Pitane Image

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst immateriële schadevergoeding af in subsidiezaak.

In september 2021 wees de minister de aanvraag van Rotterdam Taxi Service Vereniging voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie af. Het betrof financiële steun bedoeld om bedrijven te helpen die door de coronapandemie waren getroffen. Na bezwaar werd deze beslissing in februari 2022 gehandhaafd. Echter, in januari 2023, herzag de minister deze beslissing, trok de eerdere afwijzing in en kende alsnog een TVL-subsidie toe van € 35.591,65.

De taxiorganisatie vroeg vervolgens het CBB om een schadevergoeding wegens de geleden immateriële en materiële schade. Deze schade omvatte griffierechten, wettelijke rente, en compensatie voor emotionele en lichamelijke stress gerelateerd aan de oorspronkelijke afwijzing van de subsidie.

Het College besloot het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de minister al volledig tegemoet was gekomen aan het bezwaar van de ondernemer. De griffierechten moesten wel worden vergoed door de minister, aangezien de minister pas in beroep terugkwam van zijn besluit. De minister werd ook opgedragen de wettelijke rente van € 730,20 te betalen, overeenkomstig de regelgeving.

Echter, het verzoek om vergoeding voor immateriële schade werd afgewezen. De ondernemer stelde last te hebben gehad van stress, slapeloze nachten, en zelfs aangezichtsverlamming als gevolg van de afwijzing. Desondanks oordeelde het College dat er geen direct causaal verband kon worden aangetoond tussen de klachten en het afwijzingsbesluit. De minister werd daarom niet verplicht tot vergoeding van deze immateriële schade.

Gerelateerde artikelen:
Lees ook  Rechtbank: vervoersbedrijf Qbuzz mag miljoenenorder annuleren bij Ebusco
EVI.