Deelauto’s zouden leiden tot minder autobezit, maar niets is minder waar bericht het AD. Ze worden nauwelijks gebruikt. Bijna een miljoen mensen hebben zich ooit ingeschreven bij een deelautodienst, maar 80 procent gebruikt vervolgens nooit zo’n deelauto. Uit onderzoek van kennisplatform voor mobiliteit Crow, dat wordt gepubliceerd, blijkt dat er op papier inmiddels 971.000 autodelers zijn. Dat lijkt heel wat, maar het Kennisinstituut Mobiliteit (KiM) kwam eerder deze maand met heel andere cijfers: 200.000 mensen hebben afgelopen drie jaar minimaal één keer een deelauto gebruikt, oftewel 2 procent van de mensen met een rijbewijs.
Mensen die autodelen, maken veel minder autoritten. In plaats daarvan reizen ze meer met het openbaar vervoer, de fiets en te voet. Autodelen draagt daarom bij aan een lager autogebruik- en bezit. Dat is goed voor het milieu. In steden draagt het ook bij aan minder geparkeerde auto’s. De meeste deelauto’s zijn schoner dan het gemiddelde wagenpark in Nederland. Dat komt omdat veel auto’s nieuwer, kleiner en zuiniger zijn.
Volgens het KiM kan de populariteit van de deelauto stijgen door autobezit en parkeren duurder te maken waardoor de deelauto financieel aantrekkelijker wordt, maar gemeenten staan niet te trappelen om schaarse parkeerplaatsen voor deelauto’s te reserveren.
Ongeveer veertig bedrijven bieden samen nu 87.825 deelauto’s aan. Er zijn honderd keer zoveel personenauto’s als deelauto’s in Nederland. Crow telt bij dat cijfer ook de particuliere deelauto’s mee, waarbij je tegen een vergoeding een auto huurt van iemand in de buurt bijvoorbeeld via Snappcar. Deelauto’s van bedrijven als Greenwheels zijn er veel minder, nog geen 18.000 stuks, afgezet tegen het totale wagenpark gaat het dan om slechts een op de vijfhonderd personenauto’s, aldus het AD.
Lees ook: Twee deelauto’s in Anna Paulowna erbij