“We moeten blijven investeren in openbaar vervoer. Deze crisis gaat voorbij en dan hebben we het openbaar vervoer keihard nodig,” met deze boodschap presenteerde staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) onlangs de Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040. De groei van de bevolking, de enorme woningbouwopgave en een duurzame leefomgeving vragen de komende jaren om concrete besluiten op het gebied van mobiliteit.
Begin 2019 presenteerden de OV-sector, decentrale overheden en het Rijk gezamenlijk het Toekomstbeeld OV 2040. Daarin werden de belangrijkste contouren van het openbaar vervoer van de toekomst geschetst zodat het OV voor elke reiziger een aantrekkelijke een betaalbare optie is. Kernpunten: een metro-achtige verbinding op een landelijke stedenring, goede verbindingen naar het Noorden, Oosten en Zuiden van het land en een snelle treinverbinding met Duitsland. In en naar de stad zorgen nieuwe vormen van openbaar vervoer met lightrail en snelle bussen voor goede verbindingen om relatief korte afstanden te overbruggen.
Om te bepalen welke investeringen nodig zijn en welke keuzes er gemaakt kunnen worden om deze ambities te realiseren, hebben de OV-sector, decentrale overheden en het Rijk gezamenlijk de Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV opgesteld. Door middel van menukaarten wordt inzichtelijk gemaakt welke keuzes er gemaakt kunnen worden. Op de kaarten is te zien wat de verschillende opties kosten, hoeveel nieuwe reizigers ervan kunnen profiteren en welke haken en ogen eraan zitten.
Vanuit de provincies wordt een groot belang gehecht aan de ontwikkelagenda. “Er moeten tot 2030 honderdduizenden woningen en banen in en rond de steden worden gerealiseerd. Een goede bereikbaarheid is een randvoorwaarde om Nederland economisch én sociaal welvarend te houden. Openbaar vervoer biedt veel voordelen, ook met oog op de stikstofproblematiek en klimaatafspraken. Voldoende investeren in het openbaar vervoer is onmisbaar voor de ontwikkeling van Nederland”, aldus Fleur Gräper (IPO), namens de decentrale overheden.
Door de investeringen die in de Ontwikkelagenda zijn meegenomen, zal op nog meer plekken altijd binnen 10 tot 15 minuten een trein, metro, tram of bus rijden. Voor de reis tussen de steden is de trein daarmee een volwaardig alternatief. Het zorgt er ook voor dat je met de trein sneller vanuit Zeeland, Twente, Limburg, Groningen en Friesland in de Randstad kunt zijn en dat het makkelijker wordt om voor een stedentrip naar België of Duitsland de trein te pakken.
“Ik wil dat het OV voor zoveel mogelijk reizigers een aantrekkelijke optie is, of je nu in de regio of in de stad woont of dat je voor je werk over de grens moet. Nu zijn treinen en bussen alleen beschikbaar voor noodzakelijke reizen, maar het werk voor een zo aantrekkelijk mogelijk OV voor alle reizigers gaat door. Met de Ontwikkelagenda laten we zien welke keuzes een nieuw kabinet kan maken, maar werken we ook verder aan noodzakelijke investeringen in het OV voor een robuuste basis.” aldus staatssecretaris van Veldhoven.
De OV-sector, decentrale overheden en het Rijk zijn eensgezind dat een aantal investeringen in ieder geval moeten worden gedaan. Zo zijn investeringen in het vergroten van de vervoerscapaciteit en het beheer, onderhoud en vervanging noodzakelijk voor toekomstbestendig openbaar vervoer. Het doortrekken van de NoordZuid-lijn zien alle partijen ook als één van de noodzakelijke investeringen die bijdraagt aan de verstedelijking, de economie en die essentieel is voor veel andere investeringen in het spoor. Maar ook het aanpakken van de stations zoals Maastricht, Nijmegen, Zwolle en Eindhoven zijn nodig om ervoor te zorgen dat dit geen knelpunten, maar juist belangrijke knooppunten kunnen zijn. Het komende jaar wordt de samenwerking en verdere planvorming voortgezet. Dit meldt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op hun website.