarlijk. Door dit banenstelsel kunnen vliegtuigen altijd tegen de wind in starten en landen. Dit stelsel heeft ook nadelen. De gebruikte start- en landingsbanen kunnen elkaar kruisen. Ook zijn er baancombinaties waarbij het verlengde van de banen elkaar in de lucht kruist. Dit noemen we kruisend luchtverkeer, afhankelijk baangebruik of convergerend baangebruik.

Aanleiding onderzoek

Aanleiding van dit onderzoek van de ILT was het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van een incident in 2018. Bij dit incident kwamen twee vliegtuigen dicht bij elkaar in de buurt. In dit rapport adviseerde de OVV aan de minister van IenW om te laten beoordelen of de procedures voor afhankelijk baangebruik van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) voldoen aan de wet- en regelgeving. Hierop heeft de ILT de beoordeling uitgevoerd. Aansluitend heeft de ILT aanvullend onderzoek gedaan vanwege twee vergelijkbare incidenten uit 2007 en 2015. En vanwege het feit dat de veiligheidsstudie van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), waaruit blijkt dat de procedures veilig zijn, uit 2015 stamt. Aldus de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Lees ook: KLM wil vlees schrappen op het menu