De ILT vindt dat dit niet past bij de zorgplicht voor stoffen en mengsels.
De kwaliteit van brandstoffen voor export buiten Europa moet omhoog. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) stelt voor het toezicht strengere kwaliteitseisen aan brandstoffen die in Nederland worden geproduceerd en bedoeld zijn voor de export naar – voornamelijk – West-Afrikaanse landen. Deze eisen staan beschreven in een beleidsregel die sinds 15 augustus 2022 van kracht is. Het doel is dat brandstoffen die vanuit Nederland naar lagelonenlanden worden geëxporteerd veel minder stoffen bevatten die schadelijk zijn voor mens en milieu.
Concreet betekent dit dat brandstoffen uiteindelijk niet meer dan 50 ppm (0,005%) zwavel bevatten en benzine maximaal 1% benzeen en minder mangaan bevatten. Dit zal in de landen waar de brandstoffen worden gebruikt, de uitstoot van schadelijke stoffen beperken en de luchtkwaliteit verbeteren. Brandstoffen die in Nederland worden geproduceerd voor gebruik buiten Europa zijn van lagere kwaliteit dan de brandstoffen die we in Europa vereisen.
De exportbrandstoffen bevatten nu nog hoeveelheden stoffen die direct schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen én het milieu vervuilen. Onderzoek van de ILT wees eerder uit dat de schadelijke stoffen bovendien katalysatoren van voertuigen kapot maken met nog grotere negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu. De ILT vindt dat dit niet past bij de zorgplicht voor stoffen en mengsels uit de Wet milieubeheer artikel 9.2.1.2. De inspectie is bevoegd om op deze zorgplicht te handhaven.
“De beleidsregel is een nieuwe stap in de handhaving. Het geeft duidelijkheid over hoe de ILT bij de handhaving beoordeelt of aan deze zorgplicht wordt voldaan bij de productie en export van deze brandstoffen. Het is belangrijk om tot een schonere kwaliteit exportbrandstoffen te komen. Dit past ook bij het toenemend appel aan bedrijven om maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. De beleidsregel zorgt voor een gelijk speelveld voor de gehele sector in Nederland.”
Inspecteur-generaal Jan van den Bos van de ILT
De ILT heeft de afgelopen jaren diverse onderzoeken gedaan naar de schadelijkheid van brandstoffen. De ILT heeft in juni 2021 de vanuit Nederland opererende bedrijven aangesproken op het feit dat de productie en export van dit soort brandstoffen niet past bij de zorgplicht. De bedrijven werden opnieuw opgeroepen om aan te geven welke maatregelen zij gaan nemen om invulling te geven aan de zorgplicht. De ILT organiseerde in december 2021 een rondetafelbijeenkomst om de oliemaatschappijen te bewegen tot een aanpak om de kwaliteit van brandstoffen te verbeteren. De sector gaf aan een gelijk speelveld nodig te hebben om betere brandstoffen te produceren; de beleidsregel draagt daaraan bij.
In de beleidsregel verduidelijkt de ILT wat zij vanuit de zorgplicht bezien een acceptabele brandstofkwaliteit voor buiten Europa vindt. Vanaf nu gelden voor iedereen in Nederland dezelfde spelregels. Het is voor bedrijven dan gemakkelijker om stappen te zetten zonder dat zij zich uit de markt prijzen. Tegelijkertijd is de beleidsregel een stok achter de deur voor wie de brandstofkwaliteit niet verbetert. Sinds september 2021 levert Shell als voorloper vanuit Nederland brandstof van hogere kwaliteit dan de importerende landen in West-Afrika hebben opgegeven. De ILT rekent erop dat andere oliebedrijven snel volgen. De ILT werkt in haar aanpak samen met UNEP. De beleidsregel is volledig in lijn met het programma van UNEP om de luchtkwaliteit en wagenpark mondiaal te verbeteren.